Drogenbos

Gemeenteraad van 21/11/2019

Tegenwoordig:

 

Philippe Queroles

Voorzitter;

Alexis Calmeyn

Burgemeester;

Myriam Claessens, Nahyd Meskini en José Lefever

Schepenen;

Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

Raadsleden;

Sonja Dedoncker

Algemeen directeur;

 

Verontschuldigd:

 

Marc Vettori

Schepen;

Sabrina Pauwels, Myriam Essiaf en Nicolas Honoré

Raadsleden;

 

 

Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Goedkeuring notulen gemeenteraad  dd. 26 september 2019

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Enig artikel:

De notuelen van de gemeenteraad en het zittingsverslag dd. 26 september 219 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

VZW Sporthall - Agenda Algemene Vergadering

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

TMVW ov - Buitengewone algemene vergadering - 19 december 2019

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1: De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering TMVW ov van 19 december 2019 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten :

 

1.Toetredingen, uitbreiding van toetredingen, gedeeltelijke en algemene uittredingen en naamswijziging van een deelnemer

2.Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten

3.Statutaire benoemingen en mededelingen

4.Evaluatieverslag met betrekking tot de werking van de opdrachthoudende vereniging en het ondernemingsplan 2019 – 2025 (cfr. Art. 459 en 432 DLB)

5.Begroting 2020 (cfr. artikel 432 DLB)

6.Vaststelling van code van goed bestuur (cfr. artikel 434 DLB)

7.Krijtlijnen organisatie uitzendarbeid

8.Kennisname van de artikelsgewijze toelichting van de raad van bestuur om de statuten en de bijlagen 3 en 4 aan te passen aan de overwegingen en de voorstellen gedaan in de toelichting

9.Splitsing van de T-aandelen, als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 door de Vereniging uitgegeven T-aandeel 992 T-aandelen in ruil ontvangen en de nominale waarde per T-aandeel daalt van EUR 2.480 naar EUR 2,50

10.Splitsing van de TK-aandelen, als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 door de Vereniging uitgegeven TK-aandeel 2.000 TK-aandelen in ruil ontvangen en de nominale waarde per T-aandeel daalt van EUR 5.000 naar EUR 2,50

11.Omzetting van de TK-aandelen in T-aandelen als gevolg waarvan de deelnemers in ruil voor 1 TK-aandeel 1 T-aandeel ontvangen

12.Splitsing van de D-aandelen, als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 door de Vereniging uitgegeven D-aandeel 4.749 D-aandelen in ruil ontvangen en de nominale waarde per D-aandeel daalt van EUR 118.725 naar EUR 25

13.Afschaffing van de D²-aandelen

14.Splitsing van de DK-aandelen, als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 door de Vereniging uitgegeven DK-aandeel 60 DK-aandelen in ruil ontvangen en de nominale waarde per DK-aandeel daalt van EUR 1.500 naar EUR 25

15.Omzetting van DK-aandelen in D-aandelen als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 DK-aandeel 1 D-aandeel in ruil krijgen

16.Splitsing van de Z-aandelen, als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 door de Vereniging uitgegeven Z-aandeel 11.500 Z-aandelen in ruil ontvangen en de nominale waarde per Z-aandeel daalt van EUR 862.500 naar EUR 75

17.Splitsing van de SK-aandelen, als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 door de Vereniging uitgegeven SK-aandeel 50 SK-aandelen in ruil ontvangen en de nominale waarde per SK-aandeel daalt van EUR 2.500 naar EUR 50

18.Splitsing van de S-aandelen, als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 door de Vereniging uitgegeven S-aandeel 3.600 S-aandelen in ruil ontvangen en de nominale waarde per S-aandeel daalt van EUR 180.000 naar EUR 50

19.Splitsing van de V-aandelen, als gevolg waarvan de deelnemers voor 1 door de Vereniging uitgegeven V-aandeel 80 V-aandelen in ruil ontvangen en de nominale waarde per V-aandeel daalt van EUR 2.000 naar EUR 25

20. Afschaffing van de F1-aandelen met terugbetaling van de ingebrachte gelden

21.Afschaffing van de F3-aandelen

22.Wijziging van de benaming van de F2-aandelen in F-aandelen

23.Goedkeuring en aanneming van de volgende voorstellen tot wijziging van de statuten:

24.Goedkeuring en aanneming van een nieuwe ‘Bijlage 2: Lijst van de deelnemers met vermelding van het aantal aandelen per deelnemer (artikel 7)’ ingevolge de besluiten genomen onder agendapunten 1 t.e.m. 16.

25.Goedkeuring en aanneming van de volgende voorstellen tot wijziging van ‘Bijlage 3 Financieringsreglement Zuivering en Wegenis’.

26.Goedkeuring en aanneming van de volgende voorstellen tot wijziging van ‘Bijlage 4: Financieringsreglement inzake secundaire activiteit.’

27.Volmachten

Varia

 

Artikel 2: De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov vastgesteld op 19 december 2019, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de (gemeente)raad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

 

Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal :

hetzij per post t.a.v. TMVW ov, Stropstraat 1 te 9000 Gent,

hetzij per elektronische post, 20191219BAVTMVW@farys.be,

gestuurd worden.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Iverlek - Algemene vergadering in buitengewone zitting - 17 december 2019

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1: Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek d.d. 17 december 2019:

 

1.Statutenwijziging

a.Goedkeuring van de statutenwijzigingen

b.Verlenen van machtiging om de beslissing genomen in dit agendapunt bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dienovereenkomstig aan te passen. 

2.Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2020 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2020.

3.Code goed bestuur.

4.Statutaire benoemingen.

5.Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

6.Statutaire mededelingen.

 

Artikel 2:

zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van de                             opdrachthoudende vereniging Iverlek.

 

Artikel 3: De vertegenwoordiger van de gemeente/stad die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek op 17 december 2019 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

 

Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vere-niging Iverlek, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be .

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Haviland - Buitengewone Algemene Vergadering - 18 december 2019

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1: De agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Haviland Intercommunale d.d. 18 december 2019 worden goedgekeurd.

 

Artikel 2: De vertegenwoordiger van de gemeente is gemandateerd om de agendapunten op de buitengewone algemene vergadering van Haviland Intercommunale d.d. 18 december 2019 goed te keuren.

 

Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

3W Plus - Oprichting overlegorgaan - Bekrachtiging collegebeslissing

 

Besluit

9 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, José Lefever, Philippe Queroles, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers en André De Maere

4 onthoudingen: Nahyd Meskini, Grégory Boen, Jean Paul Grenier en François Dussart

 

Artikel 1: De goedgekeurde collgebeslissing d.d. 14 oktober 2019 houdende '3W Plus - Oprichting overlegorgaan" te bekrachtigen.

 

Artikel 2: 3W Plus in kennis te stellen van deze beslissing.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Intradura - Mandaatwijziging deskundige

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de vervanging van deskundige Christian Donneux door Chris Selleslagh - Populierendallaan 134 te 1850 Grimbergen.

 

Artikel 2: De gemeenteraad draagt de volgende kandidaturen voor om te zetelen als deskundige

•Chris Selleslagh (Grimbergen)

•David Hermans (Kappelle op den Bos)

•Edward De Wit (Kappelle-op-den-Bos)

•Alexis Calmeyn (Drogenbos) 1ste 3 jaar  opgevolgd door Yves Ghequière (Linkebeek) volgende 3 jaar.

 

Artikel 3: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Intradura - Buitengewone algemene vergadering - 18 december 2019

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

 

Artikel 1: De agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Intradura dd. 18 december 2019 worden goedgekeurd.

 

Artikel 2: De vertegenwoordiger van de gemeente, is gemandateerd om de agendapunten op de buitengewone algemene vergadering van Intradura dd. 18 december 2019 goed te keuren.

 

Artikel 3: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement gemeentelijke milieubelasting

 

Dit punt werd uitgesteld met als reden: Grondige bespreking omtrent artikel 3 van het reglement (proportionele draagkracht, ...)

  Schepen Nahyd Meskini verzoek Go1620 om het reeds ingewonnen juridisch advies over te maken aan het college van burgemeester en schepenen en dit tegen ten laatste 12 december 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing - aanslagjaar 2020

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1.

Voor het aanslagjaar 2020 worden ten bate van de gemeente 724 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.

 

Artikel 2.

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.

 

Artikel 3.

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement inname openbaar domein

 

Dit punt werd uitgesteld met als reden: Verdere bespreking van artikel 3.3 en 4 is noodzakelijk. Er is consensus om dit eerst te bespreken tijdens de commissie.

 

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op leegstand

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister. De definities van woningen, gebouwen, leegstaande woning, leegstaand gebouw en leegstandsregister worden omschreven in artikel 3.

 

De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat diewoning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 2. Belastingsplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.

