Drogenbos

Gemeenteraad van 01/07/2021

Tegenwoordig:

 

Philippe Queroles

Voorzitter;

Alexis Calmeyn

Burgemeester;

Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever en Marc Vettori

Schepenen;

Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

Raadsleden;

Sonja Dedoncker

Algemeen directeur;

 

Raadslid Tania Vanatoru vervoegt de vergadering vanaf punt 3.

Raadslid Sabrina Pauwels verlaat de vergadering vanaf punt 16.

Raadslid Sabrina Pauwels vervoegt de vergadering vanaf punt 17.

 

Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Goedkeuring notulen gemeenteraad  dd. 20 mei 2021

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf en Jonathan Adriaens

 

Enig artikel:

De notulen van de gemeenteraad en het zittingsverslag dd. 20 mei 2021 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Ontslagname raadslid - Mevrouw Cindy Ceuleers

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 13;

 

De aanstelling van mevrouw Cindy Ceuleers, als gemeenteraadslid op 7 januari 2019;

 

Feiten en context

Het schrijven d.d. 21 mei 2021 van mevrouw Cindy Ceuleers waarin zij aan de voorzitter van de gemeenteraad haar ontslag als gemeenteraadslid aanbiedt;

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf en Jonathan Adriaens

 

Enig artikel: De gemeenteraad aanvaardt het ontslag van mevrouw Cindy Ceuleers als gemeenteraadslid.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Kennisname - Vervanging van een raadslid - Onderzoek geloofsbrieven van de opvolger

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Erkenning Logo Zenneland VZW 2022-2027

 

Juridische grond

Het decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid in Vlaanderen van 21 november 2003 en latere wijzigingen, in het bijzonder titel III, hoofdstuk VII.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de logo's van 30 januari 2009, in het bijzonder hoofdstuk III.

 

Het decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 7 §7.

 

De omzendbrief van het departement Welzijn Volksgezondheid en Gezin over het lokaal sociaal beleid van 26 oktober 2018.

 

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikels 2 §2, 41 4° en 5°, 78 5° en 6°.

 

Het schrijven van Logo Zenneland vzw van 30 maart 2021.

 

De Vlaamse gezondheidsdoelstellingen zoals terug te vinden op de site van Agentschap Zorg en Gezondheid.

 

Argumentatie

Logo Zenneland vzw is belast met de realisatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en doet dat in samenwerking met lokale en regionale partners in de regio Zenneland waaronder de lokale besturen.

 

In het bijzonder ondersteunt Logo Zenneland vzw sedert geruimte tijd de gemeente Drogenbos bij de uitbouw van een integraal preventief gezondheidsbeleid. Logo Zenneland vzw biedt hiervoor zowel kant- en klare thematische materialen aan, materialen voor procesbegeleiding en effectieve procesbegeleiding en coaching op maat. Voor onze gemeente ging het de afgelopen jaren concreet over de samenwerking met de faciliteitengemeenten voor de oprichting van een gezondheidsraad waarin bepaalde acties voor alle faciliteitengemeenten werd vastgelegd.

 

In het meerjarenplan 2020 - 2025 van gemeente en OCMW Drogenbos is er aandacht voor gezondheidspromotie en ziektepreventie in het bijzonder in de beleidsdoelstelling 'Bijdragen tot een goede ontwikkeling en gezonde levensstijl van jong en oud', ACT-68 Preventief gezondheidsbeleid.

 

Ten gevolge van de COVID-crisis is het belang van gezondheidspromotie en ziektepreventie nog meer dan ooit duidelijk geworden. Effectieve gezondheidspromotie en ziektepreventie is integraal en gebeurt in samenwerking met lokale en regionale partners waarvan Logo Zenneland vzw een belangrijke is.

 

Logo Zenneland vzw moet opnieuw erkend worden voor de periode van 2022-2027.

 

Hiervoor moet een lijst van erkende partners waaronder de lokale besturen die deel uitmaken van het werkingsgebied van Logo Zenneland vzw deze erkkening formeel ondersteunen (artikel 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30/01/2009).

 

De ondersteuning van de erkenning houdt geen automatisch lidmaatschap van Logo Zenneland vzw in. Hierrond zal pas door Logo Zenneland vzw gecommuniceerd worden na goedkeuring van hun erkenning.

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

 

Enig artikel:

De gemeenteraad ondersteunt de erkenning van Logo Zenneland vzw voor de periode 2022-2027 en belast de afdeling welzijn met de verdere opvolging hiervan.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Organisatiebeheersing - Algemeen kader - Goedkeuring

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikels 2017 tot en met 220;

 

Feiten en context

Het document beschrijft het algemeen kader dat de basis vormt van het organisatiebeheersingssysteem in het lokaal bestuur Drogenbos (gemeente en OCMW). De algemeen directeur stelt het organisatiebeheersingssysteem van de organisatie vast, in overleg met het managementteam. Hij laat dit goedkeuren door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Ieder lokaal bestuur in Vlaanderen is decretaal verplicht om een organisatiebeheersingsysteem te ontwikkelen, toe te passen en hierover te rapporteren. Dit moet ertoe bijdragen om, zoals de naam het zegt, de organisatie zo goed mogelijk te "beheersen" of onder controle te hebben. Samengevat zorgt een goede organisatiebeheersing ervoor dat de organisatie:

         Weet waar ze naartoe wilt (strategie en doelstellingen);

         Bewust is van de eventuele hinderpalen/risico's voor het bereiken van de strategie en doelstellingen;

         Acties onderneemt om deze risico's te beheersen (én deze periodiek evalueert en bijstuurt).

 

Organisatiebeheersing biedt redelijke, maar geen absolute zekerheid. Alle mogelijke risico's van een organisatie, van alle diensten of van alle medewerkers afdekken is dus weinig realistisch, maar we moeten wel alles in het werk stellen om er zo goed mogelijk op te anticiperen. Daarom is een goed en degelijk uitgewerkt systeem belangrijk.

Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt met andere woorden op welke wijze het bestuur dit concreet vormgeeft.

 

Adviezen

Het advies van het managementteam op datum van 20/05/2021.

 

Argumentatie

In overweging nemende dat het algemeen kader dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

 

Artikel 1:

Het organisatiebeheersingssysteem zoals uitgewerkt door de algemeen directeur en beschreven in het document 'Organisatiebeheersing - Algemeen kader' wordt goedgekeurd.

 

Artikel 2:

Het document 'Organisatiebeheersing - Algemeen kader' maakt integraal deel uit van dit besluit.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Samenwerking Groep Intro - Jobatelier

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen.

 

Feiten en context

Het voorstel van het OCMW Drogenbos om aan alle werkzoekende inwoners van Drogenbos de mogelijkheid te bieden naar het jobatelier te komen, locatie: Passage.

Het voorstel om hiervoor samen te werken met Groep Intro, zie gedetailleerde offerte in bijlage.

 

Frequentie: Jobatelier om de 2 weken van 3 uren. Per jobatelier voorzien we 2 blokken van telkens 1,5 uur. Per blok maximum 5 deelnemers.

 

Inhoud: Deelnemers worden tijdens deze ateliers op actieve wijze ondersteund bij het solliciteren. De recente vacatures worden overlopen en er wordt samen op gesolliciteerd. Kandidaten krijgen hulp bij het aanpassen van cv en motivatiebrief in functie van de vacature. Kandidaten worden voorbereid op hun sollicitatiegesprek. De deelnemers maken een sollicitatiemap aan en vullen deze ook aan.

 

De begeleider van Groep Intro is vertrouwd met het begeleiden van anderstalige werkzoekenden en past de contacttaal aan aan het profiel van de deelnemers.

 

Tarief per jobatelier: 325€ (excl. BTW) + verplaatsingskosten

De samenwerking kan op elk moment stopgezet worden met een inachtneming van een opzegperiode van 3 maanden.

 

Argumentatie

In overweging nemende dat de gemeente en OCMW Drogenbos door middel van een samenwerking met Groep Intro de inwoners van Drogenbos professioneel kan begeleiden in de zoektocht naar een job.

Financiële gevolgen

 

Exploitatiebudget

Actie

ACT - 61

Registratiesleutel

61399999/0904-60

Bedrag

€ 2.600 (september - eind 2021)

Opmerkingen

/

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

 

Artikel1:

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om samen te werken met Groep Intro i.k.v. de organisatie van een gemeentelijk jobatelier.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Gemeentelijke Holding NV in vereffening - Goedkeuring agenda - Algemene Vergadering 30 juni 2021 - Bekrachtiging collegebeslissing d.d. 14 juni 2021

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Feiten en context

De collegebeslissing van 14 juni 2021 betreffende de "Gemeentelijke Holding NV in vereffening - Goedkeuring agenda - Algemene Vergadering 30 juni 2021;

 

Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven wordt opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening, die zal doorgaan op elektronische wijze op woensdag 30 juni 2021 om 14.00 uur;

 

Gelet op het feit dat de gemeenteraad zijn goedkeuring dient te hechten aan de agenda van de algemene vergadering:

1. Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2020

2. Bespreking door de vereffenaars van de jaarrekening over het boekjaar 2020

3. Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2020 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4. Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2020

5.  Vraagstelling

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

 

Artikel 1: Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening d.d. 30 juni 2021:

 

1. Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2020

2. Bespreking door de vereffenaars van de jaarrekening over het boekjaar 2020

3. Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2020 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4. Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2020

5.  Vraagstelling

 

 

Artikel 2: Mevrouw Nahyd Meskini, Fleurbeekstraat 39 RCH te 1620 Drogenbos aan te duiden als volmachtdrager van de gemeente Drogenbos om deel te nemen aan de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

 

Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit.

 

Artikel 4: Deze beslissing over te maken aan de Gemeentelijke Holding NV in vereffening - avgh@quinz.be.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Nederlandstalige basisschool - Aanpassing schoolreglement

 

Juridische grond

Bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur  van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 40, §3 en art. 41, tweede lid, 2°; (enkel voor het Vlaams Gewest)

 

Juridische grondslag

Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997: de artikelen 3, 25°, 6, 14, 14/0, 20, 27 , 27bis, §1, 3° en §4, 37, §2, 12°, 37, §3,17°, 29 , 37bis, 62, §2, 26ter, 47bis, 195;

 

Gelet op het decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs ,het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding van 18 april 2018;

 

Adviezen

Gelet op het overleg in de schoolraad van 4 juni 2021;

 

Argumentatie

 Een schoolbestuur moet voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt;

 Meer specifieke afspraken worden door het college van burgemeester en schepenen, na overleg in de schoolraad, opgenomen in de infobrochure;

 Het schoolreglement gewoon basisonderwijs en de infobrochure worden bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld (op papier of via een elektronische drager) aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord;

 Het huidige schoolreglement gewoon basisonderwijs (inclusief de infobrochure) dat goedgekeurd werd op datum van 13 juli 2020 en bekrachtigd door de gemeenteraad op 17 september 2020 is aan actualisatie  toe wegens gewijzigde regelgeving  en de noodzaak om sommige artikelen te verduidelijken en/of te verfijnen (gewijzigde contactgegevens e.d.m.);

 Een wijziging van het schoolreglement kan ten vroegste uitwerking hebben in het daaropvolgende schooljaar, tenzij die wijziging het rechtstreekse gevolg is van nieuwe regelgeving,

 Het model schoolreglement van de Onderwijsvereniging van de Steden en Gemeenten dient als basis voor het schoolreglement gewoon basisonderwijs;

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

 

Artikel 1: Het bestaande schoolreglement gewoon basisonderwijs met inbegrip van de infobrochure, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 13 juli 2020 en bekrachtigd door de gemeenteraad in zitting van 17 september 2020 wordt opgeheven.

 

Artikel 2: Het hierbij gevoegde schoolreglement wordt goedgekeurd.

 

SCHOOLBROCHURE

 

VERSIE september 2021

 

 

 

 

Steenweg op Drogenbos 252

1620 DROGENBOS

tel.: 02/377 32 84

fax: 02/377 29 74

 

e-mail: drogenbos.basis@skynet.be

website: www.gemeenteschooldrogenbos.be

 

 

 

 


Beste ouders,

 

 

Bij een eerste inschrijving verwijzen we graag naar onze schoolbochure, die u online kunt raadplegen op de website. Het bevat heel wat informatie of afspraken die door de gemeenteraad en de schoolraad besproken en goedgekeurd werden.

 

De schoolbrochure bevat volgende 3 grote onderdelen:

1. Beginselverklaring neutraliteit (pg. 3)

2. Het schoolreglement (pg. 5)

3. De afsprakennota (pg. 35)

4. Schoolvisie (pg. 50)

 

 

De ondertekening van de ‘kennisname van de schoolbochure” is een voorwaarde om uw kind in te schrijven op school.

 

 

         Manu Coone

         directeur


Beginselverklaring neutraliteit van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs

 

Het onderwijs van steden en gemeenten is een openbare dienst en moet per definitie beantwoorden aan de principes van neutraliteit. Deze principes worden vastgelegd in een lokaal pedagogisch, agogisch of artistiek project, in het schoolreglement en in het schoolwerkplan. Ook voor de onderwijspraktijk (keuze van leerplannen en leermethodes) zijn ze richtinggevend. Schoolbesturen, schoolteams, cursisten, leerlingen en ouders stemmen hiermee in en dragen de neutraliteit van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs mee uit.

 

Wettelijk kader

 

Open voor iedereen

Scholen, centra en academies zijn toegankelijk voor iedereen die van hun aanbod wil genieten volgens artikel 6bis van de Schoolpactwet van 29 mei 1959. Dit artikel bepaalt dat een officiële school ‘een open karakter heeft door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen’.

 

Belgische Grondwet en Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind

Scholen, centra en academies respecteren in hun werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind.

 

Democratisch burgerschap versterken

Scholen, centra en academies respecteren de principes van de democratische rechtsstaat

en versterken deze door hun aanbod, door de manier waarop ze zich organiseren, door een participatieve cultuur te stimuleren en door zelf model te staan voor een democratische samenleving.

 

 

Actief pluralisme

 

Verbondenheid stimuleren

Scholen, centra en academies gaan uit van de gemeenschappelijke waarden, overtuigingen, aspiraties … die mensen met elkaar delen, over en door alle mogelijke verschillen heen. Tegelijk spreken ze hun verwachtingen hieromtrent uit tegenover leerlingen, ouders en cursisten. Ze maken in hun curriculum plaats voor gemeenschappelijke waarden. Door hun aanpak stimuleren ze de verbondenheid tussen mensen in hun eigen leer- en leefgemeenschap en in de samenleving.

 

Diversiteit erkennen en respecteren

Scholen, centra en academies erkennen en respecteren de diversiteit bij hun leerlingen en cursisten op het vlak van filosofische, levensbeschouwelijke en religieuze overtuiging, sociale, etnische en talige achtergrond, nationaliteit, huidskleur, gender en seksuele voorkeur. Tegelijk stellen ze duidelijk de verwachting dat leerlingen, ouders en cursisten de aanwezige verschillen eveneens respecteren, dat ze bereid zijn te luisteren naar elkaar en begrip opbrengen voor andere opvattingen.

 

Diversiteit als meerwaarde benutten

Voor het realiseren van hun doelen vertrekken scholen, centra en academies van de meerwaarde die diversiteit biedt. Als dat mogelijk en relevant is, spelen ze in op de verschillen tussen leerlingen en cursisten door hun aanpak en door het aanbieden van inhoud (curriculum). Ze doen dat onder meer door een kritische dialoog tussen levensbeschouwingen en overtuigingen te stimuleren.

 

Lokaal verankerd, open op de wereld en op de toekomst

Lokale verankering

Scholen, centra en academies zijn sterk verweven met de lokale overheid en omgeving. Ze gaan actief op zoek naar samenwerking met andere scholen, buurtbewoners, (groot-)ouders, socio-economische partners of andere partners uit de wijk-, sport-, welzijns-, jeugd- en cultuursector.

 

Wereldburgerschap

Scholen, centra en academies zijn niet alleen verankerd in de lokale gemeenschap, maar ze staan ook open voor een wereld gekenmerkt door globalisering en internationalisering.

 

Duurzaamheid

Scholen, centra en academies erkennen de noodzaak om met het oog op de toekomst ecologisch duurzame en gezonde keuzes te maken en ze vertalen die overtuiging in hun aanbod en in hun manier van werken.


Schoolreglement

 

 

Inhoud

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2  Engagementsverklaring

Hoofdstuk 3 Sponsoring

Hoofdstuk 4 Kostenbeheersing

Hoofdstuk 5 Extra-murosactiviteiten

Hoofdstuk 6 Huiswerk, agenda’s, evaluatie, rapporten en schoolloopbaan

Hoofdstuk 7 Afwezigheden en te laat komen

Hoofdstuk 8 Schending van de leefregels,preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting

Hoofdstuk 9 Getuigschrift basisonderwijs

Hoofdstuk 10 Onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs

Hoofdstuk 11 Schoolraad,ouderraad en leerlingenraad

Hoofdstuk 12 Leerlingengegevens en privacy

Hoofdstuk 13 ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school, gebruik van Smartphone, eigen tablet/laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media

Hoofdstuk 14 Absoluut en permanent algemeen rookverbod

Hoofdstuk 15 Leerlingenbegeleiding

 


Hoofdstuk 1    Algemene Bepalingen

 

Artikel 1

Het schoolreglement regelt de verhouding tussen leerlingen en hun ouders enerzijds en de school/het schoolbestuur anderzijds.

 

Artikel 2

De ouders ondertekenen het schoolreglement, de infobrochure en het pedagogisch project van de school voor akkoord. Dit is een inschrijvingsvoorwaarde.

Het schoolreglement wordt door de directeur voorafgaand aan elke inschrijving van de leerling schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen (schoolwebsite, e-mail, …) ter beschikking gesteld. Bij elke wijziging van het schoolreglement informeert de directeur de ouders schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen. De ouders verklaren zich opnieuw schriftelijk akkoord. Indien de ouders zich met de wijziging niet akkoord verklaren, dan wordt aan de inschrijving van het kind een einde gesteld op 31 augustus van het lopende schooljaar. De school vraagt de ouders of ze ook een papieren versie van het schoolreglement en/of eventuele wijzigingen wensen en stelt deze ter beschikking.

 

Artikel 3

Dit schoolreglement eerbiedigt de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder.

 

Artikel 4

Voor de toepassing van dit schoolreglement wordt verstaan onder:

 

 Aangetekend: met aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs.

 

 Extra-murosactiviteiten: activiteiten van één of méér schooldagen die plaatsvinden buiten de schoolmuren en worden georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen.

 

 Klassenraad: team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur samen de verantwoordelijkheid draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling.

 

 Leerlingen: de kinderen die regelmatig zijn ingeschreven in de basisschool.

 

 Regelmatige leerling:

- in het lager onderwijs of als zes- en zevenjarige in het kleuteronderwijs: altijd aanwezig, behalve bij gewettigde afwezigheid

 

- vijfjarige in het kleuteronderwijs: voldoende aanwezig (minstens 290 halve dagen)

 

- deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor de leerlingengroep of de leerling worden georganiseerd, behoudens vrijstelling. Deelnemen aan het taalbad of een ander taalintegratietraject wordt beschouwd als een onderwijsactiviteit die voor de leerlingengroep of de leerling wordt georganiseerd.

 

 Toelatingsvoorwaarden:

 

Om toegelaten te worden in het kleuteronderwijs moet een kind ten minste twee en een half jaar oud zijn. Als een kleuter, op het moment van de inschrijving nog geen drie jaar is, kan hij in het basisonderwijs slechts toegelaten worden op één van de volgende instapdagen:

 

- de eerste schooldag na de zomervakantie;

- de eerste schooldag na de herfstvakantie;

- de eerste schooldag na de kerstvakantie;

- de eerste schooldag van februari;

- de eerste schooldag na de krokusvakantie;

- de eerste schooldag na de paasvakantie;

- de eerste schooldag na Hemelvaart.

 

Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen:

 

1° het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode ten minste 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn (halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid)

 

2° een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling voorafgaand aan de instap in het gewoon lager onderwijs kleuteronderwijs gevolgd heeft. Dit advies behelst de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten.

 

3° bij ongunstig advies van de klassenraad van de kleuterschool: een toelating door de klassenraad van de school waar de leerling het gewoon lager onderwijs wil volgen. Leerlingen met een ongunstig advies worden enkel toegelaten tot het gewoon lager onderwijs mits deze leerlingen een taaltraject doorlopen.

 

4° voor leerlingen die geen kleuteronderwijs gevolgd hebben, beslist de klassenraad van de school voor lager onderwijs na een taalscreening of deze leerling al dan niet toelating krijgt tot het reguliere traject, of een taalbad in het gewoon lager onderwijs volgt.

 

Een jaar vroeger naar het lager onderwijs:

 

Als vijfjarigen worden beschouwd, al wie vijf jaar geworden is vóór 1 januari van het lopende schooljaar.

 

Er zijn twee mogelijke situaties:

 

1. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in    een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:

 

 Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.

 bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands: een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs en het volgen van een taalintegratietraject in het lager onderwijs.

 bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen: een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs.

 

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

 

2. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs :

 een gunstige beslissing van de klassenraad van de school voor lager    onderwijs

 de klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject en/of taalintegratietraject’.

 

 

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na toelating door de klassenraad lager onderwijs, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

 

Voor zij-instromers van 7 jaar of ouder gelden de bovenstaande voorwaarden niet.

 

 Leerlingengroep: een aantal leerlingen dat samen voor een bepaalde periode eenzelfde opvoedings- of onderwijsactiviteit volgt.

 

 Ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de   minderjarige onder hun bewaring hebben.

 

 Pedagogisch project: het geheel van de fundamentele uitgangspunten dat door een schoolbestuur voor een school en haar werking wordt bepaald.

 

10° School: het pedagogisch geheel, waar onderwijs wordt georganiseerd en dat onder leiding staat van de directeur.

 

11° Schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor de sch(o)ol(en) van de gemeente, nl. de gemeenteraad. Inzake daden van dagelijks beheer is het college van burgemeester en schepenen bevoegd.

 

12° Schoolraad: is een officieel inspraakorgaan waarin ouders, personeel, en personen van de lokale gemeenschap vertegenwoordigd zijn.

 

13° Werkdag: weekdagen van maandag tot vrijdag, met uitzondering van feestdagen en dagen die vallen tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie.

 

14° Schooldag: een dag waarop leerlinggebonden activiteiten georganiseerd zijn, met uitzondering van zaterdag, zondag en de schoolvakanties.

 

 

Hoofdstuk 2  Engagementsverklaring

 

Artikel 5

Ouders hebben hoge verwachtingen van de school voor de opleiding en opvoeding van hun kinderen. Onze school zet zich elke dag in om dit engagement waar te maken, maar hiervoor rekenen we ook op de vlotte steun van de ouders. Daarom maken we in onderstaande engagementsverklaring wederzijdse afspraken. Zo weten we duidelijk wat we van elkaar mogen verwachten.

 

§ 1  Oudercontacten

 

De ouder(s) woont (wonen) de oudercontacten bij.

De school organiseert daartoe op geregelde tijdstippen oudercontacten. De ouders en de school zelf kunnen op eigen initiatief bijkomende oudercontacten voorstellen.

Via de afsprakennota (infobrochure) vernemen de ouders hoe dit in de praktijk in zijn werk gaat.

 

§ 2 Voldoende aanwezigheid

 

De ouders sturen hun kind elke schooldag en op tijd naar school, dit verhoogt de kansen op schoolse successen.

De voldoende aanwezigheid speelt een rol in het toekennen van de schooltoelage.

In het geval een kind problematisch (ongewettigd) afwezig is, zal de school contact opnemen met de ouders.

Vanaf 5 halve dagen onwettige afwezigheid, moet de school het CLB inschakelen.

 

§3  Deelnemen aan individuele begeleiding

 

Sommige kinderen hebben nood aan een individuele begeleiding. Voor kinderen die daar nood aan hebben werkt de school vormen van individuele ondersteuning uit en ze maakt daarover afspraken met de ouders zoals voorzien in het zorgbeleid.

De ouders ondersteunen op een positieve manier de maatregelen die in samenspraak genomen zijn.