 

Artikel 3. Definties

1° administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.

 

2° beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.

 

3° beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen

    a) een aangetekend schrijven

    b) een afgifte tegen ontvangstbewijs

 

4° gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

5° kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

 

6° leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

7° leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie of de volgende functies die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen.

 

8° leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art. 2.2.6 van het Grond- en Pandendecreet.

 

9° leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

 

10° opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen.

11° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

 

12° woning: een goed, vermeld in artikel 2, 5L, eerste lid, 31o, van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande).

 

13° zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

    a) de volle eigendom

    b) het recht van opstal of van erfpacht

    c) het vruchtgebruik

 

14° renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die bestaat uit:

    a) Een overzicht van welke niet-stedenbouwkundig vergunningplichtige werken

        worden uitgevoerd;

    b) Een (gedetailleerd) tijdschema waarin wordt aangegeven binnen welke periode de

        werken zullen worden uitgevoerd. Na een periode van maximaal 2 jaar moet de

        woning opnieuw bewoond worden;

    c) Een raming van de kosten vergezeld van offertes, facturen, bestekken waaruit

        blijkt dat de werken uitgevoerd zullen worden;

    d) Een plan of tekening en fotoreportage met weergave van de bestaande toestand

        van de te renoveren onderdelen;

    e) Indien van toepassing een akkoord van de mede- eigenaars.

 

15° inventarisatiedatum: de inventarisatie van leegstaande gebouwen/woningen gebeurt op datum van opmaak van "de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand". Dit is de datum waarop het gebouw of de wooneenheid voor de eerste maal in de inventaris werd opgenomen. Zolang het gebouw of de woning niet uit de inventaris is geschrapt geldt de datum als referentiedatum voor de jaarlijkse nieuwe periode van twaalf maanden.

 

16° ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. Brand, gasontploffing, blikseminslag,...

 

Artikel 4. Leegstandsregistratie

§1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten :

1)     een lijst "leegstaande gebouwen"

2)     een lijst "leegstaande woningen"

 

Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

§2. In elke lijst worden de volgende gegevens opgenomen:

3)     het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

4)     de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

5)     de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);

6)     het nummer en de datum van de administratieve akte;

7)     de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.

 

Artikel 5. Registratie van leegstand

§1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een of meerdere foto's en een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.

 

§3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van een of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende, niet-limitatieve lijst:

         het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

         het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als "te huur" of "te koop";

         het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

         een volle brievenbus gedurende lange tijd;

         een verwaarloosde tuin (lang gras, onverzorgd,);

         rolluiken die langdurig neergelaten zijn;

         het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf;

         de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang;

         een dermate laag verbruik van de nutsvoorziening dat een gebruik als woning of een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

         de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;

         aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of improductiviteit;

         getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent.

 

Artikel 6. Kennisgeving van registratie

De zakelijk gerechtigde(n) wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

De kennisgeving bevat:

         De administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag

         Informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister

         Informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister

         Informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister

 

Artikel 7. Beroep tegen registratie

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 6, kan een zakelijk gerechtigde bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

         de identiteit en het adres van de indiener;

         de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

         de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

 

§2. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

§3. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte.

 

Artikel 8. Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, zoals omschreven in art 1, 7°. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

 

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 6°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

 

§2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

         de identiteit en het adres van de indiener

         de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft

         de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag warden uit het leegstandsregister

 

Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd.

 

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 7.

 

Artikel 9. Tarifering

§1. Het basisbedrag van de belasting bedraagt:

         € 1.200,00 voor een leegstaand gebouw of een leegstaande woning;

         € 100,00 voor een leegstaande kamer.

 

§2. Het bedrag van de belasting is gelijk aan het resultaat van volgende formule:

het basisbedrag, zoals vermeld in §1 van dit artikel, vermenigvuldigd met X, waarbij X gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat de woning en/of het gebouw ononderbroken is opgenomen in het leegstandsregister. X mag niet meer bedragen dan 4.

 

§3. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning in het leegstandsregister staat, wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

 

Artikel 10. Vrijstellingen

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de administratie. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 of §4, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§2.Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de beroepsinstantie overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 13.

 

§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

8)     De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing.

9)     De belastingplichtige die sinds minder dan twee jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.

 

§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning :

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot een jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.

5° gerenoveerd wordt. Een woning of gebouw wordt gerenoveerd als: Indien het gaat om handelingen die stedenbouwkundig gezien vergunningsplichting zijn, een niet- vervallen stedenbouwkundige vergunning kan worden voorgelegd Indien het gaat om niet vergunningsplichtige handelingen, een renovatienota wordt voorgelegd. De vrijstelling geldt voor een termijn van twee jaar en kan maar eenmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend.

6° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

7° wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, dwz te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.

 

Artikel 11. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 12. Bezwaarprocedure

De belastingplichtige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingplichtige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 13. Bekendmaking

Dit reglement wordt door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement openbare netheid

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op het weghalen door het gemeentebestuur of in opdracht van het gemeentebestuur van allerhande afvalstoffen, gestort of achtergelaten op plaatsen waar dit niet toegestaan is of op tijdstippen waarop dit niet is toegestaan of in niet-reglementaire recipiënten.

 

Volgende vormen van vervuiling worden in het bijzonder (doch niet-limitatief) beoogd:

1)     Het plaatsen of achterlaten van afval buiten de voorziene of speciaal daartoe aangelegde plaatsen;

2)     Het plaatsen of achterlaten van huisvuil of met huisvuil gelijkgesteld afval buiten de plaatsen of tijdstippen voorzien voor de ophaling ervan;

3)     Het plaatsen van graffiti, tags of andere opschriften of het aanplakken van affiches of zelfklevers op gemeentelijk meubilair of op een openbaar gebouw of bouwwerk;

4)     Het feit dat leidt tot de vervuiling van openbare wegen of openbare plaatsen of de openbare netheid in het gedrang brengt.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de persoon die verantwoordelijk is voor de vervuiling zoals bedoeld in artikel 1 van onderhavig reglement.

 

De heffingsplichtige wordt vastgesteld door de bevoegde verbaliserende overheid op basis van een proces-verbaal.

 

Artikel 3. Tarifering

De belasting wordt als volgt vastgesteld:

1) In geval van sluikstorten of vervuilen van openbare domeinen:

    a) €50 per vervuiling door zwerfvuil (hondenpoep, flessen, blikken en dergelijke);

    b) €100 per m³ voor vervuiling door afval;

    c) €100 per m³ voor deponeren van huishoudelijk afval in en rond straatvuilbakjes;

    d) €100 per m³ voor vervuiling rond verkooppunt;

    e) €100 per m³ voor vervuiling na activiteit op openbare weg of openbare plaats;

 

2) €150 per m² voor plakkaten en/of aanplakkingen;

 

3) €100 voor het opruimen/weghalen van niet reglementair verspreide reclamebladen of -folders en reclamevoorwerpen;

 

4) €100 voor het opruimen/weghalen van niet-reglementair aangebracht drukwerk op auto’s of voertuigen op de openbare weg;

 

5) €150 per m² voor affiches, zelfklevers, graffiti, tags of een ander opschrift op meubels of gebouwen zoals omschreven in artikel 1, § 2.

 

De vermelde hoeveelheden worden steeds naar de hogere eenheid afgerond.

 

Artikel 4. Wijze van invordering

De belasting wordt contant betaald op basis van een factuur waarbij de betalingsvoorwaarden van toepassing zijn. De belasting is betaalbaar binnen een termijn van 30 dagen volgend op de factuurdatum.

 

Bij gebrek aan betaling wordt de belasting ingekohierd.

 

Artikel 5. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 6. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

Het bezwaar tegen de contantbelasting moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de factuurdatum.

 

Indien de contantbelasting werd ingekohierd, en bijgevolg een kohierbelasting is geworden, moet het bezwaar, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 7. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op de publicitaire inrichtingen

 

Besluit

12 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

1 onthouding: Steve Roobaert

Motivatie onthouding Steve Roobaert: De statistische gegevens betreffende de belasting op publicitaire inrichtingen verder te bespreken op volgende commissie.

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op publicitaire inrichtingen.

 

Artikel 2 . Belastingplichtige

1. De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de publicitaire inrichting.

 

2. Indien de eigenaar van de publicitaire inrichting niet gekend is, zal de belasting worden verhaald op de eigenaar van de grond of van het goed waarop de publicitaire inrichting is aangebracht.

 

Artikel 3. Definities

Voor de toepassing van onderhavig reglement verstaat men onder:

         Publiciteit/reclame: elk opschrift, vorm of beeld, met als doel het publiek te informeren of de aandacht ervan te trekken, uitgezonderd de bewegwijzering voor wegen, plaatsen en gebouwen van algemeen nut of toeristische gebouwen.

         Publicitaire inrichting (PI):

         Elke drager, ruimte of middel ingezet, tot stand gebracht, ingericht of gebruikt om publiciteit mee te ontvangen, hetzij door aanplakking, nieten, verankering, schilderen, verven, vasthechting, projectie of elk ander middel;

         Elk bouwwerk, vaste inrichting, verharding of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen of verplaatst worden;

         Voor de gevels of gedeelten van gevels waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte beschouwd worden als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Glazen vitrines worden eveneens beschouwd als deel van de gevels.

 

Artikel 4. Tarifering

De belasting is verschuldigd voor elke publicitaire inrichting, die zich op enig ogenblik tijdens het aanslagjaar, bevindt op het grondgebied van de gemeente. De belasting is verschuldigd voor het volledige jaar en ondeelbaar.

 

 

Voor de oppervlakte tussen 0 - 40 cm²

Voor de oppervlakte tussen 40 cm en 2 m²

Voor elke berekende m² Vanaf 2 m², per m²

 

Beroeps-activiteit

Publiciteit/reclame

Beroeps-

activiteit

Publiciteit/reclame

Beroeps-

activiteit

Publiciteit/

reclame

Niet verlicht

/

/

€ 50

€ 50

€ 75

€ 100

Verlicht

/

/

€ 75

€ 75

€ 100

€ 150

Multi-

bood-

schapper

/

/

€ 100

€ 100

€ 125

€ 200

Voor constructies ≤ 2 m²/m²Voor constructies > 2 m²/m²

 

Artikel 5. Vrijstellingen

Voor de belastingen zijn vrijgesteld:

1)     de borden geplaatst door openbare besturen voor openbare diensten;

2)     de borden die enkel en alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen;

3)     de borden die enkel en alleen gebruikt worden naar aanleiding van bij de wet bepaalde verkiezingen;

4)     de borden uitsluitend gebruikt door socio-culturele en sportverenigingen, erkende gemeentelijke verenigingen en vormings- en onderwijsinstellingen;

5)     de borden voorbehouden voor een werk of een instelling zonder winstoogmerk van menslievende, artistieke, letterkundige, wetenschappelijke aard.

 

Artikel 6. Vermindering

De vermindering van de belastbare oppervlakte geeft slechts aanleiding tot evenredige aanpassing van de belasting vanaf de eerste januari volgend op het neerleggen van een gedetailleerde aangifte bij het gemeentebestuur.

 

De overdracht van gebruik van een belastbaar voorwerp op een nieuwe gebruiker in de loop van het jaar, geeft geen aanleiding tot een nieuwe heffing. In dit geval is de betaling van de belasting solidair verschuldigd door alle opeenvolgende gebruikers tijdens het kalenderjaar.

 

Het niet in gebruik zijn van de PI, geeft geen aanleiding tot vrijstelling of vermindering van de belasting.

 

Artikel 7. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8. Aangifte

Iedere belastingplichtige moet aangifte doen bij het gemeentebestuur van het aantal publicitaire inrichtingen waarover hij beschikt op het grondgebied van de gemeente en van de totale oppervlakte van elke PI.

 

De belastingplichtige moet aangifte doen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar doen door middel van het formulier dat hem door het gemeentebestuur toegestuurd wordt.

 

De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben op 15 oktober van het aanslagjaar moet het formulier bij het gemeentebestuur zelf aanvragen en de aangifte spontaan indienen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar.

 

De personen die slechts na 31 oktober van het aanslagjaar belastingplichtig worden in genoemde belasting, of die het aanvankelijk aangegeven aantal publicitaire inrichtingen nog vermeerderen na hun aangifte, dienen hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur, binnen de maand die volgt op deze wijziging.

 

Artikel 9. Ambtshalve inkohiering

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6/7/8 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50% van de verschuldigde belasting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

 

Artikel 10. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 11. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op drijfkracht

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op drijfkracht, ongeacht de brandstof of de energie die deze motoren in beweging brengt.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belastingplichtige is de onderneming die op 1 januari van het aanslagjaar motoren bezit die gebruikt worden voor de uitbating van de zetel of een exploitatie-eenheid van de onderneming, gelegen op het grondgebied van de gemeente.

 

Dient als exploitatie-eenheid beschouwd te worden: iedere inrichting of werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken periode van tenminste drie maanden op het grondgebied van de gemeente is gevestigd.

 

De belasting is echter niet verschuldigd aan de gemeente waar de zetel van de onderneming gevestigd is voor de motoren, gebruikt in een exploitatie-eenheid, in de mate waarin die motoren kunnen belast worden door de gemeente waar de exploitatie-eenheid gevestigd is.

 

Wanneer hetzij de zetel, hetzij een exploitatie-eenheid geregeld en op duurzame wijze een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met een of meer exploitatie-eenheden of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd indien hetzij de zetel, hetzij de voornaamste exploitatie-eenheid gevestigd is in de gemeente.

 

De door een tijdelijke vennootschap verschuldigde belasting wordt ten laste van deze ingevorderd of ten laste van de natuurlijke personen of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten.

 

Na de ontbinding van de tijdelijke vennootschap zijn de natuurlijke personen of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten, hoofdelijk mede de nog in te vorderen belasting verschuldigd.

 

Artikel 3. Tarifering

De belasting bedraagt €25,00 per eenheid (kWh) en elke breuk van een kilowatt wordt als een kilowatt beschouwd.

 

De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare drijfkracht tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar.

 

De belasting wordt berekend per maand, waarbij elke begonnen maand telt voor een volledige maand.  Indien een motor tijdens dezelfde maand belastbaar is in verschillende gemeenten, is de belasting verschuldigd aan de gemeente met het grootst aantal dagen verbruik. Is dit aantal gelijk dan wordt de belasting evenredig per halve maand verdeeld.  Een motor die voor de eerste maal in werking wordt gesteld, is belastbaar vanaf de volgende maand. Dit geldt niet indien de belastingplichtige opteert voor de in paragraaf 5 voorgeschreven regeling.

 

De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in gemeen overleg tussen de belanghebbende en het gemeentebestuur. Het staat de belanghebbende vrij in geval van onenigheid een tegenexpertise uit te lokken.

 

Indien de installaties van een onderneming voorzien zijn van meetapparaten voor het maximum kwartiervermogen, waarvan de opmetingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan, kan - op verzoek van de exploitant - het bedrag van de belasting vastgesteld worden op basis van een belastbaar vermogen, gelijk aan het rekenkundige gemiddelde der twaalf maandelijkse maximum kwartiervermogens van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar.

 

Om het voordeel van deze bepaling te genieten, moet de exploitant, vóór 31 maart van het aanslagjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen met opgave van de maandelijkse waarden van het maximum kwartiervermogen, welke in zijn installaties worden opgenomen.

 

Artikel 4. Vrijstellingen

Voor de belasting zijn vrijgesteld:

1)     De motor die gedurende het volledige jaar voorafgaande aan het aanslagjaar niet werd gebruikt, deze non-activiteit moet blijken uit een, om de zes maanden te hernieuwen, schriftelijke kennisgeving aan het gemeentebestuur, zoals voorzien bij artikel 5;

2)     De motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld;

3)     De motor van een draagbaar toestel, dat door een persoon kan gedragen worden;

4)     De motor die een elektrische generator drijft, voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met dat benodigd voor het drijven van een generator;

5)     De door perslucht aangedreven motor;

6)     De motorkracht welke uitsluitend gebruikt wordt voor toestellen tot bemaling;

7)     De motoren van vaartuigen dienende voor het transport van goederen, alsmede deze aan boord van bedoelde vaartuigen gebruikt.

 

Artikel 5. Vermindering

Bij staking van de bedrijfsactiviteiten op het grondgebied van de gemeente om welke reden ook, word in afwijking van art. 1, een bijzondere, eventueel bijkomende, aanslag gevestigd, berekend op basis van de motoren gebruikt tijdens het jaar van de staking van de bedrijfsactiviteiten.

 

Voor de bedrijven aangeslagen op basis van het maximum kwartiervermogen zal de eventueel bijkomende aanslag gevestigd worden op basis van het gemiddeld kwartiervermogen tijdens het jaargedeelte of jaar dat er nog bedrijfsactiviteiten waren. De aan te geven waarden zijn deze vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie.

 

De belastingplichtige die een vermindering van de belasting op basis van deze bepaling wil verkrijgen, is verplicht, uiterlijk acht dagen na de staking van de bedrijfsactiviteiten, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur, die een ontvangstbewijs stuurt. De belastingplichtige dient eveneens binnen een termijn van acht dagen na datum van weder inwerkingtreding, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur, die hiervan eveneens een ontvangstbewijs stuurt.