 

§4 Nederlands is de onderwijstaal van de school

 

Niet alle ouders voeden hun kind op in het Nederlands. Dit kan ertoe leiden dat hun kind het wat moeilijker heeft bij het leren. Wij verwachten een bewuste keuze voor een volledige onderwijsloopbaan in het Nederlands. De slaagkansen moeten voldoende groot zijn. Om het kind de nodige ondersteuning te kunnen geven, verwachten wij dat minstens één van beide ouders behoorlijk Nederlands praat. Wij als school engageren er ons toe om alle kinderen zo goed mogelijk te begeleiden bij hun taalontwikkeling.

 

Wij verwachten van de ouders dat ze er alles aan doen om hun kind, ook in de vrije tijd, te simuleren bij het leren van Nederlands.

 Ouders moedigen hun kinderen aan om Nederlands te leren

 Ouders ondersteunen de initiatieven en de maatregelen die de school neemt om                             de eventuele taalachterstand van hun kind(eren) weg te werken.

 Zorgen voor een Nederlandstalige begeleiding van hun kind bij het maken van de                             huistaken en het leren van lessen

 Bij elk contact met de school zelf Nederlands praten of ervoor zorgen dat er een                             familielid of kennis aanwezig is om te vertalen.

 Binnen de school en bij elke schoolactiviteit Nederlands praten met hun kind, met                             andere kinderen, met het schoolpersoneel en de andere ouders.

 

 

Hoofdstuk 3  Sponsoring

 

Artikel 6

§ 1 De school werkt voor het bereiken van de eindtermen en het nastreven van                              ontwikkelingsdoelen met de middelen die door de Vlaamse Gemeenschap en door                             het schoolbestuur ter beschikking worden gesteld.

 

§ 2 Om de bijdragen van de ouders voor niet-eindterm gebonden onderwijskosten te                             beperken, kan de school gebruik maken van geldelijke en niet-geldelijke                                           ondersteuning door derden.

 

§ 3 Dergelijke ondersteuning in de vorm van mededelingen die rechtstreeks of                              onrechtstreeks tot doel hebben de verkoop van producten of diensten te                                           bevorderen, kan enkel in geval van facultatieve activiteiten en na overleg in de                             schoolraad.

 

§ 4 De school zal in geval van dergelijke ondersteuning enkel vermelden dat de                              activiteit of een gedeelte van de activiteit ingericht werd door middel van een gift,               een schenking, een gratis prestatie of een prestatie verricht onder de reële prijs                             door een bij name genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke                                           vereniging.

 

§ 5 De bedoelde mededelingen kunnen enkel indien:

 

 deze mededelingen verenigbaar zijn met de pedagogische en                               onderwijskundige taken en doelstellingen van de school;

 deze mededelingen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de                               betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang               brengen.

 

§ 6 In geval van vragen of problemen met betrekking tot de geldelijke of                               niet-geldelijke ondersteuning door derden, richt men zich tot het schoolbestuur.

 

 

Hoofdstuk 4  Kostenbeheersing

 

Het schoolbestuur bepaalt jaarlijks of wanneer de noodzaak zich voordoet, na overleg in de schoolraad

 1. de bedragen van de scherpe maximumfactuur;

 2. het bedrag van de minder scherpe maximumfactuur;

 3. de bedragen van de facultatieve uitgaven (bijdrageregeling);

 4. een lijst en tarieven van de basisuitrusting;

 5. de modaliteiten en de periodiciteit van de betalingen (minstens 3 keer,                                           verspreid over een schooljaar).

 

Artikel 7

 

§ 1  Kosteloos

Het schoolbestuur vraagt geen direct of indirect inschrijvingsgeld.

Het schoolbestuur vraagt geen bijdrage voor onderwijs gebonden kosten die noodzakelijk zijn om een eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven.

 

De school stelt gratis materialen ter beschikking, maar ze blijven eigendom van de school. De school houdt zich aan de lijst van materialen van het ministerie van onderwijs. Beschadiging of verlies van dit schoolmateriaal door de leerling moet vergoed worden. Bij het begin van het schooljaar krijgt elke leerling een klaslijst met materiaal dat we aanraden om zelf aan te schaffen voor het gebruik bij huistaken en lessen.             

 

 

§ 2 Scherpe maximumfactuur

 

Het schoolbestuur kan echter een beperkte bijdrage vragen voor kosten die ze maakt om de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen te verlevendigen.

Dit gebeurt steeds na overleg met de schoolraad.

Het gaat over volgende bijdragen :

1. de toegangsprijs voor het zwembad, met uitzondering van de leerlingengroep                                           waarvoor   de toegangsprijs door de Vlaamse Gemeenschap wordt gedragen. Op                             onze school = 1ste leerjaar;

2. de toegangsprijs bij pedagogisch-didactische uitstappen;

3. de deelnamekosten bij eendaagse extra-murosactiviteiten;

4. de vervoerskosten bij pedagogisch-didactische uitstappen, eendaagse                                            extra-murosactiviteiten en zwemmen, met uitzondering van de leerlingengroep                             waarvoor de vervoerkosten naar het zwembad door de Vlaamse Gemeenschap                             worden gedragen;

5. de aankoopprijs van turn- en zwemkledij;

6. de kosten voor occasionele activiteiten, projecten en feestactiviteiten;

 

Maximumbijdrage per schooljaar:

Kleuter: 45 euro

Leerling lager onderwijs: 90 euro

 

§ 3 Minder scherpe maximumfactuur

 

Voor meerdaagse extra-murosactiviteiten kan enkel in de lagere school een bijdrage gevraagd worden. Dit gebeurt na overleg met de schoolraad.

 

Deze bijdrage mag maximaal 450 euro bedragen voor de volledige schoolloopbaan lager onderwijs.

 

 

§ 4 Bijdrageregeling

 

De school biedt volgende diensten en materialen aan tegen betaling:

 

1. vervoer en deelname aan buitenschoolse activiteiten (o.a. Stichting Vlaamse                                           Schoolsport);

2. voor- en naschoolse opvang

3. naschoolse studie (L3-L6)

4. maaltijden en dranken;

5. abonnementen voor tijdschriften;

6. klasfoto’s;

7. steunacties.

 

De ouders kiezen of ze hier gebruik van maken of niet. De school gebruikt deze materialen/diensten niet in haar activiteiten en lessen.

 

§ 5 Basisuitrusting

 

De basisuitrusting valt ten laste van de ouders. De ouders krijgen een overzicht op de infovergadering in september. Turnkledij, voorzien van het logo van de school, wordt via de school aangekocht.

 

 

§ 6 Betalingen

 

Ouders zijn, ongeacht hun burgerlijke staat, hoofdelijk gehouden tot het betalen van de schoolrekening. De school kan elke ouder afzonderlijk aanspreken voor het geheel van de schoolrekening . De school kan niet verplicht worden rekening te houden met overeenkomsten die ouders getroffen hebben of door de rechtbank werden bepaald over de kosten en de opvoeding van de kinderen. Die regelingen zijn immers niet tegenstelbaar aan derden, zoals de school.

De school hoeft geen gesplitste facturen te maken. Als ouders het wensen, krijgen ze beiden een identieke schoolrekening. Beide ouders blijven elk het resterende bedrag verschuldigd, tot de rekening betaald is.

 

Het schoolbestuur kan in uitzonderlijke omstandigheden, na advies van de directie en in samenspraak met de ouders, een van de volgende afwijkingen op de leerlingenbijdragen toestaan:

 1. spreiding van betaling;

 2. uitstel van betaling;

 In geval van vragen en problemen omtrent de bijdrage richt men zich tot de                              directie.

 

Alle uitgaande facturen vermelden de factuurvoorwaarden. Deze voorwaarden zijn de volgende:

 

Artikel 1: De factuur is betaalbaar binnen een termijn van 30 dagen volgend op de factuurdatum. Voor

klachten of bezwaren kunt u bij de directie terecht of bij de ontvanger/financieel beheerder van het

gemeentebestuur van Drogenbos, met vermelding van het factuurnummer en het bedrag van de betwiste factuur.

 

Artikel 2: Als de factuur niet betaald wordt, zal een eerste kosteloze aanmaning voor de openstaande niet-fiscale ontvangst, na een termijn van 30 dagen volgend op de factuurdatum, verstuurd worden.

Hierbij wordt een nieuwe bijkomende betaaltermijn van 15 dagen toegekend vanaf de verzending van de aanmaning.

 

Artikel 3: Indien na de eerste aanmaning niet betaald wordt, verzendt de dienst financiën een tweede en aangetekende aanmaning met een betaaltermijn van 15 dagen en de vermelding dat in de volgende fase een dwangbevel zal worden overgemaakt bij deurwaardersexploot ingeval het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn of niet redelijk en gegrond wordt

 

Artikel 4: Indien de niet-fiscale schuldvordering na de tweede aanmaning niet betaald is en niet betwist wordt, vaardigt de ontvanger/financieel beheerder een dwangbevel uit (gemeentedecreet, art. 94) dat betekent wordt bij gerechtsdeurwaarderexploot. De invorderingskosten die hiervan het gevolg zijn, zijn ten laste van de debiteur.

 

Artikel 5: De betaling van betwiste niet-fiscale ontvangsten, vermeerderd met de innings- en administratiekosten, zal afgedwongen worden via de burgerlijke rechtspleging en het college van burgemeester en schepenen zal hiertoe een raadsman aanstellen ter verdediging en vrijwaring van de financiële belangen van de gemeente.

 

Artikel 6: Er wordt een retributie geheven voor de innings- en aanmaningskosten van openstaande niet-fiscale ontvangsten. De retributie wordt als volgt vastgesteld:

- gratis voor het opmaken van de oorspronkelijke factuur en de eerste aanmaning ;

- 5,00 EUR administratiekosten voor de opmaak en verzending van de                               aangetekende tweede (en laatste) aanmaning.

 

 

Hoofdstuk 5  Extra-murosactiviteiten

 

Artikel 8

Extra-murosactiviteiten zijn activiteiten van één of meerdere schooldagen die plaats vinden buiten de schoolmuren en worden georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen.

De school streeft ernaar dat alle leerlingen deelnemen aan de extra-murosactiviteiten, aangezien ze deel uitmaken van het leerprogramma.

De ouders worden tijdig geïnformeerd over de geplande extra-murosactiviteiten.

Ouders hebben echter het recht om hun kinderen niet mee te laten gaan op extra-murosactiviteiten van een volledige dag of meer. Ze moeten deze weigering schriftelijk kenbaar maken aan de school.

Als de leerling niet deelneemt dan moet de leerling toch op school aanwezig zijn. Voor deze leerlingen voorziet de school een aangepast programma.

Activiteiten die volledig buiten de schooluren georganiseerd worden, vallen hier niet onder.

 

 

Hoofdstuk 6 Huiswerk, agenda’s, rapporten, evaluatie en schoolloopbaan

 

Artikel 9 Huiswerk

 

Huistaken zijn opdrachten na schooltijd uit te voeren, o.m. mondelinge en schriftelijke opdrachten, leren van lessen, opzoeken van documentatie…

De huiswerken worden genoteerd in de schoolagenda. Indien een leerling zijn huiswerk vergeet, kan de klastitularis de nodige maatregelen nemen.

 

Doeleinden bij huistaken of lessen

 

De klastitularis geeft huistaken om de leerstof / techniek verder in te oefenen. Via het leren van “lessen” kan de leerstof worden herhaald en verdiept. Huistaken / lessen bevorderen, mits ondersteuning in de klas, het zelfstandig werken van het kind.

 

In welke leerlingengroepen

 

Van de eerste tot de zesde klas kunnen de leerlingen huistaken en lessen mee naar huis krijgen. Ook kan het gebeuren dat ze een onafgewerkte oefening thuis moeten afwerken. Volgens leeftijdsgroep krijgen de leerlingen op woensdag en vrijdag al dan niet huistaken/lessen, eventueel kunnen af te werken oefeningen en lessen meegegeven worden.

 

Wat indien het kind zijn huiswerk niet begrijpt

 

De ouders kunnen contact nemen met de klastitularis, eventueel gebruik maken van de schoolagenda.

 

 

Artikel 10 Agenda

 

Doel: de schoolagenda (L.O.) en het heen-en-weerkaftje (K.O.) zijn het communicatiemiddel tussen de ouders en de school.

In de kleuterklassen hebben de kleuters een heen-en-weerkaftje/boekje met mededelingen van de kleuterleerkracht aan de ouders. Er is ook ruimte voorzien voor mededelingen van de ouders aan de kleuterleerkracht.

 

In het lager onderwijs krijgen de leerlingen een schoolagenda. Hierin worden de taken en lessen van de leerlingen en mededelingen voor de ouders dagelijks genoteerd. Er is ook ruimte voorzien voor mededelingen van leerlingen en ouders aan de klastitularis.

 

De ouders of de personen die het kind na schooltijd opvangen en de klastitularis ondertekenen dagelijks of wekelijks de schoolagenda of het heen-en-weerschrift.

 

 

Artikel 11 Evaluatie en rapport

 

Een samenvatting van de evaluatiegegevens van de leerling wordt neergeschreven in een rapport. Dit rapport wordt bezorgd aan de ouders, die ondertekenen voor kennisneming. Het rapport wordt ondertekend terugbezorgd aan de groepsleraar.

Aan de hand van de toetsen, het dagelijks werk en de observaties, evalueren we in welke mate de leerlingen de aangeboden leerstof beheersen of waar verdere ondersteuning nog nodig lijkt. De ouders kunnen de toetsen inzien, zodat zij de evaluatie van hun kind kunnen volgen.

 

Een synthese van de evaluatiegegevens van de leerling wordt neergeschreven in een rapport.

 

Er is een herhalingsrapport voorzien en één rapport per trimester. De data van de rapporten krijgen de ouders in een overzicht bij het begin van elk schooljaar. Deze rapporten worden ondertekend door de leerkracht en de directie. De ouders krijgen het rapport ter inzage, ondertekenen het en bezorgen het zo vlug mogelijk terug aan de leerkracht.

Kinderen die een vrijstelling bekomen hebben voor de cursussen godsdienst - zedenleer worden door de school niet geëvalueerd over de studie van hun eigen religie, filosofie of moraal.

 

Artikel 12 Schoolloopbaan

 

§ 1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders                             van de leerling de eindbeslissing inzake:

 

- de overgang van kleuter- naar lager onderwijs, na kennisneming van en                             toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het CLB;

- een jaar langer in het kleuteronderwijs, na kennisname en toelichting bij                             de adviezen van de klassenraad en het CLB;

- het volgen van nog één schooljaar lager onderwijs, als de leerling 14 jaar                             wordt voor 1 januari van het lopende schooljaar, en dit na kennisneming                             van en toelichting bij het gunstig advies van de klassenraad en het advies                             van het CLB.

 

§ 2 Een leerling die een jaar te vroeg  wil instappen in het lager onderwijs (5 jaar ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar) wordt enkel ingeschreven, na advies van het CLB en na toelating van de klassenraad. Geeft de klassenraad geen toelating, dan vervalt het beslissingsrecht van de ouders.

 

§ 3 In alle andere gevallen neemt de school de eindbeslissing inzake het al dan niet zittenblijven of versnellen van de leerling.

Een school die beslist het leerproces van een leerling te onderbreken door deze leerling het aanbod van het afgelopen schooljaar gedurende het daaropvolgende schooljaar nogmaals  te laten volgen, neemt deze beslissing na overleg met het CLB. De beslissing wordt  aan de ouders schriftelijk gemotiveerd en mondeling toegelicht. De school deelt mee welke bijzondere aandachtspunten er in het daaropvolgende schooljaar voor de leerling zijn. In het leerlingendossier bewaart de school de adviezen van de klassenraad en het CLB en/of het bewijsstuk waaruit blijkt dat ouders kennis hebben genomen en toelichting hebben gekregen bij het advies van de klassenraad en CLB.

 

 

Hoofdstuk 7  Afwezigheden en te laat komen

 

 

Artikel 13 Afwezigheden

 

Zowel voor kleuters als voor leerlingen lager onderwijs is een voldoende aanwezigheid noodzakelijk  voor een vlotte schoolloopbaan.

Ouders melden de afwezigheden telefonisch/schriftelijk aan de directeur, bij voorkeur vóór de start van de schooldag (8.25 u.)

 

§ 1 Kleuteronderwijs

 

Er is geen medisch attest nodig voor afwezigheden van kleuters.

 

Voor leerlingen in het kleuteronderwijs die vijf jaar worden voor 1 januari van het schooljaar is er een leerplicht van minimaal 290 halve dagen aanwezigheid per schooljaar. Voor de berekening van dat aantal halve dagen aanwezigheid in functie van de leerplicht en de regelmatigheid van de leerling kunnen de afwezigheden die door de directie als aanvaardbaar geacht worden meegerekend worden.

 

Voor zes- en zevenjarigen in het kleuteronderwijs of een vijfjarige die vervroegd instapt in het lager onderwijs, moet de afwezigheden wettigen volgens dezelfde regels als in het lager onderwijs.

 

 

§ 2 Lager onderwijs

 

 Afwezigheid wegens ziekte:

 

 a) een verklaring van ziekte ondertekend en gedateerd door een ouder. Dit kan                             hoogstens vier maal per schooljaar worden ingediend. De verklaring vermeldt de                             naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en                             de vermoedelijke einddatum.

 

 b) een medisch attest:

- als de ouders al vier maal in een schooljaar zelf een verklaring wegens ziekte hebben ingediend;

- bij een afwezigheid wegens ziekte van meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen;

 

 Afwezigheid van rechtswege:

 

 Bij een afwezigheid van rechtswege bezorgen de ouders aan de directeur of de                             groepsleraar een ondertekende verklaring of een officieel document. De verklaring               vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de                             begindatum en de vermoedelijke einddatum. Het gaat om volgende gevallen:

- het bijwonen van een familieraad;

- het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van een persoon               die onder hetzelfde dak woont als de leerling of van een bloed- of                                           aanverwant van de leerling;

- de oproeping of dagvaarding voor de rechtbank;

- het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere                             jeugdzorg en de jeugdbescherming;

- de onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht;

- het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet                                           erkende levensbeschouwelijke overtuiging van een leerling.

- het actief deelnemen in het kader van een individuele selectie of                              lidmaatschap van een vereniging als topsportbelofte aan sportieve                                           manifestaties. Maximaal 10 al dan niet gespreide halve schooldagen per                             schooljaar.

 

 Afwezigheid mits voorafgaandelijke toestemming van de directeur:

 

Bij een afwezigheid met toestemming van de directeur bezorgen de ouders aan de directeur een ondertekende verklaring of een officieel document. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum.

 

 Afwezigheid wegens verplaatsingen van de trekkende bevolking:

 

In uitzonderlijke omstandigheden kan de afwezigheid van kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners gewettigd zijn om de ouders te vergezellen tijdens hun verplaatsingen.

De afspraken over de modaliteiten aangaande het onderwijs op afstand en aangaande de communicatie tussen de school en de ouders worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de directeur en de ouders.

 

 Afwezigheden voor topsport voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek mits toestemming van de directie:

 

Deze categorie afwezigheden kan slechts worden toegestaan voor maximaal zes lestijden per week (verplaatsingen inbegrepen) en kan enkel als de school voor de betrokken topsportbelofte over een dossier beschikt dat volgende elementen bevat:

- een gemotiveerde aanvraag van de ouders;

- een verklaring van een bij de Vlaamse sportfederatie aangesloten sportfederatie;

- een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum               van de Vlaamse Gemeenschap;

- een akkoord van de directie.

 

6° Afwezigheden omwille van revalidatie tijdens de lestijden:

 

a) de afwezigheid omwille van revalidatie na ziekte of ongeval, en dit gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen.

 

Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat minstens de volgende elementen bevat:

- een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet                                           plaatsvinden;

- een medisch attest waaruit de noodzakelijkheid, de frequentie en de duur  van de                             revalidatie blijkt;

- een advies, geformuleerd door het CLB, na overleg met de klassenraad en de                                           ouders;

- een toestemming van de directeur voor een periode die de duur van de                              behandeling, vermeld in het medisch attest, niet kan overschrijden.

  

Uitzonderlijk kunnen de 150 minuten overschreden worden, mits gunstig advies van de arts van het CLB, in overleg met de klassenraad en de ouders.

 

b) de afwezigheid gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen van leerlingen met een specifieke onderwijsgerelateerde behoefte waarvoor een handelingsgericht advies is gegeven .

 

Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat ten minste de volgende elementen bevat:

- een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet                                           plaatsvinden;

- een advies, geformuleerd door het CLB in overleg met de klassenraad en de                              ouders;

- een samenwerkingsovereenkomst tussen de school en de revalidatieverstrekker.                             De revalidatieverstrekker bezorgt op het einde van elk schooljaar een                                                         evaluatieverslag;

- een toestemming van de directeur, die jaarlijks vernieuwd en gemotiveerd moet                             worden, rekening houdend met het evaluatieverslag waarvan sprake in punt 3).

 

In uitzonderlijke omstandigheden en mits gunstig advies van het CLB in overleg met de klassenraad en de ouders, kan de maximumduur van 150 minuten voor leerplichtige kleuters uitgebreid worden tot 200 minuten, verplaatsing inbegrepen.

 

Voor leerlingen die vallen onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs kan de afwezigheid maximaal 250 minuten per week bedragen, verplaatsing inbegrepen.

 

7° Afwezigheden omwille van preventieve schorsing en tijdelijke en definitieve uitsluiting:

 

Een afwezigheid omwille van een preventieve schorsing, een tijdelijke of definitieve uitsluiting en waarbij de school gemotiveerd heeft dat opvang in de school niet haalbaar is, is een gewettigde afwezigheid.

 

 

§ 3 Problematische afwezigheden

 

Alle afwezigheden die niet zijn opgesomd of niet kunnen worden gewettigd zoals beschreven onder

§ 2 worden ten aanzien van de leerling beschouwd als problematische afwezigheden. Ook afwezigheden gewettigd door een twijfelachtig medisch attest, met name de ‘dixit’ -attesten, geantidateerde attesten en attesten die een niet-medische reden vermelden, worden als problematische afwezigheden beschouwd.

 

In deze gevallen zal de directeur contact opnemen met de ouders. De ouders kunnen deze afwezigheid alsnog wettigen. Vanaf vijf halve schooldagen problematische afwezigheden heeft de school een meldingsplicht ten opzichte van het CLB. Het CLB voorziet begeleiding voor de betrokken leerling, in samenwerking met de school.

 

 

Artikel 14  Te laat komen

 

§ 1 Het is niet prettig dat kinderen te laat komen. Het klasgebeuren is dan volop bezig en het is voor hen dan ook moeilijk aan te sluiten bij de les. Wij vragen u dan ook uitdrukkelijk ervoor te zorgen dat de kinderen op tijd in de school zijn.

Ook voor de kleuters vragen wij u de begin- en einduren te respecteren. Kleuters vinden het niet leuk in het klasje te komen als de activiteiten reeds begonnen zijn. In de kleuterschool werken we met een “Op tijd naar school-kaart”. De datum wordt genoteerd als een kleuter, zonder verwittigen, te laat op school komt. De kaart wordt op regelmatige basis besproken met de ouders.

Een leerplichtige leerling die toch te laat komt, begeeft zich zo spoedig mogelijk naar de klasgroep/directie. De directie of klasverantwoordelijke geeft hiervan kennis in de schoolagenda.

Kleuters en leerlingen die te laat komen, wachten aan de deur tot 8.40 uur.

Regelmatig zullen er prikacties gehouden worden aan de schoolpoort om de telaatkomers te registreren. Bij frequente telaatkomers kunnen er maatregelen genomen worden.

 

§ 2 In uitzonderlijke gevallen kan een leerling die daarvoor een gewettigde reden heeft, de school   voor het einde van de schooldag verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de directeur.

 

 

Hoofdstuk 8 Schending van de leefregels, preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting

 

Artikel 15 Leefregels

 

Ouders stimuleren hun kind om de leefregels van de school na te leven. Deze zijn terug te vinden in de afsprakennota en in de agenda’s/heen-en weerschriften. De leefregels worden overlopen met de ouders op de infovergadering in september.