 

De vermindering geldt vanaf de maand volgend op de datum van ontvangst van het bericht van stillegging tot de maand volgend op deze van weder inwerkingstelling.

 

Artikel 6. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7. Aangifte belastingplichtige

Iedere belastingplichtige, houder van in of buiten werking zijnde motoren die worden gebruikt voor de uitbating van een handels-, nijverheids-, landbouw-, ambachtsbedrijf, of van een vrij beroep, in een bedrijfszetel of een exploitatie-eenheid op het grondegebied van de gemeente, moet er aangifte van doen bij het gemeentebestuur, ongeacht of hij eigenaar is van de motoren. Ook de kracht van de volgens artikel 4 vrijgestelde motoren, moet worden aangegeven.

 

De belastingplichtige moet aangifte doen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar doen door middel van het formulier dat hem door het gemeentebestuur toegestuurd wordt.

 

De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben op 15 oktober van het aanslagjaar moet het formulier bij het gemeentebestuur zelf aanvragen en de aangifte spontaan indienen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar.

 

Artikel 8. Ambtshalve aanslag

Bij gebrek aan een aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn of in geval van een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met:

         10% in geval van een eerste inbreuk op de aangifteverplichting;

         50% in geval van een tweede inbreuk op de aangifteverplichting;

         100% in geval van een derde (en elke volgende inbreuk) op de aangifteverplichting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 9. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

 

Artikel 10. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op het bouwen en herbouwen van gebouwen

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op het bouwen, verbouwen en herbouwen van gebouwen.

 

Dit reglement is van toepassing op elke stedenbouwkundige vergunning / omgevingsvergunning / meldingsplichtige handeling waarvan de datum van het einde der werken plaatsvindt na de inwerkingtreding van dit reglement.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de titularis van de stedenbouwkundige vergunning / omgevingsvergunning of diegene die de melding heeft gedaan.

 

De eigenaar van het gebouw, op het moment van het beëindigen van de werken, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. In geval van onverdeeldheid zijn de onverdeelde eigenaars van het gebouw aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

De belastingschuld ontstaat op het ogenblik dat de (vergunde) werken beëindigd zijn. De werken worden als beëindigd beschouwd als de bouwwerken winddicht zijn.

 

Artikel 3. Definities

Voor de toepassing van onderhavig reglement verstaat men onder:

         Bouwvolume: het bruto bouwvolume van een constructie en haar fysisch aansluitende aanhorigheden die in een bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, zoals een aangebouwde garage, veranda of berging, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met aansluiting van het volume van de gebruikelijke onder keldering onder het maaiveld.

         Herbouwen: een constructie volledig afbreken, of meer dan veertig procent van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen.

         Verbouwen: aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste zestig procent behouden worden.

 

Artikel 4. Tarifering

De belasting wordt vastgesteld op:

         €0,87 per m³ voor wat de eerste volumeschijf van het gebouw gelegen tussen
0 m³ en 500 m³ betreft.

         €1,24 per m³ voor wat de eventuele tweede volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 501 m³ en 1000 m³ betreft.

         €1,85 per m³ voor wat de eventuele derde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 1001 m³ en 1500 m³ betreft.

         €2,28 per m³ voor wat de eventuele vierde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 1501 m³ en 2000 m³ betreft.

         €2,70 per m³ voor wat de eventuele vijfde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 2001 m³ en 2500 m³ betreft.

         €3,14 per m³ voor wat de eventuele zesde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 2501 m³ en 3000 m³ betreft.

         €3,50 per m³ voor wat de eventuele zevende volumeschijf van het gebouw gelegen boven de 3001 m³ betreft.

         €500 voor de creatie van elke bijkomende woongelegenheid ten opzichte van de eerder gekende situatie in bestaande constructies.

 

De gemene muren worden slechts voor de helft van hun dikte in aanmerking genomen.

 

Bij herbouw komt het volledige volume van de opgerichte constructie in aanmerking voor de berekening van de belasting.

 

Bij het vergroten van een bestaand gebouw wordt de belasting berekend op de kubieke inhoud van het bijgevoegd gedeelte, alsof de belasting reeds zou voldaan geweest zijn voor het reeds vroeger bestaande gedeelte.

 

Gebouwen opgericht of verbouwingen gedaan op de grenslijn van twee gemeenten worden alleen belast voor het gedeelte dat zich op het grondgebied van de gemeente bevindt.

 

De meting geschiedt, voor lengte en breedte, van middellijn tot middellijn der gemene muren, doch indien geen aanwezigheid van gemene muren, geschiedt de meting van buitenmuur tot buitenmuur; voor hoogte vanaf de kelder tot en met de zolder of bij afwezigheid ervan vanaf het waterpas der voetpaden voor de frontaal aan de wegen opgerichte gebouwen en vanaf de begane grond van koer en tuin voor de afgezonderde binnenbijhorigheden, zonder kelder.

 

 

Artikel 5. Vrijstellingen

Voor de belasting zijn vrijgesteld:

1)     Projecten met een bouwvolume tot 50 m³ zijn vrijgesteld van de heffing van de belasting op bouwen, herbouwen of verbouwen van gebouwen.

2)     De met de medewerking van de sociale huisvestingsmaatschappijen opgerichte gebouwen;

3)     De huizen opgericht binnen de voorwaarden, bepaald door de centrale overheid met het oog op het toekennen van premies voor het bouwen door private initiatieven, van goedkope woningen en van kleine landeigendommen (Regentbesluit van 12 augustus 1948 en latere reglementaire wijzigingen);

4)     Het oprichten en heroprichten van gebouwen of gedeelten van gebouwen, bestemd voor openbare diensten of openbaar nut;

5)     Ten gevolge van een natuurlijke ramp, een brand of ontploffing, kan het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad voorstellen om over te gaan tot een buitengewone vrijstelling ten gunste van de eigenaar of zijn rechthebbenden van vóór het schadegeval, voor het gedeelte dat geen uitbreiding van het vernielde gebouw of gedeelte van het gebouw, om het even welke de plaats in dezelfde gemeente is en waar ze heropgericht worden;

6)     Ten gevolge van een oorlogsfeit, kan het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad voorstellen om over te gaan tot een buitengewone vrijstelling ten gunste van de eigenaar of zijn rechthebbenden van vóór het schadegeval, voor het gedeelte dat geen uitbreiding van het vernielde gebouw of gedeelte van het gebouw, om het even welke de plaats in dezelfde gemeente is en waar ze heropgericht worden;

7)     In geval van wederopbouw na een door de burgemeester genomen besluit om af te breken kan het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad voorstellen om over te gaan tot een buitengewone vrijstelling ten gunste van de eigenaar of zijn rechthebbenden van vóór het schadegeval, voor het gedeelte dat geen uitbreiding van het vernielde gebouw of gedeelte van het gebouw, om het even welke de plaats in dezelfde gemeente is en waar ze heropgericht worden.

 

Artikel 6. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7. Aangifte belastingplichtige

De belastingplichtige moet ten laatste binnen de termijn van 1 maand na beëindiging van de werken aangifte doen bij het stadsbestuur van het volume dat werd gerealiseerd bij het bouwen, herbouwen of verbouwen.

 

Indien de belastingplichtige van mening is dat hij in aanmerking komt voor een vrijstelling, dient hij deze vrijstelling aan te vragen en te staven met de nodige bewijsstukken bij het indienen van de aangifte.

 

Artikel 8. Ambtshalve inkohiering

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 9. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 10. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op de brandstofdistributieapparaten

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op de brandstofdistributieapparaten.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het apparaat. De houder ervan is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

De belasting is verschuldigd door de exploitant van de installaties. De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 3. Tarifering

Voor elk apparaat bestaande op 1 januari van het aanslagjaar wordt de belasting vastgesteld op:

         € 300/brandstofdistributieslang/jaar voor commerciële publiektoegankelijke installaties

         € 200/brandstofdistributieslang/jaar voor private installaties

 

Artikel 4. Vrijstelling

Van deze belasting zijn vrijgesteld de distributieapparaten voor LPG, LNG, CNG, waterstof en elektriciteit.

 

Artikel 5. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 6. Aangifte

De belastingplichtige moet aangifte doen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar doen door middel van het formulier dat hem door het gemeentebestuur toegestuurd wordt.

 

De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben op 15 oktober van het aanslagjaar moet het formulier bij het gemeentebestuur zelf aanvragen en de aangifte spontaan indienen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar.

 

Artikel 7. Ambtshalve aanslag

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8. Bezwaarprocedure van de belastingsplichtige

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 9. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op het huis-aan-huis en op de openbare weg verspreiden van reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de uitgever.

De drukker en de verdeler zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Wanneer de uitgever, de drukker en verdeler niet gekend zijn, is de belasting verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem de reclame wordt gevoerd.