 

Artikel 16 Schending van de leefregels en ordemaatregelen

 

§ 1 Indien een leerling door zijn gedrag de leefregels schendt of de goede orde in de school in het gedrang brengt, kunnen maatregelen worden genomen.

 

§ 2 Deze maatregelen kunnen zijn:

- een mondelinge opmerking;

- een schriftelijke opmerking in de schoolagenda of het heen-en-weerschrift die de                             ouders ondertekenen voor gezien;

- een extra taak die de ouders ondertekenen voor gezien;

 

Deze opsomming sluit niet uit dat een andere maatregel wordt genomen, aangepast aan het onbehoorlijk gedrag van de leerling.

Deze maatregelen kunnen worden genomen door de directeur of elk personeelslid van de school met een kindgebonden opdracht.

 

§ 3 Meer verregaande maatregelen kunnen zijn:

- een gesprek tussen de directeur en de betrokken leerling. De directeur maakt                             hiervan melding in de schoolagenda of het heen-en-weerschrift. De ouders                                           ondertekenen voor gezien.

 

- De groepsleraar en/of de directeur nemen contact op met de ouders en bespreken               het gedrag van de leerling. Van dit contact wordt een verslag gemaakt. Het                                           verslag wordt door de ouders ondertekend voor gezien;

 

- preventieve schorsing :

 

Een preventieve schorsing is een uitzonderlijke maatregel die de directeur voor een leerling in het lager onderwijs kan hanteren als bewarende maatregel om de leefregels te handhaven en om te kunnen nagaan of een tuchtsanctie aangewezen is. De leerling mag gedurende maximaal vijf opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. De directeur kan, mits motivering aan de ouders, beslissen om die periode eenmalig met maximaal vijf opeenvolgende schooldagen te verlengen indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen die eerste periode kan worden afgerond. De preventieve schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben en de school stelt de ouders in kennis van de preventieve schorsing. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

 

§ 4 Indien vermelde maatregelen niet het gewenste effect hebben, kan een                              individueel begeleidingsplan met meer bindende gedragsregels worden vastgelegd               door de directeur.

Dit moet ertoe bijdragen dat een goede samenwerking met personeelsleden en/of medeleerlingen opnieuw mogelijk wordt.

Dit begeleidingsplan wordt opgesteld door de groepsleraar, de zorgcoördinator en de directeur. Het wordt steeds besproken met de ouders. Het wordt van kracht van zodra de ouders het begeleidingsplan ondertekenen voor akkoord.

Indien de ouders niet akkoord gaan met het individueel begeleidingsplan, kan de directeur onmiddellijk overgaan tot het opstarten van een tuchtprocedure.

 

§ 5 Tegen geen enkele van deze maatregelen is er beroep mogelijk.

 

 

Artikel 17 Tuchtmaatregelen: tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen

 

§ 1 Het onbehoorlijk  gedrag van een leerling kan uitzonderlijk een tuchtmaatregel                             noodzakelijk maken.

 

§ 2 Een tuchtmaatregel kan worden opgelegd indien de leerling:

- het verstrekken van opvoeding en onderwijs in gevaar brengt;

- de verwezenlijking van het pedagogisch project van de school in het gedrang                                           brengt;

- ernstige of wettelijk strafbare feiten pleegt;

- zich niet houdt aan het eventueel opgesteld individueel begeleidingsplan;

- de naam van de school of de waardigheid van het personeel aantast;

- de school materiële schade toebrengt.

 

§ 3 Tuchtmaatregelen zijn:

 

Tijdelijke uitsluiting

 

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, een leerling in het lager onderwijs tijdelijk uitsluiten. Een tijdelijke uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde leerling gedurende minimaal één schooldag en maximaal vijftien opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen. Een nieuwe tijdelijke uitsluiting kan enkel na een nieuw feit. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

 

Definitieve uitsluiting.

 

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, een leerling in het lager onderwijs definitief uitsluiten. Een definitieve uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde leerling wordt uitgeschreven op het moment dat die leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk één maand, vakantieperioden tussen 1 september en 30 juni niet inbegrepen.

 

In afwachting van een inschrijving in een andere school mag de gesanctioneerde leerling de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

 

§ 4 Er is geen mogelijkheid tot collectieve uitsluiting: elke leerling wordt afzonderlijk                             worden behandeld.

 

§ 5 Het schoolbestuur kan de inschrijving weigeren in een school waar de betrokken                             leerling het huidige, vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd               uitgesloten.

 

 

Artikel 18 Tuchtprocedure

 

§ 1 De directeur kan beslissen tot een tijdelijke of definitieve uitsluiting.

 

§ 2 De directeur volgt daarbij volgende procedure:

 

1° het voorafgaandelijke advies van de klassenraad moet worden ingewonnen. In geval van de intentie tot een definitieve uitsluiting moet de klassenraad uitgebreid worden met een vertegenwoordiger van het CLB die een adviserende stem heeft;

 

2° de intentie tot een tuchtmaatregel wordt na bijeenkomst van de klassenraad aangetekend aan de ouders bezorgd, binnen de drie schooldagen. De school verwijst in de kennisgeving naar de mogelijkheid tot inzage in het tuchtdossier, met inbegrip van het advies van de klassenraad, na afspraak.

De ouders hebben het recht om te worden gehoord, eventueel bijgestaan door een vertrouwenspersoon.

 

Dit gesprek moet uiterlijk vijf schooldagen na ontvangst van de kennisgeving plaatsvinden.

 

  De tuchtstraf moet in overeenstemming zijn met de ernst van de feiten.

 

4° De genomen beslissing van de directeur wordt schriftelijk gemotiveerd en binnen de drie schooldagen aangetekend  aan de ouders bezorgd. In dit aangetekend schrijven wordt de mogelijkheid vermeld tot het instellen van het beroep, alsook de bepalingen uit het schoolreglement die hier betrekking op hebben.

 

 

Artikel 19 Tuchtdossier

 

Een tuchtdossier van een leerling wordt opgesteld en bijgehouden door de directeur.

 

Het tuchtdossier omvat een opsomming van:

- de gedragingen

- de reeds genomen ordemaatregelen;

- de gedragingen die niet overeenstemmen met het individueel begeleidingsplan;

- de reacties van de ouders op eerder genomen maatregelen;

- het gemotiveerd advies van de klassenraad;

- het tuchtvoorstel en de bewijsvoering ter zake.

 

Artikel 20 Beroepsprocedure tegen definitieve uitsluiting

 

§ 1 Ouders kunnen een beslissing tot definitieve uitsluiting betwisten en kunnen een beroepsprocedure instellen. De ouders stellen het beroep in bij het schoolbestuur.

Dit beroep moet binnen de vijf schooldagen na kennisneming van de feiten aangetekend ingediend worden bij het schoolbestuur.

 

 Het beroep:

- wordt gedateerd en ondertekend

- vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met omschrijving en                              motivering van de ingeroepen bezwaren.

- kan aangevuld worden met overtuigingsstukken

 

§ 2 Het beroep wordt behandeld  door een beroepscommissie , opgericht door het                             schoolbestuur.

 

§ 3 De beroepscommissie bestaat uit een delegatie van twee externe leden en een                             delegatie van vier interne leden en wordt in functie van een concreet beroep                                           samengesteld door het college van burgemeester en schepenen.

 

§ 4 De voorzitter wordt door het College van burgemeester en schepenen onder de                             externe leden aangeduid.

 

Het schoolbestuur bepaalt de samenstelling van de beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

 

1° de samenstelling van de beroepscommissie kan per te behandelen dossier verschillen, maar kan binnen het te behandelen dossier niet wijzigen;

2° de samenstelling is als volgt:

- “interne  leden”, zijnde leden intern aan het schoolbestuur of intern aan de school waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, met uitzondering van de directeur die de beslissing heeft genomen;

Wordt verstaan onder lid van het schoolbestuur of de school en is dus een intern lid van de beroepscommissie in het gesubsidieerd gemeentelijk onderwijs:

- een lid van de gemeenteraad

- een lid van het college van burgemeester en schepenen

- (in voorkomend geval) een lid van de raad van bestuur van het autonoom                             gemeentebedrijf

- (in voorkomend geval ) een lid van het directiecomité van het autonoom                             gemeentebedrijf

- een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd  personeelslid                              aangesteld in de betrokken school :

◦in een ambt van het  bestuurspersoneel, het onderwijzend personeel    of het ondersteunend personeel

◦ ongeacht het volume of taakinvulling van de opdracht

◦ ongeacht effectieve prestaties worden geleverd of een vorm van dienstonderbreking / verlofstelsel, terbeschikkingstelling (TBS) of tijdelijk andere opdracht (TAO) loopt

-  een contractueel personeelslid van de betrokken school.

 

- externe leden”,  elk lid van de beroepscommissie dat geen lid is van het                             betrokken schoolbestuur én geen lid is van de betrokken school is een                                           extern lid van de beroepscommissie.

Personeelsleden van andere scholen van hetzelfde schoolbestuur (of een ander schoolbestuur) die niet aangesteld zijn in de betrokken school zijn externe leden.

 

In voorkomend geval en voor de toepassing van deze bepalingen:

a) wordt een persoon die vanuit zijn hoedanigheden zowel een intern lid als een extern lid is, geacht een intern lid te zijn;

b) wordt een lid van de ouderraad of, met uitzondering van het personeel, de school- raad van de school waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, geacht een extern lid te zijn, tenzij de bepaling vermeld in punt a) van toepassing is;

 

De werking van de beroepscommissie

Het schoolbestuur bepaalt de werking, met inbegrip van de stemprocedure, van een beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° elk lid van een beroepscommissie is in beginsel stemgerechtigd, met dien verstande dat bij stemming het aantal stemgerechtigde interne leden van de beroepscommissie en het aantal stemgerechtigde externe leden van de beroepscommissie gelijk moet zijn; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend;

2° elk lid van een beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen;

3° een beroepscommissie hoort de ouders in kwestie;

4° een beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing te komen, waaronder eventueel het horen van een of meer leden van de klassenraad die een advies over de definitieve uitsluiting heeft gegeven;

5° de werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van de individuele personeelsleden van het onderwijs;

6° een beroepscommissie oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het schoolreglement.

 

Het schoolbestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor deze beslissing van de beroepscommissie.

 

 

§ 5 Het beroep door een beroepscommissie kan leiden tot:

1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als:

a) de in het schoolreglement  opgenomen  termijn voor indiening van het beroep is overschreden;

b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement;

2° de bevestiging van de definitieve uitsluiting,

3° de vernietiging van de definitieve uitsluiting.

 

§ 6 Het resultaat van het beroep wordt gemotiveerd en aangetekend aan de ouders bezorgd binnen de drie schooldagen na de beslissing van de beroepscommissie. Bij de kennisgeving van de beslissing moeten de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State worden vermeld .

 

Termijn en modaliteiten:

 

Het verzoekschrift moet het opschrift "verzoekschrift tot nietigverklaring" dragen. Het moet worden ondertekend door de verzoekende partij of door haar advocaat. Het moet zeker de volgende gegevens en uiteenzettingen bevatten:

 de naam en het adres van elke verzoekende partij;

 een uitdrukkelijk gekozen woonplaats, dit is een adres in België dat zal worden                             gebruikt voor alle briefwisseling over het beroep;

 de beslissing waarvan de nietigverklaring wordt gevraagd;

 de verwerende partij, dit is de overheid die deze beslissing heeft genomen;

 een uiteenzetting van de feitelijke omstandigheden van de zaak;

 een uiteenzetting van de ‘middelen’, waarin wordt uitgelegd welke rechtsregels er                             werden geschonden en op welke wijze.

 

Er moet een kopie van de bestreden beslissing worden bijgevoegd. Als de verzoekende partij een rechtspersoon is, moet er een kopie worden bijgevoegd van de gepubliceerde statuten en van de gecoördineerde geldende statuten. Als het verzoekschrift van een rechtspersoon niet door een advocaat wordt ingediend, moet ook de beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon om het beroep in te dienen worden voorgelegd, evenals een kopie van de aanstelling van dat orgaan. De verplicht bij te voegen stukken, evenals alle andere stukken die ter staving van het beroep zouden worden bijgevoegd, moeten worden genummerd en worden opgenomen in een inventaris.

Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend verzonden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel wordt het ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek "e-procedure" op deze website). Bij een verzending per post moeten er naast het origineel verzoekschrift steeds drie eensluidend verklaarde afschriften worden bezorgd, te vermeerderen met een afschrift voor iedere verwerende partij. De beroepen tot nietigverklaring moeten worden ingediend binnen een vrij korte termijn van zestig dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van de beslissing.

Als er verplichte vermeldingen of bij te voegen stukken of afschriften ontbreken zal de behandeling zeker vertraging oplopen, en bestaat bovendien het risico dat het beroep onontvankelijk zal moeten worden bevonden, en dus niet zal kunnen worden behandeld.

Per verzoekende partij moet er een recht van 200 euro worden betaald binnen een termijn van 30 dagen. Na de ontvangst van het verzoekschrift bezorgt de griffie daartoe een overschrijvingsformulier.

 

§ 7 Bij overschrijding van deze vervaltermijn is de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege nietig.

 

§ 8 Het beroep schort de uitvoering van de beslissing tot definitieve uitsluiting niet op.

 

Hoofdstuk 9  Getuigschrift basisonderwijs 

 

Artikel 21 Het getuigschrift toekennen

 

Het schoolbestuur kan een getuigschrift basisonderwijs uitreiken, op voordracht en na beslissing van de klassenraad

Het getuigschrift wordt toegekend uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar, of na een beroepsprocedure.

 De regelmatige leerling ontvangt het getuigschrift basisonderwijs indien uit het leerlingendossier blijkt dat de leerling bij het voltooien van het lager onderwijs de doelen opgenomen in het leerplan in voldoende mate heeft bereikt.

 

Artikel 22 Het getuigschrift niet toekennen

 

Als de klassenraad het getuigschrift niet toekent, motiveert hij zijn beslissing op basis van het leerlingendossier en deelt het schoolbestuur dit uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar aangetekend mee aan de ouders.

 

Een leerling die het getuigschrift basisonderwijs niet behaalt, krijgt een verklaring met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde schooljaren lager onderwijs. Naast deze verklaring heeft de leerling recht op een schriftelijke motivering waarom het getuigschrift basisonderwijs niet werd toegekend, alsook aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan.

 

Ouders die niet akkoord gaan met deze beslissing, kunnen uiterlijk binnen de drie werkdagen een overleg vragen met de directeur De bedoeling van dit overleg is om alsnog tot een overeenkomst te komen zonder dat de formele beroepsprocedure opgestart moet worden.

Dit overleg vindt plaats binnen de twee werkdagen na de aanvraag tot gesprek.

 

De school kan dit overleg niet weigeren en er moet een schriftelijke verslag van gemaakt worden.

In dit verslag wordt meteen opgenomen of de directeur de klassenraad al dan niet opnieuw samenroept.

 

Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing (hetzij om de klassenraad niet bijeen te roepen, hetzij om het getuigschrift niet toe te kennen), dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie.

 

Indien de klassenraad bij zijn oorspronkelijke beslissing blijft, wordt zij opnieuw gemotiveerd en door het schoolbestuur aangetekend meegedeeld aan de ouders, uiterlijk binnen de drie werkdagen . Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie.

 

 

Artikel 23 Beroepsprocedure

 

§ 1 Ouders kunnen het niet-toekennen van een getuigschrift door de klassenraad                                           betwisten en kunnen een beroepsprocedure instellen, na voorgaande stappen,                             zoals beschreven in artikel 23.

Dit beroep moet door de ouders aangetekend en binnen de vijf werkdagen  ingediend worden bij het schoolbestuur.

Het beroep:

- wordt gedateerd en ondertekend;

- vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren;

- kan aangevuld worden met overtuigingsstukken;

§ 2 Het beroep wordt behandeld door een beroepscommissie, opgericht door het                                           schoolbestuur.

Het schoolbestuur stelt de beroepscommissie samen, met inachtneming van  volgende bepalingen:

1° de samenstelling kan per te behandelen dossier verschillen, doch kan binnen het te behandelen  dossier niet wijzigen;

 

2° de samenstelling is als volgt:

- interne leden”, zijnde leden van de klassenraad die besliste het getuigschrift basisonderwijs  niet toe te kennen, waaronder alleszins de directeur eventueel aangevuld met een lid van het schoolbestuur

- externe leden”, zijnde personen  die extern zijn aan dat schoolbestuur en extern  aan de school die besliste het getuigschrift basisonderwijs niet uit te reiken.

In voorkomend geval en voor de toepassing van deze bepalingen:

a) wordt een persoon die vanuit zijn hoedanigheden zowel een intern lid als een extern lid is, geacht een intern lid te zijn;

b) wordt een lid van de ouderraad of, met uitzondering van het personeel, de schoolraad van de school die besliste het getuigschrift basisonderwijs niet toe te kennen, geacht een extern lid te zijn, tenzij de bepaling vermeld in punt a) van toepassing is;

 

3° de voorzitter wordt door het schoolbestuur onder de externe leden aangeduid.

 

4° Het schoolbestuur bepaalt de werking, met inbegrip van de stemprocedure, van de beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° elk lid van een beroepscommissie is in beginsel stemgerechtigd, met dien verstande dat bij stemming het aantal stemgerechtigde interne leden van de beroepscommissie en het aantal stemgerechtigde externe leden van de beroepscommissie gelijk moet zijn; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend;

2° elk lid van een beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen;

3° een beroepscommissie hoort de ouders in kwestie;

4° een beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing te komen, waaronder eventueel het horen van een of meer leden van de klassenraad die het getuigschrift basisonderwijs niet toegekend heeft;

5° de werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van individuele personeelsleden van het onderwijs;

6° een beroepscommissie oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de reglementaire onderwijsbepalingen en met het schoolreglement”.

 

§ 3 De beroepscommissie komt bijeen uiterlijk tien werkdagen na het ontvangen van                             het beroep.

De beroepsprocedure wordt voor de duur van zes weken opgeschort met ingang van 11 juli.

 

§ 4 Het beroep door een beroepscommissie kan leiden tot:

1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als:

a) de in het schoolreglement opgenomen termijn voor indiening van het beroep is overschreden;

b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement;

2° de bevestiging van het niet toekennen van het getuigschrift basisonderwijs;

3° de toekenning van het getuigschrift basisonderwijs.

 

Het schoolbestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie.

 

§ 5 Het resultaat van het beroep wordt gemotiveerd en aangetekend aan de ouders bezorgd, gebracht, uiterlijk op 15 september daaropvolgend, met vermelding van de verdere beroepsmogelijkheid bij de Raad van State (termijn en modaliteiten-zie artikel 20-§6)

 

In de mate van het mogelijke wordt de beslissing vroeger dan de eerste schooldag van

september genomen, zodat de leerling op 1 september het schooljaar kan beginnen.

 

§ 6 De ouders kunnen zich gedurende de procedure laten bijstaan door een raadsman. Dit kan geen personeelslid van de school zijn.

 

 

Artikel 24

Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een schriftelijke motivering met inbegrip van bijzondere aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan, en een verklaring met de vermelding van het aantal en de gevolgde schooljaren lager onderwijs, afgeleverd door de directie.

 

Artikel 25

Het meegeven van het getuigschrift en rapport kan om geen enkele reden worden ingehouden, ook niet bij verzuim door de ouders van hun financiële verplichtingen.

 

 

Hoofdstuk 10 Onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs

 

Artikel 26

§ 1 Het onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs zijn kosteloos.

 

§ 2 Alle leerlingen van het basisonderwijs (kleuter- en lager onderwijs) die wegens                             ziekte langdurig of korte opeenvolgende periodes niet op school aanwezig kunnen               zijn, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op 4 lestijden onderwijs aan huis                             per week, synchroon internetonderwijs of een combinatie van beide.

 

§3 Voor tijdelijk onderwijs aan huis dienen volgende voorwaarden gelijktijdig te zijn                             vervuld:

1. de leerling is meer dan eenentwintig opeenvolgende kalenderdagen afwezig, vakantieperiodes meegerekend, wegens ziekte of ongeval, of de leerling is chronisch ziek en is negen halve dagen afwezig;

2. De ouders (of de personen die de minderjarige in rechte of in feite onder hun bewaring hebben) dienen een schriftelijke aanvraag in bij de directeur van de school.

3. de afstand tussen de school en de verblijfplaats van de betrokken leerling               bedraagt ten hoogste tien kilometer.

4. Bij een chronische ziekte kan het tijdelijk onderwijs aan huis ook gedeeltelijk op school georganiseerd worden. Dit is mogelijk na een akkoord tussen de ouders en de school en vindt plaats buiten de normale schooluren en niet tijdens de middagpauze.

 

§ 4 De aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis, gebeurt door de ouders, per brief                             of via een specifiek aanvraagformulier.

Bij die aanvraag gaat een medisch attest waarop de arts attesteert dat de leerling niet of minder dan halftijds naar school kan gaan (bij langdurige afwezigheid wegens ziekte of ongeval) of waarop de arts-specialist attesteert dat de leerling lijdt aan een chronische ziekte, maar wel onderwijs mag krijgen.

 

De aanvraag van de ouders en de medische vaststelling van de chronische ziekte door de arts-specialist moet niet bij elke afwezigheid of bij elke periode van 9 halve dagen afwezigheid opnieuw gebeuren, maar blijft geldig gedurende de volledige periode van de inschrijving van de leerling op de school.

 

§5 De school zal de ouders individueel op de hoogte brengen van het bestaan en de                             mogelijkheden van het TOAH, van zodra duidelijk is dat de leerling in aanmerking                             zal komen voor het TOAH. Kleuters, jonger dan 5 jaar, zijn nog niet leerplichtig,                             dit neemt niet weg dat ook de ouders van deze doelgroep geïnformeerd worden                             over TOAH.

Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, zal de school de dag na het ontvangen van de aanvraag en vanaf de tweeëntwintigste kalenderdag afwezigheid en voor de verdere duur van de afwezigheid van het kind, voor vier lestijden per week onderwijs aan huis verstrekken.

Bij chronisch zieke kinderen is onderwijs aan huis, mogelijk telkens het kind negen halve dagen (hoeven niet aan te sluiten) afwezig was.

 

§6 Bij verlenging van de afwezigheid moeten de ouders opnieuw een schriftelijke                             aanvraag, vergezeld van een medisch attest, indienen bij de directeur.

 Bij chronisch zieke leerlingen hoeft er niet telkens opnieuw een medisch attest                             voorgelegd worden en volstaat een schriftelijke aanvraag van de ouders.

 

§7 Kinderen die na een periode van onderwijs aan huis, de school hervatten, maar                             binnen een termijn van 3 maanden opnieuw afwezig zijn wegens ziekte, hebben                             onmiddellijk recht op onderwijs aan huis, synchroon internetonderwijs of een                                           combinatie van beiden. Wel moet het onderwijs aan huis opnieuw worden                                           aangevraagd.

 

§8 De concrete organisatie wordt bepaald na overleg met de directeur.

 

§9 De centrale organisator voor synchroon internetonderwijs is vzw Bednet.  Bednet                             bepaalt autonoom welke leerlingen in aanmerking komen voor synchroon                                           internetonderwijs op basis van een aantal criteria ,waaronder de                                                         ondersteuningsbehoefte van de leerling en het positief engagement van de                                           leerling, de ouders, de school en het CLB.

 

§10 Bij een langdurige afwezigheid wordt een minimale afwezigheid van 4 weken                                           vooropgesteld vooraleer de leerling recht heeft op synchroon internetonderwijs.

 

§11  Bij een frequente afwezigheid wordt een minimale geplande afwezigheid van 36                             halve dagen op jaarbasis vooropgesteld vooraleer een leerling recht heeft op                                           synchroon internetonderwijs.

 

§12 Synchroon internetonderwijs kan door alle betrokkenen bij de begeleiding van de                             leerling aangevraagd worden via de webstek van vzw Bednet:

http://www.bednet.be/aanvraag-aanmaken

 

 

Hoofdstuk 11 Schoolraad, ouderraad en  leerlingenraad

 

Artikel 27

 

De schoolraad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de volgende geledingen:

 1° de ouders;

 2° het personeel;

 3° de lokale gemeenschap

De schoolraad heeft advies- en overlegbevoegdheid over onderwerpen die deel uitmaken van het schoolleven. De schoolraad krijgt een mandaat van vier jaar en vergadert minimaal twee maal per schooljaar.

De voorzitter bepaalt de agendapunten. De leden kunnen ten laatste 5 werkdagen voor de vergadering schriftelijk een punt aan de agenda toevoegen.

 

Artikel 28

 

Onze school beschikt over een ouderraad die de school financieel en pedagogisch steunt door schoolse activiteiten of feesten.

De leden van de ouderraad worden verkozen door en uit de ouders.

 

Artikel 29

 

De leerlingenraad komt één maal per semester samen en is samengesteld uit 2 leerlingen van elke klas (van K3 tot L6) en wordt voorgezeten wordt door twee leerkrachten.

 

 

Hoofdstuk 12 Leerlingengegevens, privacy en gegevensbescherming

 

Artikel 30

 

Gegevensbescherming en informatieveiligheid

De school verwerkt persoonsgegevens van leerlingen en ouders in het kader van haar opdracht. Het schoolbestuur is de eindverantwoordelijke voor deze verwerking en de veiligheid ervan.

 

Het schoolbestuur en de school leven de verplichtingen na die voortvloeien uit de regelgeving inzake privacy en gegevensbescherming en gaan zorgvuldig om met deze persoonsgegevens. Het schoolbestuur zorgt voor een afdoend niveau van gegevensbescherming en informatieveiligheid. Het beschikt hiervoor over een informatieveiligheidsconsulent. De school heeft een aanspreekpunt dat in contact staat met de informatieveiligheidsconsulent en betrokken wordt in het informatieveiligheidsbeleid van het schoolbestuur (wat onderwijs betreft).

 

De school zal enkel gegevens verwerken met de toestemming van de ouders, tenzij er een andere wettelijke grondslag is voor de verwerking. Deze toestemming moet vrij, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig zijn.

Over het gebruik van sociale media in de klas worden afspraken gemaakt.

 

De school is transparant over de verwerking van persoonsgegevens en verstrekt de nodige informatie, al dan niet in detail, met inbegrip van de afspraken die gemaakt zijn met derden en bewerkers die persoonsgegevens ontvangen.

 

Verder hanteert de school een strikt beleid inzake toegangsrechten en paswoorden en reageert ze adequaat op datalekken.

 

De meer concrete regels voor de gegevensverwerking en -bescherming worden vastgelegd in een privacyverklaring die tot doel heeft:

- de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen te beschermen tegen verkeerd en               onbedoeld gebruik van de persoonsgegevens;

- vast te stellen welke persoonsgegevens worden verwerkt en met welk doel dit                                           gebeurt;

- de zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens te waarborgen;

- de rechten van betrokkene te waarborgen.

De meest recente versie van deze privacyverklaring is te raadplegen via de website van de school.

 

De protocollen die in het kader van de privacy-reglementering worden afgesloten, zijn gepubliceerd op de website van de school.

 

Personeelsleden van de school waar de leerling met een verslag of een gemotiveerd verslag ingeschreven is of de lessen volgt, hebben recht op inzage van het verslag of het gemotiveerde verslag uit het multidisciplinaire dossier van de leerling. Dat recht op inzage geldt ook voor de personeelsleden van de school voor buitengewoon onderwijs die in het kader van het ondersteuningsmodel instaan voor de begeleiding van de leerling met een verslag of een gemotiveerd verslag. Bij elke inzage wordt de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens toegepast.

 

Artikel 31

 

Meedelen van leerlingengegevens aan ouders

 

Ouders hebben recht op inzage en recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens, die worden verzameld door de school. Indien na de toelichting blijkt dat de ouders een kopie willen van de leerlingengegevens, hebben ze kopierecht.

Iedere kopie dient persoonlijk en vertrouwelijk behandeld te worden, mag niet verspreid worden noch publiek worden gemaakt en mag enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling.

 

Ouders kunnen zich daarnaast beroepen op de wetgeving op openbaarheid van bestuur die voorziet in een recht op inzage, toelichting en/of kopie. Hiertoe richten ze een vraag tot het college van burgemeester en schepenen dat bekijkt of toegang kan worden verleend.

 

Als een volledige inzage in de leerlingengegevens een inbreuk is op de privacy van een derde, dan wordt de toegang tot deze gegevens verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage.

 

Artikel 32

 

Meedelen van leerlingengegevens aan derden

 

De school zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling of in het kader van een overeenkomst die de school afsluit met een verwerker voor leerplatformen, leerlingenvolgsystemen, leerlingenadministratie e.d.m.

 

Er is een overeenkomst afgesloten met de gemeente Beersel voor de bezoeken aan de bibliobus. De gemeente Beersel gebruikt de leerlinggegevens voor het aanmaken van de bibpasjes.

 

Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen overeenkomstig artikel 29 van het decreet over het lokaal bestuur. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele leerlingendossiers vallen hier niet onder). Bij de uitoefening van het inzagerecht, kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden, in voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming.

 

Ook in het kader van het lidmaatschap bij de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) en de daaruit voortvloeiende dienstverlening kunnen er leerlingengegevens worden meegedeeld.

 

Bij verandering van school door een leerling worden tussen de betrokken scholen leerlingengegevens overgedragen naar de nieuwe school op voorwaarde dat:

 

1° de gegevens enkel betrekking hebben op de leerlingspecifieke onderwijsloopbaan;

2° de overdracht gebeurt in het belang van de leerling;

3° ouders zich niet expliciet verzet hebben, tenzij de regelgeving de overdracht verplicht stelt.

 

Een kopie van een verslag of een gemotiveerd verslag van een CLB  moet verplicht overgedragen worden van de oude school naar de nieuwe school. Ouders kunnen zich tegen deze overdrachten niet verzetten.

 

Gegevens die betrekking hebben op schending van leefregels door de leerling mogen nooit aan de nieuwe school doorgegeven worden.

 

Artikel 33

 

Geluids- en beeldmateriaal gemaakt door de school

 

De school kan geluids- en beeldmateriaal van leerlingen maken en publiceren.

 

Voor het maken en publiceren van niet-gericht geluids- en beeldmateriaal in schoolgerelateerde publicaties zoals de website van de school of gemeente, publicaties die door de school of gemeente worden uitgegeven, wordt de toestemming van de leerlingen/ouders vermoed. Onder niet-gericht geluids- en beeldmateriaal verstaan we geluids- en beeldmateriaal dat een eerder spontane, niet geposeerde sfeeropname weergeeft zonder daarvoor specifiek één of enkele personen eruit te lichten. Het gaat bijvoorbeeld om een groepsfoto tijdens een activiteit van de school. De betrokken leerlingen/ouders kunnen schriftelijk hun toestemming weigeren.

 

Voor het maken en publiceren van gericht geluids- en beeldmateriaal zal voorafgaandelijk de toestemming van de leerling/ouders worden gevraagd. Hierbij worden het soort geluids- of beeldmateriaal, de verspreidingsvorm en het doel gespecificeerd.

 

Hoofdstuk 13 ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school, gebruik van Smartphone, eigen tablet/laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media

 

Artikel 34

ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school

 

De school stelt - indien nodig - een laptop/chromebook/computer (hierna ICT- materiaal) ter beschikking van de leerling. Deze blijft eigendom van de school.

 

De leerling gaat met het ICT-materiaal zorgvuldig (als een goede huisvader) om en is verantwoordelijk voor het correcte gebruik en beheer ervan.

 

De leerling kan aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de apparatuur ontstaan door verwijtbare nalatigheid of onachtzaamheid.

 

Bij vervanging van het toestel door diefstal of verlies worden de kosten doorgerekend aan de leerling wanneer er sprake is van bedrog, een zware fout of nalatigheid.

 

Het ICT-materiaal is strikt persoonlijk en de leerling zal deze niet aan derden ter beschikking stellen, verpanden noch op enige andere wijze vervreemden.

 

Het ICT-materiaal wordt uitsluitend gebruikt voor de uitoefening van werkzaamheden en het volgen van lessen. Het is de leerling verboden dit te gebruiken voor activiteiten die in strijd zijn met de doelstellingen van de school.

 

De leerling gebruikt het ICT-materiaal op een wettelijke manier met respect voor het auteursrecht en de privacy.

 

Het is aan de leerling verboden zelf software in de apparatuur in te brengen.

 

Bij beëindiging van het schoolverband wordt het ICT-materiaal in goede staat aan de school teruggegeven. Zoniet verbindt de leerling zich er toe de vervangingswaarde ervan aan de school te betalen.

 

Artikel 35

Alleen buiten de schoolgebouwen mogen smartphone, eigen tablet, eigen laptop, trackers of enige andere gelijkaardige toestellen gebruikt worden. Als ouders of leerlingen elkaar dringend nodig hebben tijdens de schooldag, kunnen ze terecht op het secretariaat van de school.

 

Artikel 36

Elke leerling draagt zorg voor zijn toestel. Het IMEI nummer van het toestel wordt genoteerd in de schoolagenda. Dit helpt het opsporen van een verdwenen toestel. Enkel leerlingen die alleen naar huis gaan of ’s avonds bij iemand anders gaan slapen, kunnen hun toestel meebrengen naar de school. Dit wordt ’s morgens afgegeven aan de leerkracht en ’s avonds terug gevraagd.

 

Artikel 37

Elke leerling zorgt ervoor dat de privacy-instellingen van zijn toestel zo afgesteld zijn dat ze de privacy van anderen niet kunnen schenden.

 

Artikel 38

Het is niet toegestaan om beeld- of geluidsopnamen te maken op het domein van de school zonder toestemming van de school. Overeenkomstig de privacywetgeving mogen er geen beeld- of geluidsopnamen van medeleerlingen, personeelsleden of andere personen gemaakt worden of verspreid zonder hun uitdrukkelijke toestemming.

 

Artikel 39

Onder sociale media worden websites zoals Facebook, Netlog Instagram, Twitter, enz. verstaan. Er worden geen films, geluidsfragmenten, foto’s enz. op sociale websites geplaatst die betrekking hebben op de school zonder dat daar uitdrukkelijk toestemming voor wordt gegeven door de school. Dit geldt voor de leerlingen, ouders en grootouders en alle personen die onder hetzelfde dak wonen als de leerling.

 

Artikel 40

Bij communicatie via sociale media worden de normale fatsoennormen in acht genomen. Cyberpesten is verboden.

 

Artikel 41

Het downloaden, installeren en verdelen van illegale software op school is verboden.

 

Artikel 42

Het internet van de school mag alleen gebruikt worden voor schoolse aangelegenheden.

Hoofdstuk 14 Absoluut en permanent algemeen rookverbod

 

Artikel 43

Er is een absoluut en permanent verbod op het roken van tabak of van soortgelijke producten (onder andere de shisha pen, de e-sigaret of heatsticks,…)

 

Dit verbod geldt binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen, sportterreinen en andere open ruimten.

 

Er is eveneens een absoluut en permanent verbod op het roken van tabak of van soortgelijke producten tijdens extramuros-activiteiten.

 

Bij overtreding van deze bepaling

- zal de leerling gesanctioneerd worden volgens het orde- en tuchtreglement                              opgenomen in dit schoolreglement;

- zullen ouders en/of bezoekers verzocht worden te stoppen met roken of het                              schooldomein te verlaten.

 

Hoofdstuk 15 Leerlingenbegeleiding

 

Artikel 44

 

Door in te schrijven in onze school kies je automatisch voor begeleiding door CLB Halle. Als school overleggen we regelmatig met onze CLB-medewerker over het schools functioneren van leerlingen. Als hieruit blijkt dat CLB-begeleiding wenselijk is, dan vragen we eerst toestemming aan jou als ouder indien je kind jonger is dan 12 jaar. Leerlingen die ouder zijn dan 12 jaar kunnen zelf instemmen met begeleiding.

 

Artikel 45

 

Contactgegevens

 

Het schoolbestuur heeft het beleidscontract afgesloten met:

CLB Halle

Centrum Leerlingenbegeleiding voor het vrij en gemeentelijk onderwijs

Ninoofsesteenweg 7, 1500 Halle 

Tel: 02/356.55.23

Mail: info@clbhalle.be

Website: www.clbhalle.be

 

Om onze leerlingen optimaal te begeleiden, werken we samen met CLB Halle. Niet alleen ons zorgteam en onze leerkrachten kunnen voor ondersteuning bij het CLB terecht. Ook als leerling of als ouder kan je het CLB om hulp vragen.

 

In elke school is er een onthaalmedewerker van het CLB die elke nieuwe vraag beluistert. Op sommige vragen krijg je meteen een antwoord. Soms is extra hulp en ondersteuning nodig en zal de onthaalmedewerker doorverwijzen naar een trajectmedewerker van het CLB. Samen met die CLB-medewerker wordt naar een haalbare, passende aanpak en oplossing gezocht. In een aantal gevallen verwijst het CLB voor verdere behandeling of begeleiding door naar een meer gespecialiseerde dienst.

 

In het CLB werken pedagogen, psychologen, maatschappelijk werkers, artsen en verpleegkundigen samen. Jouw vraag wordt multidisciplinair en vanuit verschillende invalshoeken benaderd, en daarbij staat het belang van je kind steeds centraal. De CLB-begeleiding is gratis en de CLB-medewerkers zijn gebonden aan het beroepsgeheim. Het CLB werkt samen met de school vanuit een onafhankelijke positie. Je kan dus zeker ook los van de school bij het CLB terecht.

 

De contactgegevens van de CLB-medewerkers zijn terug te vinden op de website www.clbhalle.be.  Maak best vooraf een afspraak.

 

Het CLB is open elke werkdag van 8.30 u. tot 16.30 u., op maandagavond tot 19.00 u.

Het CLB is gesloten tijdens de Kerstvakantie (behoudens 2 dagen die later worden meegedeeld) en tijdens de Paasvakantie. Het CLB is ook niet bereikbaar tijdens de zomervakantie van 15 juli tot 15 augustus.

 

Het CLB heeft de opdracht leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij. Hiervoor biedt het kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding aan.

Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding bevordert de totale ontwikkeling, verhoogt het welbevinden, voorkomt vroegtijdig schoolverlaten en creëert meer gelijke onderwijskansen. Op die manier draagt het bij tot het functioneren van de leerling in de schoolse én maatschappelijke context

 

Het CLB werkt:

 onafhankelijk en stelt het belang van de leerling centraal

 kosteloos voor de leerling, de ouders en de school

 multidisciplinair

 binnen de regels van het beroepsgeheim

 met respect voor het pedagogisch project van de school

 

Artikel 46

 

Leerlingenbegeleiding

 

Het CLB werkt vraaggestuurd vanuit de leerlingen, de ouders en de scholen, behalve voor de verplichte begeleiding.

 

Vraaggestuurde begeleiding:

 

 Leren en Studeren

 Schoolloopbaanbegeleiding: vragen over schoolloopbaan zoals de overgang naar                             het secundair, veranderen van school, overstap naar buitengewoon onderwijs,...

 Het psychisch en sociaal functioneren: dit kan bijvoorbeeld gaan over                                            gedragsproblemen, psychische problemen, sociale problemen,….

 Preventieve gezondheidszorg: vragen over gezonde voeding, seksualteit,…

 

Je kan dus op het CLB met heel wat vragen terecht: je kind voelt zich niet goed, je kind heeft moeite met leren, je hebt vragen over mogelijke studierichtingen, je kind is angstig om naar school te gaan, je hebt vragen over de gezondheid van je kind,…

Het CLB  zet de individuele leerlingenbegeleiding alleen verder als de betrokken bekwame leerling daarmee akkoord gaat of de ouders van de niet bekwame leerling daarmee akkoord gaan.

 

Verplichte leerlingenbegeleiding:

 

 De controle op de leerplicht

 De signaalfunctie en de consultatieve leerlingenbegeleiding door het CLB:

- als het CLB noden vaststelt bij de leerling of een probleem of onregelmatigheid               vaststelt in het beleid op leerlingenbegeleiding, dan brengt het CLB de school hiervan op de hoogte

- het CLB  biedt ondersteuning  aan de school bij problemen van individuele leerlingen of groepen van leerlingen

 De preventieve gezondheidszorg: op bepaalde tijdstippen in de  schoolcarrière                             wordt de kleuter/leerling onderzocht via medische consulten. Ook wordt het CLB                             gecontacteerd door de school als er sprake is van een besmettelijke ziekte

 

Deze begeleidingen kunnen noch door jou als ouder, noch door je kind geweigerd worden.

Je kan medische onderzoeken ook door een andere arts laten uitvoeren maar daar zijn enkele voorwaarden aan verbonden. Die vraag je best aan je CLB.

 

 

Vraaggestuurde begeleiding:

 

 Leren en Studeren

 Schoolloopbaanbegeleiding :vragen over schoolloopbaan zoals de overgang naar                             het secundair, veranderen van school, overstap naar buitengewoon onderwijs,...

 Het psychisch en sociaal functioneren : dit kan bijvoorbeeld gaan over                                            gedragsproblemen, psychische problemen, sociale problemen,….

 Preventieve gezondheidszorg : vragen over gezonde voeding, seksualteit,…

 

Het CLB  zet de individuele leerlingenbegeleiding alleen verder als de betrokken bekwame leerling daarmee akkoord gaat of de ouders van de niet bekwame leerling daarmee akkoord gaan.

 

Verplichte leerlingenbegeleiding:

 

 De controle op de leerplicht:

 De signaalfunctie en de consultatieve leerlingenbegeleiding door het CLB:

-als het CLB noden vaststelt bij de leerling of een probleem of onregelmatigheid  vaststelt in het beleid op leerlingenbegeleiding, dan brengt het CLB de school hiervan op de hoogte

-het CLB  biedt ondersteuning  aan de school bij problemen van individuele    leerlingen of groepen van leerlingen

 De preventieve gezondheidszorg: op bepaalde tijdstippen in de  schoolcarrière                             wordt de kleuter/leerling onderzocht via medische consulten. Ook wordt het CLB                             gecontacteerd door de school als er sprake is van een besmettelijke ziekte.

 

Artikel 47

 

Preventieve gezondheidszorg

 

Preventieve gezondheidszorg heeft tot doel de gezondheid, groei en ontwikkeling van leerlingen te bevorderen en te beschermen, het groei- en ontwikkelingsproces op te volgen en tijdig risicofactoren, signalen, symptomen van gezondheids- en ontwikkelproblemen te detecteren.

 

Preventieve gezondheidszorg omvat:

 

1. Systematische contacten - Overzicht van contactmomenten :

 

 3 jaar of in de eerste kleuterklas

 6 jaar of in het eerste leerjaar

 9 jaar of in het vierde leerjaar

 11 jaar of in het zesde leerjaar

 

Het consult gebeurt door dokter Mireille Moussiaux en Nadia Ploeghmans (verpleegkundige)

 

2. Aanbieden van vaccinaties:

Het CLB houdt toezicht op de vaccinaties van de leerlingen en biedt vaccinaties aan die in het vaccinatieschema zijn opgenomen. Ouders en leerlingen worden hierover geïnformeerd en geven hiervoor hun toestemming.

 

3. Het nemen van profylactische maatregelen waar nodig    

De huisarts ,de ouders of de directeur hebben de plicht om de CLB-arts te verwittigen bij besmettelijke infectieziekten.

Het CLB treft de nodige profylactische maatregelen.

De maatregelen zijn bindend voor leerlingen, ouders en personeel.

 

Ter info:

 

Bij volgende infectieziekten neemt de schooldirecteur contact met het CLB:

  Bof (dikoor)

  Buikgriep/voedselinfecties (vanaf 2 of meer gevallen (binnen een week) in een (klas)groep)

  Buiktyfus

  COVID-19 (coronavirus)

  Hepatitis A

   Hepatitis B

   Hersenvliesontsteking (meningitis)

   Infectie met EHEC (Escherichia coli, verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep)

  Infectie met Shigella (verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep)

  Kinderverlamming (polio)

  Kinkhoest (pertussis)

 Krentenbaard (impetigo)

  Kroep (difterie)

 Mazelen

 Rode hond (rubella)

  Roodvonk (scarlatina)

  Schimmelinfecties

 Schurft (scabiës)Tuberculose

  Windpokken (varicella, waterpokken)

 

Bij vragen of bezorgdheden in verband met infectieziekten die niet in bovenstaande lijst vermeld worden, mag ook steeds contact worden genomen met het CLB.

 

Artikel 48

 

Multidisciplinair leerlingendossier:

 

Van iedere leerling wordt een multidisciplinair dossier aangelegd bij het begeleidend CLB.

 

Dit dossier omvat:

 Alle gegevens van de leerling die de CLB-medewerker nodig heeft voor                              leerlingenbegeleiding    (schoolloopbaangegevens, gegevens van systematische                             contacten, gegevens in kader van leerplichtbegeleiding ...)

 Gegevens van Kind en Gezin

 Een chronologisch overzicht van alle contacten en tussenkomsten van het CLB

 

Overdracht van het dossier :

Het multidisciplinaire dossier wordt bij schoolverandering overgedragen aan het nieuwe begeleidende CLB.

De ouder, in eigen naam of namens een niet-bekwame minder- of meerderjarige leerling als de bekwame minder- of meerderjarige leerling  kan zich hiertegen verzetten.

 


Afsprakennota

 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1 Situering van onze school

Hoofdstuk 2 Organisatorische afspraken

Hoofdstuk 3 Schoolverandering

Hoofdstuk 4 Ouderlijk gezag in onderwijsaangelegenheden

Hoofdstuk 5 Keuze van de levensbeschouwelijke vakken

Hoofdstuk 6 Ondersteuningsnetwerk

Hoofdstuk 7 Toedienen van medicatie

Hoofdstuk 8 Grensoverschrijdend gedrag - integriteit van de leerling

Hoofdstuk 9 Jaarkalender

Hoofdstuk 10 Klachtenprocedure

 

 

Hoofdstuk 1  Situering van onze school

1.1.Schoolgegevens

 

1.1.1 Naam en adres, telefoon

 

GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL DROGENBOS

“De Wonderwijzer”

Steenweg op Drogenbos 252

1620 Drogenbos

Tel : 02/377 32 84

 Fax: 02/377 29 74

E-mail: drogenbos.basis@skynet.be

Website : www.gemeenteschooldrogenbos.be

 

1.1.2 Schoolbestuur

 

Wij zijn een gemengde basisshool die behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijs.

 

Schoolbestuur:  Gemeentebestuur van Drogenbos

   Grote Baan 222

   1620 Drogenbos

   Tel: 02/333 85 10

 

Burgemeester en schepen van onderwijs : Dhr. Alexis Calmeyn

Voor vragen i.v.m. het onderwijs in de gemeente kun je steeds terecht bij:

- de onderwijsdienst: 02/333 85 17

-  de burgemeester

 

1.1.3 Scholengemeenschap

 

Onze school behoort tot de scholengemeenschap :  “De Rand – Ned” bestaande uit volgende scholen:

 - GBS “De Wonderwijzer” Drogenbos

 - GBS “De Schakel” Linkebeek 

 - GBS “Wauterbos” Sint-Genesius-Rode

 - GBS “De Wondertuin” Wemmel

 - GBS “De Letterbijter” Wezembeek-Oppem

 

De administratieve zetel en correspondentieadres van de scholengemeenschap:

- GBS “De Wonderwijzer”, Steenweg op Drogenbos 252 – 1620 Drogenbos

Beheerscomité van de scholengemeenschap:

- Schepenen van Onderwijs van de betrokken schoolbesturen en de directies van de

 Gemeentelijke basisscholen behorend tot de Scholengemeenschap ‘De Rand - Ned’.

- Voorzitter: Mevr. Anne Sobrie

 

1.1.4 Personeel

 

Deze lijst wordt in bijlage bij de afsprakennota gevoegd en uitgedeeld bij de start van het schooljaar.

 

De wet op de privacy bepaalt dat het schoolbestuur het privé-adres en het telefoonnummer van de personeelsleden niet mag verspreiden nog via het schoolreglement noch via een ander kanaal tenzij de personeelsleden uitdrukkelijk de (schriftelijke) toestemming geven om hun persoonlijk adres en telefoonnummer bekend te maken.