 

Artikel 3. Definities

Voor de toepassing van onderhavig reglement verstaat men onder:

         Reclamedrukwerk: elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen en die er op gericht is potentiële klanten er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

         Gelijkgestelde producten: de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.

         Huis-aan-huis verspreiding: het systematisch achterlaten van niet-geadresseerd drukwerk in de brievenbussen van woningen en/of gebouwen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.

         Verspreiding op de openbare weg: het uitdelen aan voorbijgangers van reclamedrukwerk en/of van daarmee gelijkgestelde producten.

 

Artikel 4. Tarifering

         € 0,005 per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk tot en met 10 gram;

         € 0,010 per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 10 gram en tot en met 75 gram;

         € 0,025 per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 75 gram en tot en met 225 gram;

         € 0,035 per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 225 gram.

 

Artikel 5. Vrijstellingen

voor de belastingen zijn vrijgesteld:

1)     De verspreiding van drukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte voor 50% of meer wordt ingenomen door algemene informatie zonder handelskarakter;

2)     Plaatselijke sport- of culturele verenigingen voor zover ze folders uitgeven voor eigen organisaties;

3)     Wanneer de opdracht tot drukken of produceren uitgaat van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, de federale, de gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen, en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en de dag van der verkiezing;

4)     Publiciteit gevoerd door vormingsinstellingen en plaatselijke onderwijsinstellingen.

 

Artikel 6. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7. Aangifte

De belastingplichtige is ertoe gehouden ten minste 24 uren vóór de verspreiding van het drukwerk aangifte te doen aan het gemeentebestuur.

 

Hierbij dient de belastingplichtige alle noodzakelijke gegevens te verstrekken.

 

Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens 3 maanden.

 

Artikel 8. Ambtshalve aanslag

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 9. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 10. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op ontgravingen

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op de ontgravingen van stoffelijke overblijfselen.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door diegene die de machtiging tot opgraven vraagt.

 

Artikel 3. Tarifering

         € 1.250 bij een gewone opgraving

         € 400 bij een opgraving uit een urneveld

         € 250 bij een opgraving uit een columbarium

 

Artikel 4. Vrijstelling

Voor de belasting zijn vrijgesteld:

1)     opgravingen verricht in uitvoering van een rechterlijke beslissing;

2)     opgravingen die ambtshalve door de stad worden verricht;

3)     opgravingen van soldaten en burgers gestorven voor het vaderland.

 

Artikel 5. Wijze van invordering

De belasting wordt contant betaald op basis van een factuur waarbij de betalingsvoorwaarden van toepassing zijn. De belasting is betaalbaar binnen een termijn van 30 dagen volgend op de factuurdatum.

 

Bij gebrek aan betaling wordt de belasting ingekohierd.

 

Er kan niet tot ontgraving worden overgegaan vooraleer de belasting betaald is.

 

Artikel 6. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

Het bezwaar tegen de contantbelasting moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de factuurdatum.

 

Indien de contantbelasting werd ingekohierd, en bijgevolg een kohierbelasting is geworden, moet het bezwaar, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 8. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op wegwijzers

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op de wegwijzers geplaatst op de openbare weg, of zichtbaar vanaf de openbare weg.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon op wiens initiatief de wegwijzer werd geplaatst.

 

Artikel 3. Tarifering

De jaarlijkse belasting bedraagt €100,00 per wegwijzer.

 

De belasting is verschuldigd voor elke wegwijzer, die zich op enig ogenblik tijdens het aanslagjaar, bevindt op het grondgebied van de gemeente. De belasting is ondeelbaar en verschuldigd voor het hele jaar.

 

Artikel 4. Vrijstelling

De belasting is niet verschuldigd voor de wegwijzer geplaatst op het terrein zelf van het bedrijf of van de instelling.

 

Artikel 5. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 6. Aangifte

De belastingplichtige moet aangifte doen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar doen door middel van het formulier dat hem door het gemeentebestuur toegestuurd wordt.

 

De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben op 15 oktober van het aanslagjaar moet het formulier bij het gemeentebestuur zelf aanvragen en de aangifte spontaan indienen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar.

 

Artikel 7. Ambtshalve aanslag

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 9. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op de aanvullende personenbelasting - aanslagjaar 2020

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1.

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 2.

De belasting wordt vastgesteld op 7% van de overeenkomstig artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Artikel 3.

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.

 

Artikel 4.

Dit besluit treedt heden in werking.

 

Artikel 5.

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Amendement  - Belastingsreglement op de aanvullende personenbelasting - aanslagjaar 2021 met analyse

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het amendement als toegevoegd punt goed.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het amendement goed.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Punt bijlagen/links Amendement punt 21 van 21-11-2019.pdf Download
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Besluit van de burgemeester - Verkeersproblemen Carrefour site - Tijdelijke politiereglement dd. 08/11/2019

 

Besluit

Stemming acceptatie hoogdringend punt

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Retributiereglement op het aanvragen van een omgevingsvergunning

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Belastbaar feit

Met ingang van heden wordt ten behoeve van de gemeente Drogenbos een retributie geheven op het aanvragen van een omgevingsvergunning.

 

Artikel 2. Belastingsplichtige

De retributie is verschuldigd door de aanvrager die als eerste geregistreerd werd op het (elektronisch) aanvraagformulier van de omgevingsvergunning.

 

Indien er meerdere aanvragers zijn, is elke aanvrager hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie. (De retributie is eveneens verschuldigd indien de omgevingsvergunning niet gerealiseerd wordt binnen de wettelijke termijn.)

 

Artikel 3. Tarifering

1)     De omgevingsvergunning en de behandeling van het administratieve dossier zonder openbaar onderzoek, digitaal ingediend via het omgevingsloket (vereenvoudigde procedure - digitaal): €50.

 

2)     De omgevingsvergunning en de behandeling van het administratieve dossier met openbaar onderzoek, digitaal ingediend via het omgevingsloket (gewone procedure – digitaal): €150.

 

3)     De omgevingsvergunning en de behandeling van het administratieve dossier zonder openbaar onderzoek, niet digitaal ingediend via omgevingsloket (vereenvoudigde procedure – analoog): €150.

 

4)     De omgevingsvergunning en de behandeling van het administratieve dossier met openbaar onderzoek, niet digitaal ingediend via omgevingsloket (gewone procedure – analoog): €250.

 

5)     De opmaak van stedenbouwkundige inlichtingen, per kadastraal perceel: €100.

 

6)     Stedenbouwkundig attest: €50

 

7)     Planologisch attest: €150.

 

8)     Publicatiekosten: werkelijke kostprijs wordt doorgerekend aan de persoon aan wie het administratief document wordt afgeleverd.

 

9)     De retributie voor de aanvragen of meldingen van het exploiteren en veranderen van hinderlijke inrichtingen, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp uitmaken van bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Executieve houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) wordt vastgesteld als volgt.

Voor de inrichtingen door het VLAREM gerangschikt in

         de eerste klasse en onderworpen aan een milieueffectenrapport en/of een veiligheidsrapport:               € 8.000 per inrichting;

         in eerste klasse: € 4.000 per inrichting;

         in tweede klasse: € 2.000 per inrichting;

         in derde klasse:€ 300 per inrichting.

 

Artikel 4. Vrijstellingen

Voor de retributie zijn vrijgesteld:

         De documenten die kosteloos door het gemeentebestuur moeten afgeleverd worden krachtens de een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een reglement van de overheid.

         De documenten afgeleverd aan behoeftigen. De behoeftigheid van de betrokken personen wordt gebeurlijk vastgesteld door een getuigschrift uitgereikt door de burgemeester van hun woonplaats of bewezen door een ander bewijsstuk. De behoeftige moet bewijzen dat de afgeleverde documenten, stukken, inlichtingen, enz. persoonlijk op hem betrekking hebben.

 

Artikel 5. Wijze van invordering

De retributie is verschuldigd op datum van de aanvraag van de omgevingsvergunning.

 

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

 

Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.

 

In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking vanaf heden en vervangt alle voorgaande retributiereglementen hieromtrent.

 

Artikel 7. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Retributiereglement op het afleveren van administratieve

documenten burgerzaken

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Belastbaar feit

Met ingang van heden wordt ten behoeve van de gemeente Drogenbos een retributie geheven op het afleveren van diverse administratieve stukken

 

Artikel 2. Belastingsplichtige

De retributie is verschuldigd door de persoon aan wie het administratief stuk wordt afgeleverd.