 

1.2. Raden

 

1.2.1 De schoolraad(zie ook artikel 27)

 

De huidige schoolraad bestaat uit:

 

 De voorzitter: Mevr. Leemans Inge

 De secretaris: Mevr. Dons Valérie

 Vertegenwoordiging ouders:  Mevr. Chiarelli Laurence

     Dhr. Ertveld Vincent

     Mevr. Lefever Vanessa

 Vertegenwoordiging  personeel:  Mevr. Leemans Inge

     Mevr. Valérie Dons

     Mevr. De Jonge Patricia

 Vertegenwoordiging lokale gemeenschap:  Dhr. Vander Meylen Jos

       Mevr. Cantrijn Joëlle

       Dhr. Francis Dons

 

1.2.2 De ouderraad (zie ook artikel 28)

 

De samenstelling van de ouderraad vindt u via de website van onze school

 

KOOGO (Koepel voor Ouderverenigingen van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs)

Bischoffsheimlaan 1-8

1000 Brussel

Algemeen telefoonnummer: 02 506 50 31

 

1.2.3 De leerlingenraad (zie ook artikel 29)

 

1.2.4 De klassenraad

 

Team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur samen de verantwoordelijkheid draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling.

 

1.2.5  Vriendenkring

 

Dit is een groep sympathisanten van onze school die via feesten en culturele activiteiten zorgen voor de nodige steun aan onze school.

 

1.3 Partner: OVSG

 

Het schoolbestuur en het personeel laten zich begeleiden door de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten. OVSG promoot en ondersteunt het onderwijsproject van steden en gemeenten

 

OVSG maakt de volgende kernopdrachten waar voor de leden:

 

Pedagogische begeleiding

De pedagogische begeleidingsdienst helpt scholen en teams om hun pedagogisch project te realiseren en kwaliteitsvol onderwijs uit te bouwen. De school kan bij de pedagogische begeleiding terecht voor alle pedagogisch-didactische vragen of innovaties. Na een doorlichting geeft de begeleiding ondersteuning.

 

De pedagogische begeleiding wordt verzorgd door Lindsay Pollet.

 

Naast pedagogische begeleiding kan een schoolbestuur beroep doen op de diensten van OVSG voor:

 Nascholing en service

 Jurering en evaluatie

 Consulting-juridische ondersteuning

 Protocollen Algemene Verordening Gegevensbescherming

 Begeleiding van een dossier scholenbouw

 Publicaties en administratieve software

 Sport- en openluchtklassen

 Belangenbehartiging

 

Gemeentelijk onderwijs =

 Onderwijs dicht bij de burger

 Openbaar onderwijs, open voor iedereen

 Aanspreekbaar en democratisch verkozen bestuur

 De gemeente voert een integraal beleid waar onderwijs deel van uitmaakt en                                           speelt in op lokale noden.

 Gemeentelijke diensten versterken elkaar. De school is ingebed in een geheel van               diensten waar ze op kan rekenen en mee samenwerken.

 Kwaliteitsvol onderwijs dankzij sterk uitgebouwde pedagogische begeleiding,                                           nascholing, leerplannen …

 Voortrekkers van vernieuwing (bv. methode-onderwijs of gelijke kansen via                              onderwijs)

 School in de buurt, van de buurt en voor de buurt

 

1.4. Onderwijsaanbod (leergebieden) -  Leerplannen

 

De doelen uit het pedagogisch project worden geconcretiseerd via het gebruik van de OVSG-leerplannen.

 

Het onderwijsaanbod in het gewoon kleuteronderwijs omvat ten minste de volgende leergebieden:

- lichamelijke opvoeding;

- muzische vorming;

- Nederlands;

- wereldoriëntatie;

- wiskundige initiatie.

 

Het onderwijsaanbod in het gewoon lager onderwijs omvat ten minste, en waar mogelijk in samenhang de volgende leergebieden:

- lichamelijke opvoeding;

- muzische vorming;

- Nederlands;

- wiskunde;

- wereldoriëntatie;

- Frans;

- leren leren;

- sociale vaardigheden;

- informatie- en communicatietechnologie;

- ten minste 2 lestijden onderwijs in de erkende godsdiensten of niet-confessionele zedenleer.

 

1.5. Taalscreening - taaltraject - taalbad

 

1.5.1. Taalscreening

 

De school voert voor elke leerling in het gewoon onderwijs bij het begin van de leerplicht (5 jaar) een verplichte screening uit, die nagaat wat het niveau van de leerling inzake de onderwijstaal is. Deze screening kan nooit voor de inschrijving van de leerling uitgevoerd worden.

 

Op basis van de resultaten van de taalscreening, moeten leerlingen die het Nederlands onvoldoende beheersen een actief taalintegratietraject Nederlands volgen.

De screening is niet verplicht voor anderstalige nieuwkomers .

 

1.5.2. Taaltraject

 

Op basis van de resultaten van de taalscreening voorziet de school een taaltraject voor de leerlingen die het nodig hebben en voor anderstalige nieuwkomers. Dit taaltraject sluit aan bij de noden van de leerling wat het Nederlands betreft.

 

1.5.3. Taalbad

 

Als de leerling het Nederlands onvoldoende kent om de lessen te kunnen volgen, kan de school een taalbad organiseren. Het doel van het volgen van een taalbad is dat de leerling voltijds en intensief de Nederlandse taal leert om zo snel mogelijk te kunnen deelnemen aan de reguliere onderwijsactiviteiten.

 

 

 

Hoofdstuk 2  Organisatorische afspraken

 

2.1 Afhalen en brengen van de kinderen

 

Ouders die hun kinderen zelf naar school brengen, begeleiden de kinderen tot aan de schoolpoort. Ouders kunnen enkel in uitzonderlijke gevallen en met toestem
ming van de directie, hun kind begeleiden tot in het klaslokaal.

 

In geen geval mogen kinderen blijven rondhangen, ook niet als zij vergezeld zijn van de ouders, omdat dit het toezicht van de leerkrachten onoverzichtelijk maakt.

 

Indien de ouders uitzonderlijk de leerkracht willen spreken kunnen zij even voor de lessen contact opnemen. Gelieve deze contacten zeer kort te houden. Mogelijk moet de leerkracht toezicht houden op de speelplaats en in elk geval moet hij/zij korte tijd later de klas opstarten.

 

Ouders die hun kinderen op school afhalen, komen tot aan de schoolpoort.

De kinderen die worden afgehaald, kunnen nooit zonder begeleiding van de ouders de speelplaats verlaten (en bv. alleen naar de parkeerplaats gaan).

Ouders die hun kinderen door andere personen aan school laten afhalen, delen op voorhand schriftelijk of telefonisch aan de directie of klastitularis mee wie het kind mag afhalen.

 

De schoolingang moet steeds worden vrijgehouden. Er wordt enkel geparkeerd op de daartoe voorzien parkeerplaatsen (bv. niet in de bocht aan de sporthal, niet op de minder valide parkeerplaatsen zonder geldige kaart,…)

 

Wanneer een kind niet tijdig wordt afgehaald, blijft het niet staan aan de schoolpoort, maar gaat naar de naschoolse bewaking.

 

De naschoolse bewaking eindigt om 18 u. Ouders die hun kind te laat afhalen, zullen beboet worden met 5 euro per begonnen kwartier en per kind.

 

2.2 Lesurenregeling

 

De schooluren

- 7.00 u. het voorschools toezicht start

- 8.15 u. er is bewaking op de speelplaats

- 8.25 u. aanvang eerste lesuur

- 12.05 u. einde van de lessen van de voormiddag

- 13.20 u. aanvang van de lessen van de namiddag

- 15.00 u. einde schooldag van de L.S.

- 15.15 u. aanvang naschoolse Franse les voor de L.S.

   einde van de schooldag van de K.S.

     naschools toezicht voor de K.S.

- 16.05 u. einde van de naschoolse Franse les.

   naschools toezicht voor de K.S en het 1ste en 2de leerjaar L.S.

  studie voor het 3de, 4de, 5de en 6de leerjaar L.S of naschools toezicht.

 

De speeltijden

- van 10.10 u. tot 10.25 u.

- van 14.25 u. tot 14.40 u. (enkel voor de kleuterschool)

- van 15.00 u. tot 15.15 u. (enkel voor de lagere school)

- middagpauze van 12.05 u. tot 13.20 u.

 

Vakantie- en vrije dagen

Een overzicht van de verlofdagen, pedagogische studiedagen en vakanties wordt in het begin van het schooljaar meegegeven

 

2.3. Toezicht en kinderopvang

 

2.3.1 Toezicht

Speeltijden : het toezicht op de speelplaats wordt door de leerkrachten uitgevoerd.

Middagpauze : het toezicht wordt uitgevoerd door leerkrachten en begeleiders.

 

Schoolrijen : kinderen die alleen te voet naar huis gaan, worden ’s middags en ’s avonds begeleid in een rij tot voor het zebrapad aan de school op de Steenweg op Drogenbos. Een stadwachter helpt de kinderen veilig oversteken. Kinderen kunnen alleen naar huis mits schriftelijke toelating van de ouders. Dit wordt ook zichtbaar gemaakt via een logo aan de boekentas.

 

2.3.2  Kinderopvang

Er is voor- en naschoolse bewaking :

 ’s morgens van 7.00 u. tot 8.15 u.

 ’s avonds van 15.15 u. tot 18.00 u. voor de K.S.

                 van 16.05 u. tot 18.00 u. voor de L.S.

 

Er is kinderopvang voorzien tijdens schoolvakanties, op de lokale verlofdagen en pedagogische studiedagen. De dagen worden schriftelijk meegedeeld aan de ouders.

 

De financiële verrichtingen gebeuren via schoolfacturatie.

 

2.4. Schoolverzekering

 

Schoolverzekering : nv. WDR & partner

   Grote Baan 225

   1620 Drogenbos

   Tel: 02/333 82 82

 

Wat wordt er verzekerd: lichamelijke letsels opgelopen in de school en tijdens de

schooltijd. Tijdens activiteiten van de school (bosklas, sneeuwklas, uitstappen…) zijn de kinderen eveneens verzekerd voor lichamelijke letsels. De verzekering voorziet schadeloosstelling van persoonlijk letsel opgelopen van en naar de school. Uw kind moet dan wel de normaal gevolgde weg nemen binnen een normale tijdsduur, nodig om zich te verplaatsen tussen de vertrek- en aankomstplaats.

 

Wat is niet verzekerd: brillen; uitgezonderd als er zich een oogkwetsuur voordoet kan de bril verzekerd worden

 

Wie en hoe verwittigen bij schade en ongeval:

De directie vult de ongevalaangifte in, waarmee het kind, vergezeld van een ouder,

zich naar de dokter begeeft.

Nadat u het polisnummer ontvangt van de verzekering kan u de onkosten van het

ongeluk –het remgeld (mutualiteit) terugvragen aan nv. WDR & partner.

 

2.5.   Schooltoeslag

 

Kinderen vanaf 3 jaar die Nederlandstalig kleuter-, lager of secundair onderwijs volgen in Vlaanderen of Brussel kunnen als extra rekenen op een jaarlijkse schooltoeslag als het inkomen van de ouders (of de ouder en eventuele partner waar het kind is gedomicilieerd na een echtscheiding) voldoet aan de inkomensvoorwaarde.

De schooltoeslag wordt ontvangen van uw uitbetaler van het Groeipakket.

 

Ouders die met hun kinderen in Vlaanderen wonen, zullen vanaf september 2019 (schooljaar 2019-2020) hun schooltoeslag niet meer moeten aanvragen. Voor een kind dat al gekend is binnen het Groeipakket wordt het recht op een schooltoeslag automatisch onderzocht en toegekend.

 

Ouders die met hun kinderen in Brussel, Wallonië, de Duitstalige Gemeenschap of een land van de EU wonen, en waarvan de kinderen naar het Nederlandstalig onderwijs in Vlaanderen of Brussel gaan, zullen gecontacteerd worden door Fons, de uitbetaler van de Vlaamse overheid, om hun gegevens op te vragen. Zo'n onderzoek gaat trager dan een aanvraag. U kunt dus ook zelf een aanvraag indienen vanaf 1 augustus voor het betrokken schooljaar bij een uitbetaler naar keuze.

 

De schooltoeslag wordt één maal per jaar toegekend, aan het begin van het schooljaar (september of oktober). Meer informatie vindt u op: https://www.groeipakket.be/

 

2.6. Uiterlijk voorkomen

 

Schoolkledij is verschillend van vakantie- en/of vrijetijdskledij (vb. té korte rokjes of T-shirts, strandschoeisel, kledij die scheuren of gaten vertonen,…)

Kledij, schoeisel en haartooi van de leerlingen zijn verzorgd, eenvoudig en hygiënisch. De kledij eigen aan een bepaalde cultuur en/of levensbeschouwing is niet toe
gestaan. Wel wordt er afstand genomen van modische bewegingen die zich ook uitwendig manifes
teren en daardoor een middel zijn (vb. piercing, tatoeage,..) om zich te distantiëren van de medeleerlingen.

 

2.7. Afspraken turnen en zwemmen

 

De turnkledij bestaat uit: witte gymschoenen, een blauw sportbroekje van de school, een witte T-shirt met het logo van de school en witte sokken. Het sportbroekje en de T-shirt worden bij het begin van het schooljaar in de school aangekocht.

De gymschoenen en de sokken brengen de leerlingen zelf mee. Alles steekt in een turnzak. In de kledij wordt de naam genoteerd.

 

Voor het zwemmen hebben de leerlingen een badpak of zwembroek (geen shorts) en badmuts nodig. Ze brengen ook twee handdoeken mee. Alles steekt in een zwemzak en overal staat de naam in genoteerd. Het zwemmen is gratis voor het 1ste leerjaar.

 

2.8. Verloren voorwerpen

 

De school is niet aansprakelijk voor diefstal of het verlies van persoonlijk materiaal van de kinderen (kledij, fiets, juwelen, gsm, …).

Indien een kind iets verloren heeft, kunnen de ouders steeds terecht bij de directie om na te gaan of het materiaal zich bij de verloren voorwerpen bevindt, dit binnen een bepaalde bewaarperiode.

 

2.9. Verkeer en veiligheid

 

De ouders bespreken met hun kinderen de veiligste schoolroute van thuis naar school en van school naar thuis. Kleuters moeten verplicht vergezeld worden door een volwassene bij de weg van thuis naar school en van school naar thuis.

De ouders zorgen ervoor dat kinderen die met de fiets naar school komen, over een fiets beschikken die verkeerstechnisch in orde en veilig uitgerust (met slot) is. De kinderen plaatsen hun fiets na 8.15u. in de daartoe voorziene fietsrekken.

 

Het is belangrijk dat ouders het goede voorbeeld geven en hun kinderen ondersteunen om de verkeersregels na te leven:

- Laat uw kinderen oversteken op het zebrapad waar een stadswachter instaat voor de veiligheid.

- Kruip niet tussen of onder de bogen die langs de Steenweg zijn aangebracht.

- De Kiss & Ride zone is geen parking. Deze zone wordt enkel gebruikt om kinderen alleen te laten uitstappen. Kusje en weg dus. Indien u uw kind(eren) vergezelt naar de deur of schoolpoort, dient u gebruik te maken van de parkeerplaatsen.

- Sta niet stil of parkeer uw auto niet op de plaats voor mindervaliden, tenzij u over een geldig pasje beschikt.

 

2.10. Verjaardagen

 

Als kinderen jarig zijn, mogen ze trakteren in de klas. Een verjaardag vieren we met een stuk cake of een stuk taart (zonder slagroom a.u.b.). We geven geen drank mee naar school (de kinderen kunnen uit hun drinkbus drinken). Ongezonde traktaties (snoep, chips, ongezonde frisdranken,…) zijn niet toegelaten. We brengen geen individuele cadeautjes mee voor de andere kinderen van de klas.

De verjaardagen zijn afvalarm, d.w.z. dat we plastic borden en het bestek van de school gebruiken.

Praktische afspraken worden gemaakt met de titularis van de klas.

 

 

2.11. Leefregels voor leerlingen

 

Problemen op school

Leerlingen, ouders en leraren houden zich aan de leefregels en afspraken die in het schoolreglement en de afsprakennota opgesomd zijn en aanvaarden de consequenties bij het niet naleven ervan.

 

Onenigheid tussen leraren en ouders

Bij onenigheid tussen leraren en ouders nemen de ouders in de eerste plaats contact op met de betrokken leraar om, in gemeenschappelijk overleg, te trachten tot een vergelijk te komen.

Wanneer dit overleg geen resultaat oplevert, kan men een afspraak maken met de directie zodat deze kan trachten een overeenkomst tussen beide partijen tot stand te brengen.

Indien deze beide vormen van overleg mislukken, kunnen de ouders zich wenden tot het schoolbestuur, via de schepen van onderwijs.

 

Onenigheid met leerlingen

Soms worden gemaakte leefregels en afspraken niet nageleefd en/of kunnen zowel de leraar als het kind zich eens vergissen.

Als een leerling de goede werking van de school hindert of het klasgebeuren stoort kunnen volgende maatregelen worden getroffen:

- een ordemaatregel

- een individueel begeleidingsplan met meer bindende gedragsregels wordt uitgeschreven

- een tuchtmaatregel

Deze maatregelen en bijhorende procedures zijn verder gespecificeerd in het schoolreglement

 

Ouders en leefregels

We vragen de ouders om de leefregels die voor de kinderen gelden ook zelf te respecteren en hun kind te stimuleren om de leefregels van de school na te leven.

Van de ouders wordt verwacht dat zij de volgende afspraken naleven. Ouders nemen geen initiatief om andere leerlingen zelf aan te spreken in geval van problemen. Ze richten zich steeds eerst tot de leerkrachten.

 

Cyberpesten

Als pesten gebeurt via de nieuwe informatie- en communicatietechnologie, spreken we van ‘cyberpesten’.

Als je als leerling of ouder verveeld zit met -een vermoeden van- beledigende of bedreigende mails of sms’jes, roddels verspreiden via internet, inbreken in een computer, iemand beledigen of uitsluiten in chatgroepen, informeer je in alle vertrouwen de klasleerkracht of de directie.

Indien de pester gekend is, volgt er steeds een gesprek. Hij wordt passend gesanctioneerd en zijn ouders worden op de hoogte gebracht.

 

Persoonlijk materiaal

Speelgoed, stripverhalen, leesboeken, tijdsgebonden spellen (o.a. springtouw, knikkers, verzamelkaarten), kunnen meegebracht worden op eigen risico en na een kringgesprek in de klas of na overleg met de directeur.

GSM is verboden. Enkel in uitzonderlijke gevallen en op vraag van de ouders bij leraar of directie kan het toegestaan worden (op eigen risico). Op dat ogenblik geeft de leerling de GSM ’s morgens af ter bewaring aan de leraar. Bij het verlaten van de school wordt de GSM teruggegeven. Bij het niet naleven, wordt het materiaal afgenomen en worden de ouders geroepen. Elektronische spelletjes en toestellen zijn verboden, ballen zijn voorzien in de spelkoffers per klas.

 

Ik en mijn houding

Ik heb respect voor anderen.

Ik vecht niet en maak geen ruzie.

Ik scheld niemand uit.

Ik heb eerbied voor het bezit van anderen.

Ik pest niemand en zet ook anderen niet aan tot pesten.

Ik schrijf netjes en verzorg mijn schriften.

Ik geef thuis onmiddellijk alle brieven en nota's van de school af.

In de eetzaal ben ik rustig en heb ik goede tafelmanieren.

Ik luister steeds naar de aanwijzingen van de klastitularis of de begeleider.

Ik verlaat nooit de school zonder de toestemming van de klastitularis of de directie.

 

Ik, gezondheid en hygiëne

Mijn kledij, schoeisel en haartooi zijn verzorgd en hygiënisch.

Na bezoek aan het toilet spoel ik door en was ik mijn handen.

Ik houd de toiletten netjes.

In de turnles draag ik de voorgeschreven turnkledij.

Ik neem mijn turnkledij regelmatig mee naar huis om te wassen.

Ik breng alleen gezonde versnaperingen mee (bv. een appel) en enkel water en sap.

Donderdag is verplichte fruitdag en breng ik geen koekjes mee.

Als ik dorst heb, vraag ik water aan de groepsleraar. 

 

Ik en zorg voor het milieu

Ik zorg mee voor een nette school.

Ik sorteer het afval en gooi het in de juiste container.

Ik draag zorg voor het groen op de speelplaats.

Ik probeer het afval op school zo veel mogelijk te beperken door gebruik te maken van een drinkbus en brooddoos (verplicht), plastic koekjes- en fruitdozen,…

Ik verpak mijn boterhammen alleen in een brooddoos en gebruik geen aluminiumpapier of plastic folie meer. Drinken breng ik mee in een drinkbus, niet in een plastic fles of drankkarton. Ik kan mijn drinkbus op school bijvullen met water.

Afvalmateriaal hoort thuis in de juiste afvalbak en dient niet om mee te spelen.

Ik draag zorg voor de schooltuin en leef de school- en klasafspraken na.

 

Ik en mijn taalgebruik

Op school spreek ik steeds Algemeen Nederlands. Zo probeer ik deze taal te beheersen, waardoor de slaagkansen voldoende groot zijn.

Volwassenen spreek ik aan met meneer of mevrouw.

De leerkrachten noem ik "meester" of "juffrouw" en de directie spreek ik aan met "meester Manu(el)". Wanneer ik geen Nederlands praat tijdens het schoolgebeuren, kan ik een sanctie krijgen van de juf of meester.

 

Ik en mijn materiaal

Ik draag zorg voor mijn kledij en mijn schoolgerei. Ik schrijf in alles mijn naam!

Ik hang mijn jas, sjaal, muts, handschoenen of wanten en zakken steeds aan de kapstok, zowel in de gangen als op de speelplaats. Ik laat niets op de grond liggen.

Ik kaft mijn schriften en boeken. In mijn boekentas zit alles netjes bij elkaar en steekt enkel het nodige.

Ik zorg ervoor dat ik altijd het nodige schoolgerei mee heb, ook voor het zwem
men en de turnles.

Mijn boekentas staat op de aangeduide plaats.

Mijn fiets staat netjes in de fietsenstalling.

Ik bezorg verloren voorwerpen aan de klastitularis of stop ze in de “vergeetdoos”.

 

Ik en spelen

Ik speel sportief en sluit niemand uit.

Ik breng geen speelgoed mee naar school dat gevaarlijk is en/of geweld uitlokt.

In de klassen, gangen en toiletruimtes speel ik niet.

Ik gebruik enkel het sport- en spelmateriaal uit de eigen spelkoffer van de klas en op de afgesproken tijdstippen.

Tijdens de speeltijden kan ik alleen in de gang zijn als ik van de juf of meester de toestemming kreeg.

Bij mijn aankomst op school ga ik onmiddellijk naar de speelplaats en blijf er tot het belsignaal gaat.

Bij het eerste belsignaal stop ik het spel.

Bij het tweede belsignaal sta ik rustig in de rij.

Ik laat mijn elektronische spelletjes thuis.

 

Ik en toezicht

Ik verlaat de eetzaal, de klas of de speelplaats niet zonder de toestemming van de juf/meester.

's Middags en 's avonds ga ik in de passende rij staan of wacht ik op de speelplaats tot mijn ouders me komen afhalen. Ben ik 5 minuten na de laatste lestijd nog op de speelplaats dan ga ik naar de opvang.

 

Ik en het verkeer

Ik neem steeds de veiligste schoolroute.

Ik respecteer de verkeersreglementen.

Ik ben uiterst voorzichtig op de openbare weg.

Ik zorg ervoor dat mijn fiets technisch in orde is.

Wanneer ik de schoolbus gebruik:

 - ga ik direct na het opstappen zitten;

 - pas nadat de bus stilstaat, sta ik op om af te stappen;

 - bij het uitstappen, wacht ik tot de bus weg is om de straat over te steken.

 

Ik en veiligheid

Ik plaats niets voor nooduitgangen en versper geen gangen, trappen en in- of uitgangen.

Ik ga rustig en ordelijk van en naar de klassen en op de trappen.

Ik ga niet naar plaatsen (bv. kelder, zolder, keuken,...) waarvan aangeduid is dat ik er niet mag zijn.

Ik raak geen elektrische toestellen aan zonder toestemming.

Ik raak geen onderhoudsproducten aan.

Als ik geneesmiddelen moet innemen, geef ik die ’s morgens aan de leraar.

 

Wat te doen bij ongeval waarbij een kind van onze school betrokken is?

Ik verwittig onmiddellijk een volwassene.

Ik vertel:

- waar het ongeval gebeurd is;

- wat er gebeurd is;

- wie erbij betrokken is.

 

Wat te doen bij brand?

Bij brand zorg ik onmiddellijk voor een melding.

Dit gebeurt op de volgende wijze.

Bij brandalarm verlaat ik onmiddellijk het lokaal via de uitgangen die we bij de oefening gebruikten, zonder lopen. Ik volg de instructies van de leerkrachten:

- ik verlaat de lokalen via de uitgangen die we bij de oefening gebruikten;

- ik laat al mijn materiaal achter;

- ik verzamel op de aangeduide en ingeoefende plaatsen.

- Ik blijf in de rij bij de leerkracht.

 

Er zijn afspraken binnen het schoolteam, tussen ouders en school, maar ook tussen de leerkrachten en jullie.

In elke klas gelden ook afspraken.

Jullie weten wel: goede afspraken maken goede vrienden.

 

 

Hoofdstuk 3         Schoolverandering

 

3.1. De verantwoordelijkheid voor het veranderen van school in de loop van een schooljaar ligt bij de ouders.

 

3.2. De nieuwe inschrijving geldt vanaf de dag waarop de directie van de nieuwe school de schoolverandering schriftelijk heeft meegedeeld aan de directie van de oorspronkelijke school.

 

3.3. Bij verandering van school door een leerling worden tussen de betrokken scholen leerlingengegevens overgedragen onder de volgende gezamenlijke voorwaarden:

 

1° de gegevens hebben enkel betrekking op de leerlingspecifieke onderwijsloopbaan;

2° de overdracht gebeurt enkel in het belang van de persoon op wie de onderwijsloopbaan betrekking heeft;

3° tenzij de regelgeving de overdracht verplicht stelt, gebeurt de overdracht niet indien de ouders er zich expliciet tegen verzetten, na, op hun verzoek, de gegevens te hebben ingezien.

 

3.4. Een kopie van een verslag of een gemotiveerd verslag van een CLB moet verplicht overgedragen worden van de oude school naar de nieuwe school. Ouders kunnen zich tegen deze overdrachten niet verzetten.

 

3.5. Gegevens die betrekking hebben op schending van leefregels door de leerling mogen nooit aan de nieuwe school doorgegeven worden.

 

3.6. Bij schoolverandering deelt de school het aantal halve dagen ongewettigde afwezigheid van het lopende schooljaar mee aan de nieuwe school.

 

3.7. Schoolverandering van het gewoon naar het buitengewoon basisonderwijs kan onmiddellijk zodra de ouders over een verslag beschikken.

 

 

Hoofdstuk 4  Ouderlijk gezag in onderwijsaangelegenheden

4.1   In principe zijn de beide ouders van een minderjarige gezamenlijk verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind (co-ouders). Zij hoeven daarvoor niet gehuwd te zijn of samen te wonen. Zij nemen eensgezind de beslissingen over het onderwijs van hun kind.

 

4.2   Concrete afspraken

 

De school respecteert de rechten van beide ouders bij alle beslissingen in verband met de opvoeding van de leerlingen zoals:

- bij de inschrijving van de leerlingen;

- bij de keuze van een levensbeschouwelijk vak of de vrijstelling daarvan;

- bij orde- en tuchtmaatregelen;

- bij keuzes i.v.m. de schoolloopbaan van het kind (bv. zittenblijven of niet);

- bij de schoolverrichtingen in het algemeen (bv. bij informatie via nieuwsbrief, bij                             uitnodiging oudercontacten, bij bezorgen van rapporten, …).

 

De school gaat ervan uit dat zij door de ouders geïnformeerd wordt indien er rekening moet gehouden worden met een specifieke regeling.

 

 

Hoofdstuk 5  Keuze van de levensbeschouwelijke vakken

 

Ouders kiezen bij de inschrijving van hun kind in de lagere school:

1. dat hun kind een cursus in één der erkende godsdiensten volgt;

2. dat hun kind een cursus niet-confessionele zedenleer volgt.

 

Als ouders op basis van hun religieuze of morele overtuiging bezwaren hebben tegen het volgen van één van de aangeboden cursussen godsdienst of niet-confessionele zedenleer, dan kunnen ze vragen om een vrijstelling te krijgen. De ouders zorgen zelf voor opdrachten. Een vrijstelling betekent nooit dat een leerling minder tijd op school doorbrengt dan de normale aanwezigheid van alle leerlingen.

 

De klassenraad zal nagaan of de vrijgekomen lestijden zinvol aan de eigen levensbeschouwing zijn besteed. Als dit niet zo is, dan kan de klassenraad de leerling en de betrokken personen hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen zodat een bijsturing mogelijk is.

 

De ouders zijn verplicht deze keuze te maken bij de eerste inschrijving in de school. Deze verklaring wordt binnen de 8 kalenderdagen bezorgd aan de school, te rekenen vanaf de dag van inschrijving of vanaf de eerste schooldag van september.

 

De ouders kunnen hun keuze wijzigen. Wie van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, vraagt in de school een nieuw keuzeformulier aan en bezorgt het vóór 30 juni van het lopende schooljaar aan de directeur. De nieuwe keuze geldt vanaf de eerste schooldag van het schooljaar.

 

Voor leerplichtige kleuters is er geen verplichting, maar wel een recht op levensbeschouwelijk onderricht. Het officieel kleuteronderwijs zelf biedt geen levensbeschouwelijk onderricht aan.

 

Ouders die dit voor hun leerplichtige kleuter wensen, kiezen zelf een officiële school voor lager onderwijs waar de levensbeschouwing van keuze aangeboden wordt. Uiterlijk op 8 september moeten de ouders de lagere school naar keuze te contacteren. Als het gaat om een andere school dan de school waar het kind kleuteronderwijs volgt, informeren de ouders de eigen kleuterschool eveneens tegen 8 september. De kleuter zal dan voor het levensbeschouwelijk onderricht de eigen kleuterklas verlaten en aansluiten bij kinderen van de lagere school die dezelfde levensbeschouwing volgen.

 

 

Hoofdstuk 6  Ondersteuningsnetwerk 

 

De school is aangesloten bij het ondersteuningsnetwerk CENTRUM (VGC Kasterlinden Buitengewoon Onderwijs)

Contactgegevens: Groot-Bijgaardenstraat 434 – 1082 SINT-AGATHA-BERCHEM. Tel.: 02/430 67 70

 

Voor algemene vragen over ondersteuning of voor specifieke vragen over de

ondersteuning van uw kind binnen de school kan u terecht bij Annick De Belder: annick.debelder@kasterlinden-vgc.be

 

 

Hoofdstuk 7  Toedienen van medicijnen  

7.1. De school dient uit eigen beweging geen medicatie toe. Bij ziekte zal ze in de eerste plaats een ouder of een door u opgegeven contactpersoon trachten te bereiken. Indien dit niet lukt en afhankelijk van de hoogdringendheid, zal de school de eigen huisarts, een andere arts of eventueel zelfs de hulpdiensten contacteren.

 

7.2. De ouders kunnen de school vragen om medicatie toe te dienen.

De school kan weigeren om medicatie toe te dienen, tenzij:

 

7.2.1. die is voorgeschreven door een arts en:

7.2.2. die omwille van medische redenen tijdens de schooluren dient te worden toegediend.

De ouders bezorgen de school:

- de naam van het kind;

- de datum;

- de naam van het medicament;

- de dosering;

- de wijze van bewaren;

- de wijze van toediening;

- de frequentie;

- de duur van de behandeling.

7.2.3. In overleg met de CLB-arts kan het personeelslid van de school alsnog weigeren medicatie toe te dienen. In onderling overleg tussen de school, het CLB en de ouders wordt naar een passende oplossing gezocht.

 

 

Hoofdstuk 8  Grensoverschrijdend gedrag / integriteit van de leerling

Leerlingen onthouden zich van iedere daad van geweld, pesten en grensoverschrijdend seksueel gedrag. Bij vermoeden van inbreuk neemt de school gepaste maatregelen om de fysieke integriteit van de leerlingen te beschermen.

 

Hoofdstuk 9  Jaarkalender

 

Rapporten, oudercontacten, verlofdagen, pedagogische studiedagen, vergaderingen, uitstappen, feesten,… worden zo snel mogelijk bekend gemaakt via de schoolagenda, e-mail of website.

 

Hoofdstuk 10 Klachtenprocedure

 

10.1 Doelstelling van het klachtenmanagementsysteem

 

Klachten mogen niet in de vergeethoek geraken maar moeten behandeld worden. Klachten dienen positief benaderd te worden. Ze geven ons de kans ‘te leren’ en onze dienstverlening te verbeteren.

 

10.2 Definities en toepassingsgebied

 

§ 1. In dit reglement wordt verstaan onder:

 Klager: de burger die zich met een klacht tot de gemeentelijke diensten richt

 Klacht: Een klacht is een manifeste uiting waarbij een ontevreden burger bij de                             overheid klaagt over een door de overheid (al dan niet) verrichte handeling of                             prestatie.

 Klachten hebben betrekking op:

o Een concrete handelswijze van de gemeente in een bepaalde aangelegenheid;

o De concrete toepassing van een bestaande regelgeving.

 Klachtencoördinator: de communicatieambtenaar treedt op als de                               klachtencoördinator. Hij/zij coördineert, doet de procedure naleven en volgt de                             afhandeling van de klachten op. Hij/zij evalueert de procedure, tendensen in                                           klachten en adviseert verbeterprojecten, waar mogelijk. Hij/zij onderneemt                                           corrigerende en preventie maatregelen.

 Klachtenbehandelaar: de klachtenbehandelaar is het personeelslid dat bevoegd is                             om de toegewezen klacht te onderzoeken en af te handelen. Hij/zij dient deze                             afhandeling op een kwaliteitsvolle en klantvriendelijke wijze uit te voeren. Voor de               gehanteerde werkwijze baseert hij/zij zich op de desbetreffende procedure(s).

 

§2. Toepassingsgebied

De klachtenprocedure is niet van toepassing:

 Op beleidsklachten. Hieronder wordt verstaan: algemene klachten over                              regelgeving, over het al dan niet gevoerde beleid, over beleidsvoornemens, of                             –verklaringen.

 Op klachten die betrekking hebben op handelingen gesteld door                               gemeenteraadsleden en/of leden van het college van burgemeester en schepenen

 Op beroepen en bezwaren, die volgens eigen, geijkte procedures worden                              behandeld.

 Op suggesties. In geval van een suggestie, doet de burger een voorstel tot                              verbetering van de werking.

 Op meldingen: In geval van een melding, signaleert de burger een bepaalde                              tekortkoming in het functioneren van de overheid. Bijvoorbeeld: een eerste                                           melding van een defect aan het wegdek, van foutieve gegevens in een publicatie                             of op een website, van de verkeerde spelling van een naam.

 Op vragen: In geval van een vraag om informatie is de burger op zoek naar                              inlichtingen over wie, wat, wanneer, waarom, welk en hoe

 Op klachten die betrekking hebben op feiten waarover eerder een klacht is                              ingediend die al werd behandeld conform de procedure;

 Op klachten die betrekking hebben op feiten waarover alle georganiseerde                              administratieve beroepsmogelijkheden niet werd aangewend of waarover een                                           jurisdictioneel beroep aanhangig is

 Op klachten die betrekking hebben op wet- en regelgeving;

 Als de klager geen belang kan aantonen. Bij gegronde twijfel dient de organisatie                             de klager te vragen zijn/haar belang aan te tonen.

 Op anonieme klachten

 Op klachten die betrekking heeft op een handeling of prestaties ouder dan 1 jaar                             voor de indiening van de klacht

 

Titel I. De relatie met de klagers

Hoofdstuk 1 - algemene principes

Artikel 1

De klager heeft recht op een objectief, onafhankelijk en onpartijdig onderzoek van de klacht.

 

Artikel 2

De klager heeft recht op een discrete behandeling van zijn klacht.

De klachtencoördinator en -behandelaar houden zich aan het beroepsgeheim.

In jaarverslagen en andere publicaties wordt nooit melding gemaakt van de identiteit van de klager.

 

Artikel 3

De klager heeft recht op een klantvriendelijke en respectvolle behandeling.

De gemeente Drogenbos streeft er naar om de klacht binnen de 45 kalenderdagen af te handelen.

De klachtencoördinator ziet hierop toe.

 

Artikel 4

De klager heeft recht op een duidelijke motivering van de beslissing van de gemeente als een klacht niet in behandeling genomen kan worden.

De gemeente verwijst de klager zo gericht mogelijk door naar een instantie, die de klager wel kan bijstaan.

 

Artikel 5

De klager heeft recht op een duidelijke motivering van de beslissing van de gemeente over de gegrondheid van de klacht.

 

Hoofdstuk 2 – wijze waarop een klacht kan worden ingediend

Artikel 6

De wijze waarop een klacht kan ingediend worden en zal behandeld worden, wordt bepaald in het proces verwerken van klachten.

 

Titel II – De relatie met de verkozene

Artikel 7

Jaarlijks brengt de klachtencoördinator verslag uit aan het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad. Bij de rapportering wordt gelet dat privacygegevens niet openbaar worden gemaakt.

 

Artikel 8

De personeelsleden verwijzen de burger met een klacht over het algemeen beleid of over een raadsbeslissing door naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 9

Het gemeenteraadslid, schepen of burgemeester die een burger doorverwijst naar de gemeentelijke diensten, wordt op vraag op de hoogte gehouden van de ondernomen stappen en de eindbeoordeling van de klacht.

De klachtencoördinator correspondeert verder rechtstreeks met de burger met het oog op een klantvriendelijke dossierbehandeling.

 

Titel III – Slotbepaling

Artikel 10

Dit reglement treedt in werking op 25/06/2012 voor het OCMW en op 21/06/2012 voor het gemeentebestuur van Drogenbos.

 

 


SCHOOLVISIE

 

1. Inleiding

In GBS De Wonderwijzer gaan we voor kwaliteitsvol onderwijs. Samen bouwen we met veel zorg aan een veilige en gezonde omgeving waar iedereen zichzelf kan zijn.

 

2. Situering

Onze school is een basisschool die behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijs. Ons schoolbestuur is het gemeentebestuur van Drogenbos.

Wij staan open voor alle kinderen. Welke de levensopvatting van de ouders ook is, we verwachten wel dat ze het Nederlandstalig karakter van onze school respecteren. De vrije keuze van een erkende cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer is gewaarborgd.

Als faciliteitengemeente behoren wij samen met de gemeentescholen uit Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem tot de scholengemeenschap “De Rand-Ned”.

Deze schoolvisie kwam tot stand in samenwerking met het schoolteam, het schoolbestuur en de pedagogische dienst van het OVSG. Met onze schoolvisie willen wij iedereen aantonen waarvoor wij staan!

 

3. Onze 5 bouwstenen

 

3.1 Een school met een hart

 

Wij willen een warme en gezellige school zijn, waar elk kind welkom is. Iedereen moet zich goed voelen en zichzelf kunnen zijn. We willen elk kind op zijn manier de reis laten beleven in een veilige omgeving.

Onze school houdt rekening met de mogelijkheden en beperkingen van elk kind. We proberen zo veel mogelijk vanuit de talenten van het kind te werken en hem zo positief mogelijk te benaderen. Elk kind moet zijn grenzen kunnen verleggen en zelfvertrouwen opdoen om zo tot succeservaringen te komen. Bij elk kind willen we de kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes zo goed mogelijk ontwikkelen.

 

 

3.2 Samen bouwen

 

Wij zijn een toegankelijke school: elke leerkracht staat steeds open voor dialoog. Onze school bestaat uit een zeer gemotiveerd en divers team, waar ervaren en jonge leerkrachten goed samenwerken. Die motivatie willen we ook doorgeven aan de kinderen.

Betrokkenheid is zeer belangrijk op school. Daarom is er overleg tussen leerkrachten, leerlingen, ouders, CLB, externe partners en de buurt. Ook de kinderen moeten respectvol en in dialoog kunnen samenleven met elkaar. Het naleven van de regels en afspraken is hierbij belangrijk.

Het onderwijs is een groei- en leerproces, waarbij we de kinderen voorbereiden op de toekomst. Hiervoor maken we gebruik van methodes en schooleigen leerlijnen, jaar- en weekplannen en organiseren we regelmatig klasoverschrijdende activiteiten.

 

 

3.3 School in beweging

 

Wij staan niet stil! Ons team blijft zichzelf verbeteren en vernieuwen. We brengen de leerlingen zelfstandigheid en methodieken aan en leren hen zo om problemen op te lossen. We hanteren diverse werkvormen en organiseren regelmatig projecten en feesten waarbij de inbreng van de leerlingen belangrijk is. Dankzij de steun van het gemeentebestuur beschikken wij over een ruime en goed uitgeruste school, alsook over heel wat modern ICT-materiaal en kunnen we regelmatig met de kinderen op uitstap gaan.

 

3.4 Zorgzame school

 

Elk kind is uniek. We hebben oog voor elk kind en voor de noden van dit kind. Elk kind heeft de mogelijkheid om zich op zijn eigen niveau te ontwikkelen, volgens de eigen mogelijkheden en rekening houdend met de thuissituatie. Iedereen krijgt gelijke ontwikkelingskansen.

Leer- en gedragsproblemen worden zo goed mogelijk voorkomen of efficiënt aangepakt. De samenwerking met de zorgleerkrachten en CLB is daarom zeer belangrijk. Elke leerkracht werkt preventief, zorgt voor de nodige differentiatie in de klas en zal remediëren wanneer het nodig is.

 

3.5 Groen, gezond en sportief

 

Wij dragen het label van een groene school (MOS = Milieuzorg Op School). Een gezonde geest in een gezond lichaam is belangrijk. Wij zijn ook een sportactieve school waar fair-play belangrijk is. Daarnaast hebben we ook veel aandacht voor relaxatie bij de kinderen. Leerkrachten, leerlingen en poetshulpen zorgen er samen voor dat onze school steeds netjes is.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Jaarrekening 2020 - gemeentebestuur Drogenbos - vaststelling

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 260, 261 en 262.

 

Feiten en context

De voorliggende jaarrekening 2020, opgemaakt door mevrouw Lobke Dubois, financieel directeur bij het gemeentebestuur en het OCMW van Drogenbos.

 

De jaarrekening 2020 bestaat uit 3 onderdelen:

1. Beleidsevaluatie

Doelstellingenrealisatie 

     

2. De financiële nota

2.1. Doelstellingenrekening (J1)      

2.2. Staat van het financieel evenwicht boekjaar 2020 (J2)   

2.3. Realisatie van de kredieten boekjaar 2020 (J3)    

2.4. De balans per 31/12/2020 (J4)      

2.5. De staat van opbrengsten en kosten per 31/12/2020 (J5)

   

3. Toelichting bij de financiële nota

3.1. Verklaring materiële verschillen tussen meerjarenplan en rekening 

(exploitatie) 

3.2. Ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (TJ1)   

3.3. Ontvangsten en uitgaven naar economische aard (TJ2)   

3.4. Investeringsprojecten (TJ3)      

3.5. Verklaring materiële verschillen tussen meerjarenplan en rekening 

(investeringen)

3.6. Evolutie van de financiële schulden (TJ4)     

3.7. Toelichting bij de balans (TJ5)

 

Omdat de jaarrekening een rapportering op hoofdlijnen is, wordt ze aangevuld met documentatie en grafieken. Dit verschaft de raadsleden meer gedetailleerde gegevens en achtergrondinformatie, zodat ze de gegevens in de schema's van de jaarrekening beter kunnen beoordelen.                                                                     

 

De gemeente en haar OCMW vormen samen 1 rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter 2 afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. De gemeenteraad keurt het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.

Het komt de gemeenteraad toe om, in het kader van haar bevoegdheden, te beraadslagen over de voorgestelde rekening.

 

Het belang van het financieel beheer.

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn integraal terug te vinden in de jaarrekening 2020.

 

 

 

Besluit

 

14 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart en Tania Vanatoru

3 onthoudingen: Steve Roobaert, Myriam Essiaf en Jonathan Adriaens

 

Artikel 1:

De bij deze beslissing gevoegde jaarrekening 2020, opgemaakt door mevrouw Lobke Dubois, financieel directeur bij het gemeentebestuur en het OCMW van Drogenbos, wordt door de gemeenteraad vastgesteld.

 

Artikel 2:

De jaarrekening zal volgens de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur via het digitaal loket worden overgemaakt aan de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 3:

Deze beslissing en de jaarrekening 2020 wordt conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - jaarrekening 2020 - gemeentebestuur Drogenbos - goedkeuring deel OCMW

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 260, 261 en 262.

 

Feiten en context

De voorliggende jaarrekening 2020, opgemaakt door mevrouw Lobke Dubois, financieel directeur bij de gemeente en het OCMW van Drogenbos.

 

De jaarrekening 2020 bestaat uit 3 onderdelen:

 

1. Beleidsevaluatie

Doelstellingenrealisatie 

     

2. De financiële nota

2.1. Doelstellingenrekening (J1)      

2.2. Staat van het financieel evenwicht boekjaar 2020 (J2)   

2.3. Realisatie van de kredieten boekjaar 2020 (J3)    

2.4. De balans per 31/12/2020 (J4)      

2.5. De staat van opbrengsten en kosten per 31/12/2020 (J5)

   

3. Toelichting bij de financiële nota

3.1. Verklaring materiële verschillen tussen meerjarenplan en rekening 

(exploitatie) 

3.2. Ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (TJ1)   

3.3. Ontvangsten en uitgaven naar economische aard (TJ2)   

3.4. Investeringsprojecten (TJ3)      

3.5. Verklaring materiële verschillen tussen meerjarenplan en rekening 

(investeringen)

3.6. Evolutie van de financiële schulden (TJ4)     

3.7. Toelichting bij de balans (TJ5)

      

Omdat de jaarrekening een rapportering op hoofdlijnen is, wordt ze aangevuld met documentatie en grafieken. Dit verschaft de raadsleden meer gedetailleerde gegevens en achtergrondinformatie, zodat ze de gegevens in de schema's van de jaarrekening beter kunnen beoordelen.             

 

De gemeente en haar OCMW vormen samen 1 rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter 2 afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. De gemeenteraad keurt het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.

Het komt de gemeenteraad toe om, in het kader van haar bevoegdheden, te beraadslagen over de voorgestelde rekening, voor wat betreft het deel van het OCMW.

 

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde de jaarrekening 2020 vast in zitting van 14 juni 2021.

 

Het belang van het financieel beheer.

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn integraal terug te vinden in de jaarrekening 2020.

 

 

 

Besluit

 

14 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart en Tania Vanatoru

3 onthoudingen: Steve Roobaert, Myriam Essiaf en Jonathan Adriaens

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bij deze beslissing gevoegde jaarrekening 2020 zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed, en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening voor gemeente en OCMW definitief vast.

 

Artikel 2:

De jaarrekening zal volgens de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur via het digitaal loket worden overgemaakt aan de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 3:

Deze beslissing en de jaarrekening 2020 wordt conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2 - deel gemeente - vaststelling

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 78, 4° en 249.

 

Het Provinciedecreet van 9 december 2005.

 

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en

beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC).

 

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere

voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).

 

De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

 

Feiten en context

Het initiële meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW, goedgekeurd door de

gemeenteraad in zitting van 19 december 2019.

 

De aanpassing 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 - geheel gemeente en OCMW - goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 10 december 2020.

 

De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit:

1) De motivering van de wijzigingen;

2) De wijzigingen van de strategische nota;

3) De financiële nota, die bestaat uit:

a) Het aangepaste financiële doelstellingenplan (schema M1);

b) De aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2);

c) Het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3);

4) De aangepaste toelichting.

 

De gemeente en het OCMW hebben één geïntegreerd meerjarenplan, maar behouden hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Dit geldt eveneens voor het vaststellen van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn stellen hun aangepast meerjarenplan vast. Nadien stelt de gemeenteraad het aangepaste meerjarenplan van de raad voor maatschappelijk welzijn definitief vast.