 

Artikel 3. Tarifering

De belasting voor het afleveren van administratieve documenten wordt als volgt vastgesteld:

 

3.1. De elektronische identiteitskaart voor Belgen en kaarten en verblijfsdocumenten voor vreemdelingen:

         €21 (kostprijs €15,70 + belasting €5,30) voor een eerste identiteitskaart of voor elke andere identiteitskaart, uitgereikt tegen teruggave van de oude kaart volgens de gewone procedure;

         €23 (kostprijs €15,70 + belasting €7,30) voor elk duplicaat;

         €94 (kostprijs €79 + belasting €15) voor een identiteitskaart afgeleverd volgens de dringende procedure;

         €135 (kostprijs €120 + belasting €15) voor een identiteitskaart afgeleverd volgens de zeer dringende procedure.

 

3.2. De elektronische kids ID voor Belgische kinderen onder de 12 jaar:

         €7 (kostprijs €6,30 + belasting €0,70) voor een kids ID, eerste of duplicaat;

         €94 (kostprijs €79 + belasting €15) voor een kids ID afgeleverd volgens de dringende procedure;

         €135 (kostprijs €120 + belasting €15) voor een kids ID afgeleverd volgens de zeer dringende procedure;

         €57 (kostprijs 52,30 + belasting €4,70) voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, gelijktijdig aangevraagd voor kinderen van éénzelfde gezin die op hetzelfde adres ingeschreven zijn. Dit verlaagd tarief is van toepassing voor zowel de dringende als de zeer dringende aanvragen.

 

3.3. De identiteitsbewijzen voor vreemde kinderen onder de 12 jaar:

         € 5 per identiteitsbewijs.

 

3.4. Attest van immatriculatie voor vreemdelingen:

         € 10,00 voor een eerste aflevering of vernieuwing tegen afgifte van de oude;

         € 12,00 voor een eerste duplicaat;

         € 14,00 voor een tweede en volgende duplicaten.

 

3.5. Wettelijke toegestane adresaanvraag: €6 per aanvraag

 

3.6. Samenstelling van een administratief dossier: €40

 

3.7. Afgifte van gezegelde attesten: €5

 

3.8. Afgifte van ongezegeld attest/legalisatie/gelijkvormig afschriften: €3

 

3.9. Afgifte van arbeidskaarten: €5

 

3.10. Het trouwboekje: €26 (kostprijs €22 + belasting €4)

 

3.11. Eénzijdige beëindiging wettelijke samenwoonst: €210 (kostprijs €202 + belasting €8)

 

3.12. Het internationaal rijbewijs: €20 (kostprijs €16 + belasting €4)

 

3.13. Afgifte van reispassen:

         €90 (consulaire rechten €30 + productiekosten €35 + belasting €25) voor volwassene;

         €35 (productiekosten €35) voor minderjarigen;

         €265 (consulaire kosten €30 + productiekosten €210 + belasting €25) voor een spoedprocedure voor volwassenen;

         €210 (productiekosten €210) voor een spoedprocedure voor minderjarigen (alsook reisdocument voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen);

         €325 (consulaire kosten €30 + productiekosten €270+belasting €25) voor een superdringende procedure in 4.5 uur voor volwassenen;

         €270 (productiekosten €270) voor superdringende procedure in 4,5 uur voor minderjarigen (alsook voor vluchtelingen en staatlozen);

         €86 (consulaire kosten €20+productiekosten €41+belasting €25) voor reisdocument vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen volwassenen;

         €41 (productiekosten €41) voor reisdocument vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen minderjarigen;

         €315 (consulaire kosten €20+productiekosten €270+belasting €25) superdringende procedure in 4,5 uur voor vluchtelingen en staatloze volwassenen;

         €255 (consulaire kosten €20+productiekosten €210+belasting €25) voor een spoedprocedure voor reisdocument vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen volwassenen.

 

3.14. Boekje wettelijk samenwoonst: €10 (kostprijs €4,40+belasting €5,60)

 

3.15. Aanvraag wijziging van voornaam

         €490

         €49 voor transgender

 

Artikel 4. Vrijstellingen

Voor de retributie zijn vrijgesteld:

1)     De documenten die kosteloos door het gemeentebestuur moeten afgeleverd worden krachtens de een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een reglement van de overheid.

 

2)     De documenten afgeleverd aan behoeftigen. De behoeftigheid van de betrokken personen wordt gebeurlijk vastgesteld door een getuigschrift uitgereikt door de burgemeester van hun woonplaats of bewezen door een ander bewijsstuk. De behoeftige moet bewijzen dat de afgeleverde documenten, stukken, inlichtingen, enz. persoonlijk op hem betrekking hebben.

 

3)     De vereiste documenten voor het zoeken van werk, en hierbij inbegrepen de inschrijving aan examens en wedstrijden.

 

Artikel 5. Wijze van invordering

De retributie is contant betaalbaar tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

 

Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.

 

Artikel 6. Goedkeuring

Dit reglement treedt in werking vanaf heden en vervangt alle voorgaande retributiereglementen hieromtrent.

 

Artikel 7. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op publiek toegankelijke parkeerplaatsen en/of bedrijfsgebonden parkeerplaatsen

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Het amendement van de UF fractie (verdubbeling van bepaalde tarieven) wordt in consensus goedgekeurd om te bespreken tijdens een zitting van de commissie financiën. De burgemeester stelt voor een doordacht voorstel samen uit te werken tegen 2021.

 

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op de parkeerplaatsen die:

         gebruikt worden als onthaal voor cliënten en bezoekers;

         gebruikt worden voor het stallen van motorvoertuigen die een bedrijf als voorraad aanhoudt;

Worden hier niet bedoeld:

Parkeerplaatsen voor motorvoertuigen die een bedrijf in het kader van de uitoefening van zijn beroepsactiviteiten gebruikt of in het algemeen parkingruimte verbonden aan het bedrijf en noodzakelijk voor de uitoefening van de beroepsactiviteit;

         ter beschikking gesteld worden van het personeel, bedrijfsleiding en medewerkers van het bedrijf, praktijk, kantoor.

Worden hier bedoeld:

a)     Garages en alle overdekte ruimten voor het parkeren van motorvoertuigen;

b)     Openluchtparkeerplaatsen voor motorvoertuigen, buiten de openbare weg.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting op parkeerplaatsen is verschuldigd door ieder handels-, industrieel of ambachtelijk bedrijf of beoefenaar van een vrij beroep, hetzij een natuurlijke of rechtspersoon, die in totaal minstens 10 parkeerplaatsen ter beschikking stelt van cliënteel, bezoekers, personeel en/of ten eigen behoeve aanwendt als stallingsplaats voor motorvoertuigen.

 

Artikel 3. Definities

Voor de toepassing van onderhavig reglement verstaat men onder:

         Parkeerplaats: een garage of een standplaats, daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en bestemd voor het parkeren van motorvoertuigen, in die zin vergund of geacht vergund te zijn. Opdat van een “parkeerplaats” in de zin van dit besluit sprake kan zijn dient deze bijkomend aan de volgende voorwaarden te voldoen: ze moeten rechtstreeks toegankelijk zijn langs een weg van minimum 4,5 meter breedte.

         Garage: gesloten overdekte individuele of gemeenschappelijke stalling voor motorvoertuigen met een breedte van minstens 2,20 meter en een lengte van minstens 5 meter.

         Standplaats: stallingplaats, andere dan garage, voor motorvoertuigen in een gesloten ruimte of in open lucht met een breedte van minstens 2.20 meter en een lengte van minstens 5 meter.

 

Artikel 4. Tarifering

De jaarlijkse belasting wordt bepaald op

         € 30 per parkeerplaats toegankelijk voor het cliënteel en bezoekers;

         €15 per parkeerplaats voorbehouden aan de bedrijfsleiding, personeel en medewerkers;

         €10 per parkeerplaats gebruikt ten eigen behoeve als stalling voor motorvoertuigen in de zin van artikel 1.

 

Artikel 5. Vrijstellingen

De parkeerplaatsen voorzien voor de hulpdiensten en voor gehandicapten zijn vrijgesteld en worden derhalve niet meegeteld voor de berekening van het totaal aantal parkeerplaatsen dat ter beschikking wordt gesteld.

 

Artikel 6. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7. Aangifte

De belastingplichtige moet aangifte doen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar doen door middel van het formulier dat hem door het gemeentebestuur toegestuurd wordt.

 

De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben op 15 oktober van het aanslagjaar moet het formulier bij het gemeentebestuur zelf aanvragen en de aangifte spontaan indienen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar.

 

Artikel 8. Ambtshalve inkohiering

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 9. Bezwaarprocedure

De belastingplichtige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingplichtige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 10. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement op exploitatievergunningen van taxidiensten en/of diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op de door het college van burgemeester en schepenen verleende exploitatievergunningen van taxidiensten en/of diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de houder is van de vergunning op het moment van de afgifte.

Voor de daaropvolgende aanslagjaren is de belastingplichtige de houder van de vergunning op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 3. Definities

Voor de toepassing van onderhavig reglement verstaat men onder:

         Taxidienst: bezoldigd vervoer van personen door middel van gemotoriseerde voertuigen met bestuurder die aan volgende eisen voldoen:

a)     het voertuig is geschikt voor het vervoer van ten hoogste 9 personen, bestuurder inbegrepen;

b)     het voertuig wordt ter beschikking gesteld van het publiek;

c)      de terbeschikkingstelling heeft betrekking op het voertuig;

d)     de bestemming wordt door de cliënt bepaald.

         Dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder: alle bezoldigde vervoerdiensten door middel van gemotoriseerde voertuigen met bestuurder, die noch openbaar, geregeld vervoer noch taxidiensten zijn en naar bouw en uitrusting geschikt zijn voor het vervoer van ten hoogste 9 personen, bestuurder inbegrepen. Vóór aanvang van het vervoer wordt een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen cliënt en exploitant. De cliënt bepaalt de bestemming van het transport.

 

Artikel 4. Tarifering

De belasting wordt vastgesteld op:

2)     Voor de exploitatievergunning van een taxidienst: € 250 per jaar per voertuig vermeld in de akte van de vergunning.

3)     Voor de exploitatievergunning van een taxidienst die gebruik maakt van een standplaats op de openbare weg: € 500 per jaar per voertuig vermeld in de akte van vergunning.

4)     Voor de exploitatievergunning van een dienst voor verhuur van voertuigen met bestuurder: € 250 per jaar per voertuig vermeld in de akte van vergunning.

5)     Voor de exploitatievergunning van een taxidienst en een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor éénzelfde voertuig: de belasting vermeld in artikel 3, §1, a. vermeerderd met de belasting vermeld in artikel 3, §1, c. per jaar per voertuig vermeld in de akte van vergunning.

6)     Voor de exploitatievergunning van een taxidienst die gebruik maakt van een standplaats op de openbare weg en een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor éénzelfde voertuig: de belasting vermeld in artikel 4, 2) vermeerderd met de belasting vermeld in artikel 4, 3) per jaar per voertuig vermeld in de akte van vergunning.

 

De belasting is jaarlijks verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning werd verleend. Een vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot belastingteruggave, evenmin als de opschorting of intrekking van de vergunning of het buiten werking stellen van één of meer voertuigen tijdens het aanslagjaar om welke reden ook. Met een eventuele wijziging wordt rekening gehouden vanaf het aanslagjaar dat volgt op het jaar waarin de wijziging plaatsvond.

 

Artikel 5. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 6. Aangifte

De belastingplichtige moet, uiterlijk op 1 februari van het aanslagjaar, bij een per post aangetekend schrijven aangifte doen bij het college van burgemeester en schepenen van de belastbare voertuigen volgens de toestand op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 7. Ambtshalve inkohiering

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50%.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 9. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Retributiereglement op huwelijken

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Belastbaar feit

Met ingang van heden wordt ten behoeve van de gemeente Drogenbos een retributie geheven op het voltrekken van huwelijken buiten de normale diensturen, d.w.z. voor huwelijken op zaterdag.

 

Een huwelijksplechtigheid kan doorgaan op maandag, donderdag, vrijdag en zaterdag tussen 9 uur en 12 uur. Op zaterdag kan er eveneens gehuwd worden in de namiddag, tussen 13 uur en 15 uur. Er kunnen geen huwelijksplechtigheden doorgaan op andere dagen of op feestdagen en brugdagen.

 

Er wordt geen retributie geheven voor het voltrekken van een huwelijk tijdens de normale diensturen, d.w.z. voor huwelijken op maandag, donderdag en vrijdag tussen 9 uur en 12 uur.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De retributie is verschuldigd door de persoon die de huwelijksaangifte indient.

 

Artikel 3. Tarifering

De retributie wordt vastgesteld op € 200,00 per huwelijk op zaterdag.

 

Artikel 4. Wijze van invordering

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 dagen na toezending van de factuur.

 

Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.

 

In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking vanaf heden en vervangt alle voorgaande retributiereglementen hieromtrent.

 

Artikel 6. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Retributiereglement op de verkoop van huisvuilzakken

 

Dit punt werd uitgesteld met als reden: Tarifering nakijken want vermoedelijk is dit niet correct (zie burgemeester).

 

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Belastingreglement verblijfsbelasting

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, een gemeentebelasting geheven op het verblijf in een toeristisch logies.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de exploitant van het toeristisch logies.

 

Artikel 3. Definities

Voor de toepassing van dit reglement verstaat men onder:

         Toerist: elke persoon die zich met het oog op vrijetijdsbesteding, ontspanning, persoonlijke ontwikkeling, beroepsuitoefening of zakelijk contact begeeft naar of verblijft in een andere dan zijn alledaagse leefomgeving;

         Toeristisch logies: elke constructie, inrichting, ruimte of terrein, in eender welke vorm, dat aan een of meer toeristen tegen betaling de mogelijkheid tot verblijf biedt voor een of meer nachten en dat wordt aangeboden op de toeristische markt.

         Aanbieden op de toeristische markt: het op eender welke wijze publiek aanbieden van een toeristische logies, hetzij als exploitant, hetzij via een tussenpersoon.

         Exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een toeristisch logies exploiteert, voor de rekening van wie een toeristisch logies wordt geëxploiteerd of die tot de exploitatie wordt gemachtigd op grond van een rechtsgeldige exploitatieovereenkomst.

 

Artikel 4. Tarifering

De belasting wordt vastgesteld op €2 voor elke afzonderlijke verhuring van één hotelkamer.

 

Artikel 5. Vrijstellingen

Voor de belasting zijn vrijgesteld, het verblijf van personen in:

         Ziekenhuizen en rust- en verzorgingsinstellingen;

         Internaten en onderwijsinstellingen;

         Instellingen met een filantropisch of sociaal doel, met inbegrip van jeugdherbergen.

 

Artikel 6. Inkohiering

De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.

 

De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7. Aangifte

De belastingplichtige is ertoe gehouden, ten laatste de 15e van elke maand, aan het gemeentebestuur het aantal verhuurde kamers per dag gedurende de voorbije maand aan te geven.

 

Artikel 8. Ambtshalve aanslag

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 9. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of op een duurzame drager worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 10. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Retributiereglement op grafconcessies begraafplaats

 

Besluit

11 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

2 onthoudingen: Sonia Ericx en Steve Roobaert

 

Artikel 1. Belastbaar feit

Met ingang van heden wordt ten behoeve van de gemeente Drogenbos een retributie geheven op het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaats.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De retributie is verschuldigd door de persoon die de aanvraag tot grafconcesssie doet.

 

Artikel 3. Tarifering

De retributies worden als volgt vastgesteld:

 

1) Begraving in volle grond

 

CONCESSIE

INWONERS

NIET-INWONERS

OPMERKINGEN

10 jaar 1 persoon

gratis

niet mogelijk

 

20 jaar 1 persoon

€ 500

€ 2.000

grafzerk verplicht

20 jaar 2 personen

€ 750

€ 3.000

grafzerk verplicht

50 jaar 1 persoon

€ 1.250

€ 5.000

grafzerk verplicht

50 jaar 2 personen

€ 1.875

€ 7.500

grafzerk verplicht

50 jaar 1 minderjarige

gratis

€ 2.500

 

 

2) Begraving urne in volle grond

 

CONCESSIE

INWONERS

NIET-INWONERS

OPMERKINGEN

urnenveld 10 jaar 1 urne

gratis

niet mogelijk

 

urnenveld 20 jaar 1 urne

€ 650

€ 2.600

uniforme zerk inbegrepen

urnenveld 20 jaar 2 urnen

€ 900

€ 3.600

uniforme zerk inbegrepen

urnenveld 50 jaar 1 urne

€ 1.400

€ 5.600

uniforme zerk inbegrepen

urnenveld 50 jaar 2 urnen

€ 2.025

€ 8.100

uniforme zerk inbegrepen

 

Het perceel, de uniforme grafzerk en de plaatsing zijn inbegrepen in de prijs.

 

3) Bijzetting in columbarium

 

CONCESSIE

INWONERS

NIET-INWONERS

OPMERKINGEN

columbarium 10 jaar 1 urne

gratis

niet mogelijk

 

columbarium 20 jaar 1 urne

€ 1.000

€ 4.000

 

columbarium 20 jaar 2 urnen

€ 1.250

€ 5.000

 

columbarium 50 jaar 1 urn

€ 1.750

€ 5.000

 

columbarium 50 jaar 2 urnen

€ 2.375

€ 9.500

 

 

De columbariumnis, de naamplaatjes en de foto zijn inbegrepen in de prijs.

 

4) Begraving in grafkelder

 

CONCESSIE

INWONERS

NIET-INWONERS

OPMERKINGEN

grafkelder 2 vakken

€ 1.875

€ 7.500

grafzerk verplicht

grafkelder 3 vakken

€ 2.500

€ 10.000

grafzerk verplicht

 

De concessiehouder staat zelf in voor de aankoop en plaatsing van de grafkelder.