 

Het belang van het financieel beheer.

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn integraal terug te vinden in het meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2.

 

 

 

Besluit

 

14 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart en Tania Vanatoru

3 onthoudingen: Steve Roobaert, Myriam Essiaf en Jonathan Adriaens

 

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt het meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2 vast voor het deel van de gemeente.

 

Artikel 2:

Het meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2 zal volgens de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur via het digitaal loket worden overgemaakt aan de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 3:

Deze beslissing en het volledige aangepaste meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2 wordt conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2 - deel OCMW - goedkeuring

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 78, 4° en 249.

 

Het Provinciedecreet van 9 december 2005.

 

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en

beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC).

 

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere

voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).

 

De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

Feiten en context

Het initiële meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW, goedgekeurd door de

gemeenteraad in zitting van 19 december 2019.

 

De aanpassing 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 - geheel gemeente en OCMW - goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 10 december 2020.

 

De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit:

1) De motivering van de wijzigingen;

2) De wijzigingen van de strategische nota;

3) De financiële nota, die bestaat uit:

a) Het aangepaste financiële doelstellingenplan (schema M1);

b) De aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2);

c) Het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3);

4) De aangepaste toelichting.

 

De gemeente en het OCMW hebben één geïntegreerd meerjarenplan, maar behouden hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Dit geldt eveneens voor het vaststellen van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn stellen hun aangepast meerjarenplan vast. Nadien stelt de gemeenteraad het aangepaste meerjarenplan van de raad voor maatschappelijk welzijn definitief vast.

 

Het belang van het financieel beheer.

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn integraal terug te vinden in het meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2.

 

 

 

Besluit

 

14 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart en Tania Vanatoru

3 onthoudingen: Steve Roobaert, Myriam Essiaf en Jonathan Adriaens

 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bij deze beslissing gevoegde meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2 zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed, en stelt zo de gezamenlijke AMJP 2021/2 voor gemeente en OCMW definitief vast.

 

Artikel 2:

Het meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2 zal volgens de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur via het digitaal loket worden overgemaakt aan de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 3:

Deze beslissing en het volledige aangepaste meerjarenplan 2020-2025 - AMJP 2021/2 wordt conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit: gedeeltelijk verleggen voetweg nr.25 te 1600 Sint-Pieters-Leeuw en te 1620 Drogenbos. Voorlopige vaststelling

 

Juridische grond

Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019

Omzendbrief van de Vlaamse Regering KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen

Artikelen 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017

 

Feiten en context

Op 20 januari 2021 heeft de gemeente Drogenbos een gemotiveerde aanvraag ontvangen voor het gedeeltelijk verleggen van voetweg nr. 25 zoals beschreven in de Atlas der Buurwegen van Sint-Pieters-Leeuw.

 

De verlegging loopt deels over het grondgebied van de gemeente Drogenbos.

 

Op 30/09/2020 heeft het landmeterskantoor Collin een ontwerp van verlegging opgemaakt met dosiernummer 4884.N.1996.

 

Het verleggen van de voetweg kadert binnen het reorganiseren van de Catala-site op het grondgebied van Sint-Pieters-Leeuw en Drogenbos.

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

 

Visum

Gunstig – Ongunstig – Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Sonia Ericx, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart en Tania Vanatoru

4 stemmen tegen: Jean Paul Grenier, Steve Roobaert, Myriam Essiaf en Jonathan Adriaens

 

Artikel 1:

De gemeente raad beslist akkoord te gaan met de gemotiveerde aanvraag van de NV Futurn om de voetweg nr. 25, zoals ingeschreven in de Atlas van de buurtwegen van Sint-Pieters-Leeuw, gedeeltelijk te verleggen volgens  het ontwerp van landmeterskantoor Collin met dosiernummer 4884.N.1996 dd.30/09/2020.

 

Artikel 2:

In afwachting van de aansluiting van de gedeeltelijke verlegging op nieuwe voetwegenstructuur, wordt gevraagd het zuidelijke eindpunt van de verlegging aan te sluiten op de bestaand, te behouden gedeelte van de voetweg nr. 25, op het grondgebied van de aanpalende gemeente Sint-Pieters-Leeuw

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de publieke bekendmaking van het gedeeltelijk verleggen van voetweg nr. 25, overeenkomstig de vigerende bepalingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit. Samenstelling Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening

 

Juridische grond

Het decreet van 15 mei 2009 houdende de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald artikel 1.3.3. en artikel 1.3.4.

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening;

 

Overwegende dat het aantal leden afhankelijk is van het inwonersaantal van de gemeente, met minimum 7 en maximum 9 leden voor een gemeente met niet meer dan 10.000 inwoners; dat minimum één vierden van de leden, waaronder de voorzitter, deskundigen moeten zijn inzake ruimtelijke ordening;

 

Overwegende dat in een gemeente met niet meer dan 10.000 inwoners, minstens 3 verschillende maatschappelijke geledingen moeten opgeroepen worden, om één of meer vertegenwoordigers voor te dragen als lid van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening;

 

Overwegende dat geen maatschappelijke geleding in rekening mag worden gebracht die vertegenwoordigd is door verenigingen die zich richten tot dezelfde maatschappelijke doelgroep of een deel van dezelfde maatschappelijke doelgroep;

 

 

Feiten en context

In het kader van de afschaffing van de vrijstelling van de Gecoro in kleine en zeer kleine gemeenten (max. 10.000 inwoners) sinds 1 januari 2019, is de gemeente Drogenbos verplicht een Gecoro op te richten.

 

In uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening richt de gemeenteraad een gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) op.

 

De leden van de Gecoro worden benoemd voor de huidige bestuursperiode. Hun benoeming is hernieuwbaar. Na de installatie van een nieuwe gemeenteraad wordt overgegaan tot de benoeming van een nieuwe commissie.

 

De nieuwe commissie treedt pas aan nadat de gemeenteraad de leden ervan heeft benoemd en nadat de toezichttermijn is verstreken. De oude commissie blijft zolang aan.

 

Leden van de gemeenteraad of het schepencollege kunnen geen lid van de adviescommissie zijn.

 

De gemeenteraad benoemt de voorzitter, de leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris van de Gecoro. De gemeenteraad kan onder de leden een ondervoorzitter aanwijzen.

 

Het aantal leden van de Gecoro is afhankelijk van het aantal inwoners. In een gemeente van maximaal 10.000 inwoners betekent dit dat er minimum 7 en maximum 9 leden zetelen in de Gecoro, de voorzitter inbegrepen.

 

De Gecoro stelt haar huishoudelijk reglement op. Het reglement wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.

 

De voertaal van de commissie is het Nederlands.

 

Adviezen

Het advies van de administratie:

 

GECORO: vaststellen aantal leden, bepalen maatschappelijke geledingen en vaststellen vergoeding:

 

Aantal:

Voor de gemeente Drogenbos moet die commissie bestaan uit minimum 7 en maximum 9 leden. Minimum 1/4de van de leden van de commissie moet deskundig zijn, de andere leden zijn vertegenwoordigers van de voornaamste maatschappelijke geledingen. De vertegenwoordigers van deze maatschappelijke geledingen worden geacht een bepaalde deskundigheid te hebben, veeleer dan hun organisatie te vertegenwoordigen. Bovendien moet binnen de effectieve leden de man/vrouwverhouding van 1/3 gerespecteerd worden.
De voorzitter van de commissie is een deskundige en wordt voorgedragen door het schepencollege. Elk lid, behalve de voorzitter heeft een plaatsvervanger.
Voorgesteld wordt om een commissie samen te stellen die bestaat uit minimaal 7 leden met een verdeling van minimaal 2 deskundigen en vertegenwoordigers van minimaal 3 maatschappelijke geledingen.

 

Maatschappelijke geledingen:

Voorgesteld wordt om volgende maatschappelijke geledingen op te roepen om één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger voor te dragen, waarbij de voorgedragen kandidaten van elke maatschappelijke geleding afzonderlijk de beide geslachten aan bod moeten laten komen.

- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer milieu- en natuurverenigingen;

- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van verenigingen van handelaars of landbouwers;

- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van handelaars;

- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers;

 

Organisaties die zich inzetten voor het behoud van het cultureel en/of architectonisch patrimonium binnen de gemeente worden niet vernoemd in het uitvoeringsbesluit van 19 mei 2000. Toch wensen we ook daar rekening mee te houden en stellen we voor ook volgende maatschappelijke geleding op te roepen:

 

- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer socio-culturele verenigingen.

 

Tijdens een volgende zitting van de gemeenteraad zullen de voorzitter (en eventueel ondervoorzitter), de effectieve leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris aangesteld worden.

 

Vergoeding:

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet dat de leden van de Gecoro een vergoeding krijgen. De vergoeding werd voor de effectieve Gecoro-leden (en bij hun afwezigheid van hun plaatsvervangers) gekoppeld aan de vergoedingen van de gemeenteraadsleden, nl. per zitting de helft van de vergoeding voor raadsleden voor de aanwezige leden en een gelijke vergoeding als de vergoeding voor de raadsleden per zitting voor de voorzitter.

 

De administratie stelt voor dat de gemeenteraad het aantal leden, de verschillende maatschappelijke geledingen en de vergoeding voor de leden en de voorzitter vastlegt zoals hiervoor voorgesteld.

Financiële gevolgen

Per zitting wordt een vergoeding voorzien die de helft van de vergoeding voor raadsleden bedraagt voor de aanwezige leden. En een gelijke vergoeding als de vergoeding voor de raadsleden per zitting voor de voorzitter.

 

Exploitatiebudget

Actie                           GBB

Registratiesleutel         61310040/0600-00

Bedrag                        €2.250/jaar (maximaal bedrag)

Opmerkingen               Dit bedrag dient nog te worden voorzien in het meerjarenplan.

 

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

9 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Sonia Ericx, Sabrina Pauwels, Francis Dons en Tania Vanatoru

7 stemmen tegen: Nahyd Meskini, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Steve Roobaert, François Dussart, Myriam Essiaf en Jonathan Adriaens

1 onthouding: André De Maere

 

Artikel 1

In uitvoering van artikel 1.3.3. van het decreet van 15 mei 2009 houdende de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt op het niveau van de gemeente een adviesraad voor ruimtelijke ordening opgericht, hierna de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) genoemd.

 

Artikel 2

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening wordt samengesteld uit minimaal 7 leden, waarvan minimaal 2 deskundigen.

De commissie wordt verder aangevuld met vertegenwoordigers uit minimaal 3 verschillende maatschappelijke geledingen.

 

Artikel 3

De maatschappelijke geledingen worden opgeroepen om vertegenwoordigers en hun plaatsvervanger(s) voor te dragen als lid van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening :

 

- 1 afgevaardigde uit de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer milieu- en natuurverenigingen

- 1 afgevaardigde uit de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werkgevers of zelfstandigen (met uitsluiting van vereniging van handelaars of landbouwers)

- 1 afgevaardigde uit de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van handelaars

- 1 afgevaardigde uit de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers

- 1 afgevaardigde  uit de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer socio-culturele verenigingen

 

Artikel 4

De ingediende kandidaturen moeten gemotiveerd zijn en eventuele deskundigheid moet aangetoond worden (via diploma, beroep, ervaring of motivatiebrief)

 

Artikel 5

Er wordt een oproep tot kandidaatstelling gelanceerd via: het gemeentelijk infoblad, de gemeentelijke website, een brief naar de maatschappelijke geledingen.

 

Artikel 6

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een vertegenwoordiger op te roepen voorgedragen door elk van de politieke fracties en zetelend in de gemeenteraad.

Deze vertegenwoordigers kunnen toelichtingen bijwonen en deelnemen aan een eventuele bespreking van het onderwerp in de commissie, maar mogen enkel wanneer de vergadering over het betrokken punt openbaar is, de beraadslaging en de stemming bijwonen.  Deze vertegenwoordigers mogen niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming.

 

Artikel 7

In een volgende vergadering zal worden overgegaan tot de benoeming van de voorzitter, de leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris.  De benoeming wordt ter advies aan de Bestendige Deputatie, en ter goedkeuring aan de Vlaamse regering voorgelegd.

 

Artikel 8

Het lidmaatschap van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening is niet verenigbaar met het lidmaatschap van adviescomités inzake ruimtelijke ordening op andere bestuurlijke niveaus.

 

Artikel 9

Een permanent secretariaat en de nodige middelen worden ter beschikking gesteld van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. De nodige kredieten worden hiervoor in de begroting voorzien.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Kennisname Strategisch Veiligheids- en Preventieplan

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - Gebruikersreglement en tariefreglement

Voetbalinfrastructuur Bosstraat

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Het "Gebruikersreglement huur gemeentelijke infrastructuur sport" goedgekeurd op de gemeenteraad van 10 juli 2014.

 

Feiten en context

Het verzoek van het gemeentebestuur en de voetbalclubs om een aantal punten van de gebruiksovereenkomsten betreffende de voetbalinfrastructuur aan te passen. Het aanpassen van deze punten heeft een impact op het gebruikersreglement.

 

Het verzoek van het gemeentebestuur om de gebruikerstarieven van de voetbalinfrastructuur aan te passen.

 

De huidige gebruiksovereenkomsten lopen t.e.m. 30 juni 2021.

 

Een nieuwe vorm van gebruik en exploitatie van de "voetbalinfrastructuur Bosstraat" vanaf augustus 2022 werd de laatste maanden bekeken. Gesprekken hier rond tussen het college van burgemeester en schepenen en het bestuur van voetbalclub

Verbroedering Beersel-Drogenbos zijn nog steeds lopende.

 

 

Advies

Het advies van het college van burgemeester en schepenen van dinsdag 25 mei 2021 aangaande het beheer van de voetbalinfrastructuur. In dit advies werd voorgesteld om het bestaande reglement en de verschillende overeenkomsten aan te passen.

 

Argumentatie

Overwegende dat sommige voetbalclubs de velden intensiever gebruiken dan andere door ook trainingen te organiseren.

 

Overwegende dat meester Beckers wordt geraadpleegd betreffende de exploitatie van de

"voetbalinfrastructuur Bosstraat".

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente.

Financiële gevolgen

 

Exploitatiebudget

Actie

ACT - GBB

Registratiesleutel

70509999/0740

Bedrag

 

Opmerkingen

 

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

11 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Sonia Ericx, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

5 stemmen tegen: Nahyd Meskini, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Steve Roobaert en Myriam Essiaf

 

Artikel1:

Het "Gebruikersreglement en tariefreglement - Voetbalinfrastructuur Bosstraat" wordt goedgekeurd en treedt in werking vanaf 1 augustus 2021.

 

Artikel2:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

Artikel3:

Dit besluit wordt overgemaakt aan de financiële dienst en aan de voetbalverenigingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit: Goedkeuring uitbetaling subsidies 2021 Krabbers

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.

 

Het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2013 betreffende de goedkeuring van de

samenwerkingsovereenkomst en statuten tussen de gemeente Drogenbos en PEVA-VZW

De Krabbers.

 

De samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Drogenbos en PEVA-VZW De

Krabbers.

 

De statuten van PEVA-VZW De Krabbers.

 

Feiten en context

Artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst: " Het bedrag van toelage, van de

gemeente Drogenbos aan de VZW De Krabbers wordt jaarlijks bepaald door de

gemeenteraad van de gemeente Drogenbos. De gemeente Drogenbos engageert zich

ertoe de nodige financiële middelen te voorzien opdat de VZW De Krabbers haar opdracht en doelstellingen optimaal kan realiseren. Daartoe maakt de VZW De Krabbers jaarlijks een ontwerp van budget op voor het volgend boekjaar en legt dit voor aan de gemeente Drogenbos".

 

Artikel 15 van de samenwerkingsovereenkomst; "Jaarlijks maakt de VZW de Krabbers,

naast een budget voor het volgende jaar, ook een jaarplan op waarin de planning voor

het volgende jaar wordt uiteengezet".

 

Artikel 16 van de samenwerkingsovereenkomst "Met het oog op de uitoefening van het

toezicht op de naleving van de onderhavige overeenkomst en op de aanwending van de

middelen die door de gemeente Drogenbos ter beschikking gesteld worden aan de VZW

De Krabbers, alsook met het ook op de evaluatie van de uitvoering van de genoemde

opdracht, legt de VZW de Krabbers een jaarverslag en een financieel verslag ter

goedkeuring voor aan de gemeenteraad met betrekking tot elk werkingsjaar".

 

 

Argumentatie

In overweging nemende dat het financieel verslag 2020 en het jaarverslag 2020 in bijlage worden toegevoegd.

 

In overweging nemende dat de leden van de Algemene Vergadering van PEVA-VZW De Krabbers het financieel verslag 2020 en het jaarverslag 2020 goedkeurden op de bestuursvergadering van 29 april 2021.

 

In overweging nemende dat het budget 2021 en het jaarplan 2021 van PEVA-VZW De Krabbers in bijlage werden toegevoegd.

 

In overweging nemende dat de leden van de Algemene Vergadering van PEVA-VZW De Krabbers het budget 2021 en het jaarplan 2021 goedkeurden op de bestuursvergadering van 29 april 2021.

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente.

Financiële gevolgen

 

Exploitatiebudget

Actie

ACT - GBB

Registratiesleutel

64930000/0750-00

Bedrag

€ 15.000

Opmerkingen

/

 

Visum

Gunstig: zie bijgevoegd document d.d. 03/05/2021

 

 

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

 

Artikel 1:

Het financieel verslag 2020 en het jaarverslag 2020 van PEVA-VZW De Krabbers in al hun bepalingen goed te keuren.

 

Artikel 2:

Het budget 2021 en het jaarplan 2021 van PEVA-VZW De Krabbers in al hun bepalingen goed te keuren.

 

Artikel 3:

Het totale subsidiebedrag van €15.000 voor het werkingsjaar 2021 uit te betalen aan de PEVA-VZW De Krabbers.

 

Artikel 4:

Deze beslissing over te maken aan de toezichthoudende overheid, de financieel directeur, de financiële dienst en PEVA-VZW De Krabbers.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit - goedkeuring samenwerkingsovereenkomst voor de organisatie van de vaccinatiecentra Zennevallei en aanstelling vertegenwoordiger beheerscomité

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald art. 392-395 en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning.

Het “Draaiboek voor het vaccinatiecentrum” van het agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse overheid.

Het besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan de zorgraden en de penvoerende organisaties voor het programmamanagement en de bestaffing van de vaccinatieteams in de vaccinatiecentra.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 22 januari 2021 tot toekenning van een subsidie voor infrastructuur en uitbating van een vaccinatiecentrum.

 

Feiten en context

Voor de Eerstelijnszone Zennevallei zijn er twee vaccinatiecentra, de Bres in Halle en het Doc in Beersel. Om de samenwerking tussen de lokale besturen ( Halle, Sint-Pieters-Leeuw, Pepingen, Beersel, Sint-Genesius-Rode, Drogenbos en Linkebeek) onderling en met de Eerstelijnszone Zennevallei en de Artsenkring, richting en een basis aan zekerheid te bieden, wordt er een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen alle lokale besturen van de zone, de ELZ Zennevallei en de artsenkring Zennevallei. Deze is geïnspireerd op de overeenkomst die was afgesloten voor het schakelzorgcentrum Zennevallei zoals goedgekeurd op 17 september 2020 en het juridisch kader dat aangeleverd is door het Agentschap Zorg en Gezondheid. Ze bevat meer specifieke bepalingen omtrent de inbreng en verantwoordelijkheden van de aangesloten lokale besturen binnen het kader van een interbestuurlijk samenwerkingsverband. De overeenkomst heeft een onderling solidariteitsprincipe, dat rekening houdt met de eigenheden van de aangesloten lokale besturen, als basis. Er wordt een beheerscomité opgericht met een vertegenwoordiger van elke aangesloten gemeente.

Financiële gevolgen

 

Exploitatiebudget

Actie

ACT - 80

Registratiesleutel

61319999/0989-00

Bedrag

nog niet gekend

Opmerkingen

Het bedrag zal worden voorzien bij een aanpassing meerjarenplan

 

Visum

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, François Dussart, Myriam Essiaf, Jonathan Adriaens en Tania Vanatoru

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt volgende samenwerkingsovereenkomst, met als doel de vaccinatie van 70 procent van haar bevolking, ter bestrijding van de COVID19-pandemie,  goed:

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VOOR DE ORGANISATIE VAN DE VACCINATIECENTRA ZENNEVALLEI

 

TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN

 

De stad Halle, met zetel te 1500 Halle, Oudstrijdersplein 18,

vertegenwoordigd door de heer Bertrand Demiddeleer, voorzitter van de gemeenteraad en de heer Jan De Winne, algemeen directeur;

EN de gemeente Sint-Pieters-Leeuw, met zetel te 1600 Sint-Pieters-Leeuw, Pastorijstraat 21, vertegenwoordigd door de heer Siebe Ruykens, voorzitter van de gemeenteraad en de heer Walter Vastiau, algemeen directeur;

EN de gemeente Beersel, met zetel te 1652 Alsemberg, Alsembergsteenweg 1046, vertegenwoordigd door de heer Marc Beling, voorzitter van de gemeenteraad en mevrouw Hilde Devisch, algemeen directeur;

EN de gemeente Pepingen, met zetel te 1670 Pepingen, Ninoofsesteenweg 116, vertegenwoordigd door mevrouw Sander Geerts, voorzitter van de gemeenteraad en mevrouw Leen Deneyer, algemeen directeur;

EN de gemeente Linkebeek, met zetel te 1630 Linkebeek, Gemeenteplein 2, vertegenwoordigd door de heer Roel Leemans, voorzitter van de gemeenteraad en mevrouw Veerle De Brael, algemeen directeur;

EN de gemeente Sint-Genesius-Rode, met zetel te 1640 Sint-Genesius-Rode, Dorpsstraat 46,vertegenwoordigd door de heer Pierre Rollin, burgemeester-voorzitter van de

gemeenteraad en de heer Bart Devisch, algemeen directeur;

EN de gemeente Drogenbos, met zetel te 1620 Drogenbos, Grote Baan 222, vertegenwoordigd door de heer Philippe Queroles, voorzitter van de gemeenteraad en mevrouw Sonja Dedoncker, algemeen directeur;

EN de Artsenkring Zennevallei, vertegenwoordigd door dr. Stéphane Heijmans, voorzitter Artsenkring Zennevallei vzw;

EN de Eerstelijnszone Zennevallei, vertegenwoordigd door dr. Johan Luyckfasseel, voorzitter Eerstelijnszone Zennevallei vzw;

Allen samen de partners van deze samenwerkingsovereenkomst;

 

WORDT OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

 

Artikel 1. Voorwerp

§1. Ingevolge de richtlijnen van de federale regering, de provinciegouverneur en het Agentschap Zorg en Gezondheid werken de partners samen voor de organisatie van de vaccinatiecentra Zennevallei in het kader van de bestrijding van het coronavirus COVID-19. Bij vaccinatiecentrum De Bres zijn Halle, Sint-Pieters-Leeuw en Pepingen aangesloten, bij het vaccinatiecentrum het DOC van Beersel, zijn de lokale besturen van Beersel, Drogenbos, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode aangesloten. 

 

§2. Deze setting is noodzakelijk in het kader van de bestrijding van de COVID-19 pandemie en is een opgelegde opdracht van Vlaanderen.

 

§3. Het doel van het samenwerkingsverband is om tussen alle partners een afsprakenkader te maken voor de oprichting, de duur, de opzegmogelijkheid, de inbreng van de deelnemers en de wijze waarop die inbreng wordt beheerd, de interne organisatie, de wederzijdse rechten en verplichtingen en de financiële repercussies, de informatieverstrekking aan de deelnemers en de jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden, de opmaak van de rekeningen en de bestemming van het resultaat, de financiële controle en de vereffening van de vaccinatiecentra Zennevallei. 

 

Artikel 2. Duur

§1. Huidige samenwerkingsovereenkomst treedt in werking vanaf het ogenblik van erkenning van de vaccinatiecentra Zennevallei en loopt voor de duur van de maatregelen opgelegd door de federale regering, de provinciegouverneur en het Agentschap Zorg en Gezondheid.