 

5) Bijzetting in urnekelder

 

CONCESSIE

INWONERS

NIET-INWONERS

OPMERKINGEN

urnekelder 10 jaar 1 urne

gratis

niet mogelijk

 

urnekelder 20 jaar 1 urne

€ 1.000

€ 4.000

uniforme zerk inbegrepen

urnekelder 20 jaar 2 urnen

€ 1.250

€ 5.000

uniforme zerk inbegrepen

urnekelder 50 jaar 1 urne

€ 1.750

€ 5.000

uniforme zerk inbegrepen

urnekelder 50 jaar 2 urnen

€ 2.375

€ 9.500

uniforme zerk inbegrepen

urnekelder 50 jaar 1 minderjarige

gratis

€ 2.500

 

 

De urnekelders worden uitgevoerd door de gemeente. Het grondperceel, de kelder, de gedenkplaats en de plaatsing zijn in de prijs begrepen.

 

De prijs van de verleende grond zal verdubbeld worden per rechthebbende, bloedverwant of aanverwant in de zijlijn, indien deze bij de concessieaanvraag op datum van het overlijden zijn hoofdverblijf niet in de gemeente Drogenbos heeft.

 

Het voordeel van het tarief van toepassing op de inwoners van de gemeente wordt bepaald door de verblijfplaats die voortvloeit uit een inschrijving in de bevolkingsregisters.

 

Indien een overleden oud-strijder, weerstander of politiek gevangene van beide oorlogen (1914-1918 of 1940-1945) de laatste vijf jaar ingeschreven was in de bevolkingsregisters van Drogenbos kan hij genieten van:

         Begraving op het ereperk met kosteloze plaatsing van het gedenkteken+ foto

         Een eredienst

 

Artikel 4. Hernieuwing van een concessie

De concessies kunnen hernieuwd worden volgens de in het huishoudelijk reglement bepaalde voorwaarden. De concessies voor 20 jaar worden hernieuwd voor 20 jaar en de concessies voor 50 jaar worden hernieuwd voor 50 jaar volgens bovenstaande prijzen.

 

Artikel 5. Wijze van invordering

De retributie is verschuldigd op datum van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, die de concessie verleent.

 

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 dagen na toezending van de factuur.

 

Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.

 

In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking vanaf heden en vervangt alle voorgaande retributiereglementen hieromtrent.

 

Artikel 7. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Retributiereglement gebruik gemeentelijke diensten

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Belastbaar feit

Met ingang van heden wordt ten behoeve van de gemeente Drogenbos een retributie geheven voor het gebruik van de gemeentelijke diensten.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de gemeentelijke diensten of door de persoon die verantwoordelijk is voor de noodzakelijke uitvoering van werken door de gemeentelijke diensten.

 

Artikel 3. Tarifering

De retributies worden als volgt vastgesteld:

 

1) Voor het ontlenen van gemeentelijk verkeersmateriaal:

         Zowel voor particulieren als voor aannemers van werken van erkende openbare of private nutsmaatschappijen: €5/bord/dag

         Er wordt geen waarborg gevraagd voor het gemeentelijk verkeersmateriaal

 

2) Voor het gebruik van de gemeentelijke container voor afbraakmateriaal:

         €30 per m³ afbraakmateriaal

 

3) Voor het openen van een grafkelder door het gemeentepersoneel: €185/kelder

 

4) Voor werken uitgevoerd door het gemeentepersoneel

         Personeel: €50/uur

         Gebruik van vrachtwagen: €50/uur

         Gebruik van kraan: €25/uur

 

5) Samenstelling administratief dossier: €50/dossier

 

De duur van de getarifeerde prestaties is gelijk aan de tijd die verloopt tussen het uur van vertrek en het uur van aankomst in de standplaats. Ieder begonnen uur wordt volledig aangerekend. Wordt het materiaal om gelijk welke reden niet gebruikt, dan wordt het aangerekend a rato van 1 uur gebruik. Hetzelfde geldt voor het personeel dat eenmaal ter plaatse niet heeft moeten optreden. Voor het personeel wordt dan eveneens een forfaitaire prestatie van één uur aangerekend.

 

Artikel 4. Wijze van invordering

De retributie is verschuldigd op datum van de gestelde prestaties van de gemeentelijke diensten, na opmaak van een verklaring der werken.

 

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 dagen na toezending van de factuur.

 

Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.

 

In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking vanaf heden en vervangt alle voorgaande retributiereglementen hieromtrent.

 

Artikel 6. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1. Duur en belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2022 wordt ten voordele van de gemeente Drogenbos, aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De retributie is verschuldigd door de eigenaar van elke nutsvoorziening.

 

Artikel 3. Definities

Voor de toepassing van onderhavig reglement verstaat men onder permanente nutsvoorzieningen:

         alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;

         telecommunicatie;

         radiodistributie en kabeltelevisie;

         de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden;

         alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

Artikel 4. Tarifering retributie naar aanleiding van sleufwerken

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 0,78 euro, voor werken in voetpaden 0,60 euro en voor werken in aardewegen 0,36 euro. 

Op deze basisbedragen wordt, naar analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

Artikel 5. Tarifering retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, naar analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.

 

Artikel 6. Wijze van invordering

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 dagen na toezending van de factuur.

 

Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.

 

In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding

Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022 en vervangt alle voorgaande retributiereglementen hieromtrent.

 

Artikel 8. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Gemeentebestuur Drogenbos - Budgetwijziging 2019/2 - Goedkeuring

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1:

De voorliggende en bij deze beslissing gevoegde budgetwijziging 2019/2, in al haar bepalingen goed te keuren.

 

Artikel 2:

Deze beslissing over te maken aan de financieel directeur, de financiële dienst en de toezichthoudende overheid, conform artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Lijst met nominatieve toegekende subsidies opgenomen in de budgetwijziging 2019/1 - aanpassing

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Mits verduidelijking over de dierenbescherming en Youca.

 

Artikel1:

De aangepaste nominatieve subsidies vast te stellen voor de budgetwijziging 2019/2.

 

Artikel2:

Deze beslissing over te maken aan de financieel directeur, de financiële dienst en de toezichthoudende overheid, conform artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Heraanleg & ingroening begraafplaats Drogenbos - Goedkeuring verrekening

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 2 van de opdracht “Heraanleg & ingroening begraafplaats Drogenbos” voor het totaal bedrag in meer van 30.486,00 € excl. btw of 36.888,06 € incl. 21% btw.

 

Artikel 2:

De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het investeringsbudget van 2019, op budgetcode GEM/22000000/0990 (actie 1419/008/003/003/003).

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

Samenwerkingsovereenkomst Haviland - Groepsaankoop E Bikes

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

 

Artikel 1:

 

De gemeenteraad bevestigT de deelname van de gemeente Drogenbos aan de groepsaankoop E-bikes.

 

Artikel 2:

 

De gemeenteraad geeft goedkeuring tot het ondertekenen van de samenwerkingsoverenkomst tussen de gemeente Drogenbos en Haviland (zie bijlage).

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019
Overzicht punten

 

Gemeenteraad van 21/11/2019

OMV 59/19 - OMV_2019114731. Aanvraag ingediend door de heer en mevrouw Bourguiba - Ghrab voor het verbouwen van de woning gelegen te 1620 Drogenbos - Nieuwstraat 104, kadastraal gekend sectie B nrs. 209p5 en 209n5.

 

Besluit

13 stemmen voor: Alexis Calmeyn, Myriam Claessens, Nahyd Meskini, José Lefever, Philippe Queroles, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Sonia Ericx, Steve Roobaert, Francis Dons, Cindy Ceuleers, André De Maere en François Dussart

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bevestigt geen intenties te hebben tot realisatie van de rooilijn KB 12/03/1934 (Marie Collartstraat) en de rooilijn KB 12/03/1934 (Nieuwstraat) op het kruispunt Nieuwstraat / Marie Collartstraat, binnen een periode van 5 jaar.

 

Bijgevolg beslist de gemeenteraad niet over te gaan tot de realisatie van de rooilijnen Nieuwstraat en Marie Collartstraat ter hoogte van het kruispunt tussen beide gemeentewegen binnen een termijn van 5 jaar, en geeft als wegbeheerder een gunstig advies inzake de voorgestelde werken aan de door de rooilijn getroffen woning.

 

Artikel 2:

De bouwheer wordt op de hoogte gesteld dat bij een eventuele latere onteigening, er geen rekening wordt gehouden met de verkregen meerwaarde van de woning door de aangevraagde verbouwingswerken aan de bestaande woning.

 

 

Publicatiedatum: 25/11/2019