 

§2. De samenwerkingsovereenkomst zal geldig zijn voor de periode die nodig is om de taken van het vaccinatiecentrum Zennevallei uit te oefenen en af te ronden. Deze overeenkomst blijft aldus van kracht zolang het vaccinatiecentrum Zennevallei nodig is om het coronavirus COVID-19 te bestrijden.

 

§3. Een vervroegde uittreding door één of meerdere partners uit huidige samenwerkingsovereenkomst is niet mogelijk, tenzij de uittreding wordt opgelegd of wordt mogelijk gemaakt door de bevoegde federale of Vlaamse overheid, of door de bevoegde minister of provinciegouverneur in het kader van de coördinatie van de noodplanning, teneinde de organisatie van de vaccinatiecentra te veranderen of om de coronacrisis op een andere manier te bestrijden. In dat geval komt het lokaal bestuur de verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst nog na, eventueel pro temporis van de aangesloten periode.

 

Artikel 3. Samenwerking

§1. Huidige samenwerkingsovereenkomst is gebaseerd op een principe van wederzijdse solidariteit.

 

§2. Door het sluiten van deze samenwerkingsovereenkomst engageren de aangesloten lokale besturen zich om tot de officiële opheffing van de coronamaatregelen, minstens bij te dragen volgens de principes zoals bepaald in artikel 5.

 

§3. De eerstelijnszone Zennevallei neemt in deze samenwerking het (para)medische luik van de vaccinatiecentra op zich, waarvoor zij een subsidie-enveloppe “vaccinatieteam” en een subsidie-enveloppe “programma-management” ontvangt en beheert.

 

§4. De Artsenkring Zennevallei neemt bij de organisatie van het para(medische) aspect van de vaccinaties, een ondersteunende rol op.

 

Artikel 4. Bestuur en beheer

§1. Beherende gemeenten

De gemeente Beersel en de stad Halle worden aangeduid als beherende gemeenten voor de vaccinatiecentra Zennevallei.

Voor het vaccinatiecentrum het DOC, ontvangt het lokaal bestuur van Beersel, maatschappelijke zetel te Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg, de subsidies voor de accommodatie, inrichting, uitbating, niet-medisch personeel, en vervoer van minder mobielen volgens het BVR van 21/01/2021.  Voor het vaccinatiecentrum De Bres, is het het lokaal bestuur van Halle, maatschappelijke zetel te Oudstrijdersplein 18, 1500 Halle, dat deze subsidie ontvangt en beheert.  

 

§2. Publiekrechtelijk beheerscomité

Er wordt een beheerscomité opgericht waarin één afgevaardigde van elk deelnemend lokaal bestuur (aangeduid onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen), een afgevaardigde van de ELZ Zennevallei en een afgevaardigde van de Artsenkring, zetelen. 

 

Het beheerscomité komt minstens éénmaal per jaar (virtueel) samen om de rekeningen vast te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, of  indien daartoe een dringende noodzaak bestaat.

Het beheerscomité geeft de opdracht aan de algemene stuurgroep om de kosten van de deelnemende gemeenten vast te leggen en de rekeningen op te stellen. De rekening wordt opgemaakt binnen de zes maanden na afsluiting van het boekjaar.

De rekeningen zijn goedgekeurd indien de meerderheid van de deelnemers én de gewone meerderheid van de gemeenteraden van de deelnemers ze goedkeurt.

 

De algemene stuurgroep roept het beheerscomité samen voor het voorleggen van de rekening, zie §3.

Indien, omwille van dringende noodzaak, 1 van de deelnemers van het beheerscomité een overleg gewenst vindt, nodigt het de andere leden uit via e-mail, minstens 2 dagen voor het overleg.

 

De leden van het beheerscomité verstrekken informatie aan de deelnemers van het samenwerkingsverband en staan in voor de verdere informatieverstrekking naar de gemeenteraad. De rekening en het jaarverslag dienen door de leden van het beheerscomité binnen de drie maanden aan de gemeenteraad van hun gemeente ter goedkeuringen voorgelegd te worden.

 

§3. Dagelijks bestuur: de stuurgroep per vaccinatiecentrum en de algemene stuurgroep

Voor het beheer en dagelijkse bestuur van de vaccinatiecentra Zennevallei wordt een algemene stuurgroep samengesteld, naast de gewone stuurgroep per vaccinatiecentrum.

 

De algemene stuurgroep wordt georganiseerd als volgt:

1. Er wordt een algemene stuurgroep samengesteld die minstens bestaat uit de volgende personen:

- De voorzitter en senior stafmedewerker van de Eerstelijnszone Zennevallei;

- De voorzitter en coördinator van de Artsenkring Zennevallei;

- De financieel directeuren van de gemeente Beersel en de stad Halle (de penhouders);

- De aangeduide vertegenwoordiger(s) van de lokale besturen Halle, Beersel en Sint-Pieters-Leeuw.

 

2. De samenstelling van de algemene stuurgroep kan, naargelang de noden van de coronacrisis, te allen tijde worden gewijzigd na (schriftelijk) akkoord van de helft van de partners. Elk deelnemend lokaal bestuur heeft, indien gewenst, minstens recht op één afgevaardigde in de algemene stuurgroep. Met bovenstaande minimumsamenstelling dient wel steeds rekening gehouden te worden.

 

3. De algemene stuurgroep komt op regelmatige basis samen, in overeenstemming met wat de goede werking van de vaccinatiecentra en alle (deel)aspecten ervan vereisen.

 

4. De algemene stuurgroep heeft het mandaat om de beslissingen te nemen die nodig zijn voor de werking van de vaccinatiecentra en alle (deel)aspecten ervan. De vertegenwoordigers van de lokale besturen uit de algemene stuurgroep, zorgen voor informatieverstrekking in de stuurgroep van het vaccinatiecentrum.

 

5 De algemene stuurgroep stelt de bijdrage van elke gemeente in de kosten volgens art. 5 vast, en bereidt de rekeningen voor. De (vereffenings)rekening wordt opgemaakt binnen de zes maanden na afsluiting van het boekjaar en overgemaakt aan het beheerscomité

 

De algemene stuurgroep stelt jaarlijks een jaarverslag en het eindverslag op, dat wordt overgemaakt aan het beheerscomité. De algemene stuurgroep nodigt de leden van het beheerscomité uit via e-mail, 14 dagen voor het overlegmoment, en bezorgt op dat moment de agenda, alsook de nodige documenten.

 

 

 

Artikel 5. Kosten, bijdrage en vereffening

§1. De subsidies

De gemeente Beersel en de stad Halle worden aangeduid als beherende gemeenten voor de vaccinatiecentra Zennevallei. Zij ontvangen en beheren de subsidies voor de vaccinatiecentra op hun grondgebied voor: de accommodatie, de inrichting, de uitbating, niet-medisch personeel, en vervoer van minder mobielen ( zoals bepaald in BVR van 22 jan.2021).

 

De eerstelijnszone Zennevallei ontvangt en beheert de subsidie voor het (para)medische luik, deze omvat een subsidie-enveloppe “vaccinatieteam” en een subsidie-enveloppe “programma-management” ( zoals bepaald in het BVR  tot toekenning van een subsidie aan de zorgraden en de penvoerende organisaties voor het programmamanagement en de bestaffing van de vaccinatieteams in de vaccinatiecentra).

 

§2. De kosten

Als algemeen principe geldt, dat alle effectieve kosten die onder de subsidie vallen, kunnen worden gefactureerd, rekening houdende met onderstaande bepalingen: 

 

Kosten voor infrastructuur, inrichting, uitbating, vervoer

- De  beherende lokale besturen krijgen elk een forfaitair bedrag voor éénmalige en terugkerende kosten van materiaal dat door hen ter beschikking wordt gesteld ( bijvoorbeeld poetsproducten, kleine benodigdheden, kopieermachines, sloten,…). Voor het lokaal bestuur van Beersel is dit forfait 15 000 euro, voor het lokaal bestuur van Halle 22 500 euro.

- Goederen die aangekocht worden en die later nog inzetbaar zijn (bv. aankoop laptops) zullen in  overleg met de algemene stuurgroep een sociaal doel krijgen, of worden verdeeld over de lokale besturen.

 

Personeelskosten

Personeel dat specifiek wordt aangesteld voor het vaccinatiecentrum.

Personeel dat valt onder de subsidie voor de infrastructuur en de uitbating van de vaccinatiecentra, zoals de tijdelijke aanwervingen voor een welomschreven werk, jobstudenten, uitzendkrachten,... wordt door de beherende gemeentes aangeworven en opereert onder hun werkgeversgezag.

Het (para)medisch personeel en programma-management, vallen onder de subsidie en het werkgeversgezag van de ELZ Zennevallei.

Dienstverlening door personeel van de aangesloten lokale besturen.

We hanteren hierbij een solidariteitsprincipe dat voor alle lokale besturen geldt, met inbegrip van de beherende gemeenten.

Elk bestuur levert een proportionele evenwaardige bijdrage aan dienstverlening door inzet van personeel. De proportionele bijdrage wordt bepaald a rato van het aantal inwoners 18+ per gemeente per vaccinatiecentrum en wordt vastgelegd door de algemene stuurgroep in een addendum. Alle ingebrachte uren worden verrekend volgens een gemiddelde loonschaal: barema B2, 10 jaar geldelijke anciënniteit. 

Indien een lokaal bestuur het solidariteitsprincipe niet nakomt na signaal van de algemene stuurgroep, zal dit verrekend worden. Het betreffende lokaal bestuur zal dit tekort in bijdrage financieel moeten bijpassen zie art.5 §3.

 

 

Andere kosten

 Verzekeringen

Elke partner staat zelf in voor de verzekering(en) van eigen personeelsleden, materiaal en/of vrijwilligers die worden ingezet voor de organisatie en de werking van de vaccinatiecentra Zennevallei. De (para)medische vrijwilligers worden ingezet door de ELZ Zennevallei, andere vrijwilligers door de beherende gemeentes. Het werkgeversgezag kan nooit worden overgedragen aan het samenwerkingsverband

 

Bij juridische betwisting of optreden in rechte tegen één van de verbintenissen door een deelnemende gemeente aangegaan in samenspraak met de algemene stuurgroep, in het kader van de organisatie en inrichting van de vaccinatiecentra, en indien er geen dekking is door de aansprakelijkheidsverzekering van het desbetreffende bestuur, geldt het principe van solidariteit. De algemene stuurgroep formuleert een voorstel. In principe zal de kost verdeeld worden a rato van het aantal inwoners per gemeente 18+ per vaccinatiecentrum. Dit voorstel wordt voorgelegd aan het beheerscomité.

 

Niet vermeldde kosten

Niet vermeldde kosten die zich zouden voordoen, worden voorgelegd aan de algemene stuurgroep die beslist of deze kosten kunnen worden ingebracht en opgenomen in de jaarrekening.

 

§3. Bijdrage en vereffening

 

Elk lokaal bestuur maakt een oplijsting van de in artikel 5 §2 opgenomen kosten en maakt deze met de stavingstukken over aan het beherende bestuur van zijn vaccinatiecentrum die deze overmaakt aan de algemene stuurgroep.

Het geheel van de kosten wordt door de algemene stuurgroep aan een controle onderworpen, rekening houdend met de in deze overeenkomst gemaakte afspraken.

 

De personeelskosten worden door het lokaal bestuur bijgehouden en gevalideerd door de algemene stuurgroep. Ieder lokaal bestuur zet solidair, in verhouding tot zijn inwonersaantal, een gelijk aantal FTE in. Indien een lokaal bestuur het solidariteitsprincipe niet nakomt, zal het zijn tekort m.b.t de personeelsinzet door een financiële bijdrage dienen te compenseren. Alvorens de subsidies worden aangewend om de personeelskosten te vergoeden, dient het lokale bestuur zijn financiële bijdrage te betalen.

 

Alle toegekende subsidies worden aangewend voor de betaling van alle kosten van de aangesloten lokale besturen per vaccinatiecentrum

Indien zou blijken dat één vaccinatiecentrum een overschot aan subsidies heeft en het andere vaccinatiecentrum een tekort, wordt het solidariteitsprincipe toegepast.

Het solidariteitsprincipe wordt ook in beide richtingen toegepast bij een overschot / tekort bij de subsidies voor de ELZ Zennevallei en de subsidies voor de vaccinatiecentra.

Indien de subsidies bij beide vaccinatiecentra ontoereikend zijn om alle kosten te dekken, zal dit gemeld worden aan Vlaanderen met de vraag het Belfortprincipe toe te passen. In afwachting gebeurt de verdeling van de ontvangen subsidies per vaccinatiecentrum als volgt:

 Vooreerst worden alle kosten (huur/aankoop) voor infrastructuur, inrichting, uitbating en vervoer die werden (uit)besteed in rekening gebracht.

 Vervolgens worden alle loonkosten voor personeel dat specifiek werd aangesteld voor het vaccinatiecentrum (de tijdelijke aanwervingen voor een welomschreven werk, jobstudenten, uitzendkrachten) in rekening gebracht.

 Daarna kan het forfaitair bedrag dat werd vastgesteld voor de vergoeding aan de beherende gemeente voor grote éénmalige en terugkerende kosten van materiaal dat door hen ter beschikking wordt gesteld, worden vergoed.

 Vervolgens verdeelt men de kost verbonden aan de personeelsinzet van de aangesloten lokale besturen: nadat de financiële bijpassing gebeurde door het lokaal bestuur dat in evenredigheid te weinig personeel inzette, wordt de kost van de inzet van het eigen personeel, a rato van het aantal inwoners per gemeente 18 + , procentueel vergoed volgens een gemiddelde loonschaal: barema B2, 10 jaar geldelijke anciënniteit.

 Indien de subsidies volstaan om alle personeelskosten te dekken, zal de beherende gemeente de kosten verbonden aan het inkomstenverlies of de huur van de zaalinfrastructuur  in rekening brengen.

 

Bij een eventueel positief resultaat na verrekening van alle kosten, wordt, behoudens verplichte terugvorderingen aan Vlaanderen, het resultaat over de aangesloten lokale besturen verdeeld a rato van het aantal inwoners per gemeente 18 +.

 

In geval van onenigheid over de bijdrage van elk lokaal bestuur in de gemaakte kosten, duiden de partners de provinciegouverneur aan als bemiddelaar die bemiddelt over de bijdrage in de kosten.

Indien na bemiddeling geen oplossing kan worden bereikt, kan de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur een eindbeslissing nemen.

 

Na verificatie door de algemene stuurgroep en rekening houdend met de in deze overeenkomst gemaakte afspraken, wordt de staat van ontvangsten (subsidies) en kosten zoals deze zullen worden opgenomen in de jaarrekening van de beherende gemeente, voorgelegd aan het beheerscomité.

 

Artikel 6. wijziging samenwerkingsovereenkomst

Elke wijziging aan deze samenwerkingsovereenkomst dient te gebeuren bij schriftelijk akkoord tussen een meerderheid van de bevoegde organen van de verschillende partners.

 

Artikel 7. ontbinding en vereffening

Beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst is pas mogelijk nadat schriftelijk is aangegeven door een hogere overheid, met name de federale regering, de provinciegouverneur of het Agentschap Zorg en Gezondheid, dat de vaccinatiecentra niet langer nodig zijn.

 

Op dat ogenblik stelt de algemene stuurgroep de vereffeningsrekening op en legt deze, samen met de vraag tot opheffing van de samenwerkingsovereenkomst, voor aan het beheerscomité.

 

Na goedkeuring van de vereffeningsrekening en de vraag tot opheffing van het samenwerkingsverband, worden deze punten geagendeerd op de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Na goedkeuring bij gewone meerderheid in de bevoegde organen van de deelnemers, wordt het interbestuurlijke samenwerkingsverband beëindigd en vereffend. 

 

Opgemaakt te , op , in zoveel originele exemplaren als er partijen zijn, waarvan iedere partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen.

 

Voor de gemeente Sint-Pieters-Leeuw,

 

 

 

Siebe Ruykens       Walter Vastiau

voorzitter van de gemeenteraad    algemeen directeur

 

Voor de gemeente Beersel,

 

 

 

Marc Beling       Hilde Devisch

voorzitter van de gemeenteraad    algemeen directeur 

 

Voor de gemeente Pepingen,

 

 

 

Sander Geerts      Leen Deneyer

voorzitter van de gemeenteraad    algemeen directeur

 

Voor de gemeente Linkebeek,

 

 

 

Roel Leemans       Veerle De Brael

voorzitter van de gemeenteraad    algemeen directeur 

 

 

Voor de gemeente Sint-Genesius-Rode,

 

 

 

Pierre Rollin       Bart Devisch

burgemeester-voorzitter gemeenteraad   algemeen directeur

 

 

Voor de gemeente Drogenbos,

 

 

 

Philippe Queroles     Sonja Dedoncker

voorzitter van de gemeenteraad    algemeen directeur 

 

Voor de stad Halle,

 

 

 

Betrand Demiddeleer     Jan De Winne

voorzitter van de gemeenteraad    algemeen directeur

 

Voor de Artsenkring Zennevallei,

 

 

 

dr. Stéphane Heijmans

voorzitter Artsenkring Zennevallei vzw

 

Voor de Eerstelijnszone Zennevallei,

 

 

 

dr. Johan Luyckfasseel

voorzitter Eerstelijnszone Zennevallei vzw

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 01/07/2021

Besluit: Motie namens MR en Défi - Neutraliteit

 

Motie over de neutraliteit van de Staat, de gewaarborgde individuele vrijheden, met als doel de neutraliteit en onpartijdigheid van de gemeentelijke ambtenaren, de vertegenwoordigers van de gemeente in de paralokale instellingen, de vertegenwoordigers van de gemeente en het personeel van de gemeentelijke vzw's en de gemeentebedrijven te waarborgen en het dragen van opzichtige levensbeschouwelijke symbolen bij de uitoefening van hun functies te verbieden.

 

Overwegende dat het beginsel van neutraliteit, dat bestaat in en is bekrachtigd in ons positief recht en is bevestigd door de Raad van State, tegenwoordig wordt bedreigd. Dat wanneer de Staat zijn rol als neutrale en onpartijdige organisator van de uitoefening van verschillende politieke en filosofische overtuigingen en van godsdienst, eredienst en geloofsovertuigingen verliest, deze de vreedzame coexistentie van individuen in gevaar brengt en het samenleven doet splijten.

 

Dat het dus belangrijk is om op nog uitdrukkelijker manier wettelijk te bekrachtigen dat het grondwettelijk beginsel van neutraliteit van de overheid inhoudt dat de gemeente, het OCMW, maar ook het bestuur ervan en de openbare diensten alle garanties van neutraliteit moeten bieden en de uiterlijke kenmerken ervan moeten vertonen zodat de burger, de gebruiker, niet aan die neutraliteit kan twijfelen. Hetzelfde geldt voor de vertegenwoordigers van de gemeente in de paralokale instellingen (intercommunales, sociale huisvestingsmaatschappij), voor de vertegenwoordigers en het personeel van de gemeentelijke vzw's (culturele centra, musea, sportcentra, enz.), evenals voor de vertegenwoordigers van de gemeente en het personeel in de gemeentebedrijven.

 

Overwegende dat deze neutraliteit van de Staat een noodzakelijke voorwaarde is voor een pluralistische samenleving waarin iedereen zich gerespecteerd voelt in zijn of haar anders‐zijn, overtuigingen, cultuur of godsdienst. Dat als dit twijfel wordt getrokken, dit altijd de deur zal openen naar polarisatie van gemeenschappen en naar wat ons verdeelt in plaats van naar wat ons samenbrengt. Dat hoe veelzijdiger en diverser een samenleving is, waar we ons op kunnen verheugen, hoe groter de behoefte aan neutraliteit van de kant van de Staat is.

 

Overwegende dat dit beginsel van neutraliteit niet alleen ten doel heeft om de sociale vrede te bewaren. Dat het een nog ambitieuzer doel nastreeft: vrijheid en in het bijzonder vrijheid van overtuiging, of die nu politiek, filosofisch of religieus van aard is. Dat dit principe, door ambtenaren te verplichten zich te onthouden van het openlijk tonen van levensbeschouwelijke symbolen, het openbaar gezag, in dit geval de gemeente en haar diensten, in staat stelt om de samenleving een pluralistisch kader te bieden waarin de vrijheid van meningsuiting, of die nu van politieke, filosofische of religieuze aard is, zich op de meest optimale en vruchtbare manier kan ontplooien.

 

Overwegende dat in België de neutraliteit van de overheid een ongeschreven constitutioneel beginsel is waarvan het bestaan vele malen is erkend en dat dit beginsel ten nauwste samenhangt met het discriminatieverbod in het algemeen en met het beginsel van benuttingsgelijkheid van de openbare dienst in het bijzonder. Dat de Raad van State daar met klem aan heeft herinnerd, bijvoorbeeld in zijn advies 44.521/AG van 20 mei 2008, toen hij verklaarde: « (...) In een democratische rechtsstaat dient de overheid neutraal te zijn, omdat zij de overheid is van en voor alle burgers en omdat zij deze in beginsel gelijk dient te behandelen zonder te discrimineren op grond van hun religie, hun levensbeschouwing of hun voorkeur voor een gemeenschap of partij ».

 

Overwegende dat de Raad van State in een arrest van 21 december 2010 ook heeft verklaard dat dit beginsel van neutraliteit bindend is voor alle ambtenaren. Overwegende dat op federaal niveau het Koninklijk Besluit van 14 juni 2007 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 2 oktober 1937 betreffende de status van rijksambtenaren in artikel 8 eveneens vermeldt dat de rijksambtenaar op een strikte manier de beginselen van neutraliteit, gelijkheid in behandeling en naleving van de wetten, de reglementen en de richtlijnen moet eerbiedigen en dat de rijksambtenaar, wanneer hij bij zijn ambtsuitoefening in contact komt met het publiek, elk woord, elke houding of elk voorkomen moet vermijden die van die aard zouden kunnen zijn dat ze het vertrouwen van het publiek in zijn volledige neutraliteit, in zijn bekwaamheid of in zijn waardigheid in het gedrang zouden kunnen brengen. Dat de ministeriële omzendbrief nr. 573 van 17 augustus 2007 met betrekking tot het deontologisch kader voor de ambtenaren van het federaal administratief openbaar ambt bepaalt dat de ambtenaren ervoor zorgen dat hun deelname aan of betrokkenheid bij politieke of levensbeschouwelijke activiteiten, het vertrouwen van de gebruiker in de onpartijdige, neutrale en loyale uitoefening van hun ambt, niet schaadt.

 

Overwegende dat deze motie om deze verschillende redenen beoogt dat het ostentatief dragen van elk teken van overtuiging voor de ambtenaren van de diensten van de Gemeente en van het OCMW wordt verboden, ongeacht of het een filosofische, politieke of religieuze gezindheid uitstraalt.

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

 

 

Besluit

 

4 stemmen voor: Grégory Boen, Jean Paul Grenier, François Dussart en Jonathan Adriaens

13 stemmen tegen: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Marc Vettori, Philippe Queroles, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Sabrina Pauwels, Francis Dons, André De Maere, Myriam Essiaf en Tania Vanatoru

 

De gemeenteraad roept het college op:

 

Artikel 1:

Om een gemeentereglement voor te stellen waarin de verplichting van onpartijdigheid, neutraliteit en het tonen van neutraliteit bij de uitoefening van hun ambt door de ambtenaren van de gemeentelijke diensten (en van het OCMW) wordt bekrachtigd, evenals, ter uitvoering van dit beginsel, het verbod op het dragen van opzichtige filosofische, politieke of religieuze levensbeschouwelijke symbolen bij de uitoefening van hun ambt.

 

Artikel 2:

Dit gemeentereglement en de in 1 overeengekomen verplichtingen en verboden uit te breiden tot de vertegenwoordigers van de gemeente in de paralokale instellingen (intercommunales, sociale huisvestingsmaatschappij enz.), tot de vertegenwoordigers van de gemeente en het personeel van de gemeentelijke vzw's (culturele centra, musea, sportcentra enz.), evenals tot de vertegenwoordigers van de gemeente en het personeel in de gemeentebedrijven.

 

 

Publicatiedatum: 17/09/2021