Gemeenteraad van 18/11/2025

Kohierbelasting op drijfkracht

 

Juridische grond

Artikelen 41, 162 en 170, §4 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994.

 

Artikelen 40, §3 en 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

 

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

 

Overwegend gedeelte

De belasting op drijfkracht belast het vermogen van motoren.

 

Ondernemingen die in het kader van hun bedrijfsactiviteit gebruik maken van drijfkracht, vertonen in het algemeen een veel groter ge- en verbruik van de voorziene elektriciteitsvoorzieningen, dan de ondernemingen die in het kader van hun bedrijfsactiviteit geen motoren aanwenden.

 

Ondernemingen die bijgevolg gedurende het volledige jaar voorafgaand aan het aanslagjaar geen motor(en) hebben gebruikt worden vrijgesteld van de belasting.

 

De gemeente stelt deze belasting in om bedrijven ertoe aan te zetten zorgvuldig met energiebronnen om te gaan en aan te zetten tot innovatie, duurzaamheid en de ontwikkeling van nieuwe productieprocessen met een efficiënter elektriciteitsverbruik.

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden.

Financiële gevolgen

De ontvangst voor deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, op registratiesleutel 73402000/0020-00.

 

 

 

Besluit

 

11 stemmen voor: Alexis Calmeyn, José Lefever, Sabrina Pauwels, Philippe Queroles, Francis Dons, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Bernard Vandenbauw, Stéphanie Kestemont, Anne-Marie de Jesus Martins en Davina Pinkers

5 stemmen tegen: Nahyd Meskini, Steve Roobaert, Laurence Doughan, Daniel Cnops en Chahrazad Elhalmadi

Motivatie stem tegen Steve Roobaert: 1. Geen evenwicht in het budget. Eerst werken op de uitgaven, alvorens je de belastingen gaat verhogen. Wat is het becijferd actieplan om aan de kostenstructuur te werken, om de uitgaven te rationaliseren?

2. Geen zicht op de impact van de verhoging van de belastingen op de werkingsmiddelen. Onvoldoende informatie over de financiële situatie van de organisatie om tot verhoging van de belastingen te kunnen beslissen.

3. Tijdens de commissie financiën ging de administratie kijken naar buurgemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw om een vergelijking van belastingen voor te leggen aan de gemeenteraad. Vandaag geen zicht op deze informatie.

Motivatie stem tegen Daniel Cnops: 1. Geen evenwicht in het budget. Eerst werken op de uitgaven, alvorens je de belastingen gaat verhogen. Wat is het becijferd actieplan om aan de kostenstructuur te werken, om de uitgaven te rationaliseren?

2. Geen zicht op de impact van de verhoging van de belastingen op de werkingsmiddelen. Onvoldoende informatie over de financiële situatie van de organisatie om tot verhoging van de belastingen te kunnen beslissen.

3. Tijdens de commissie financiën ging de administratie kijken naar buurgemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw om een vergelijking van belastingen voor te leggen aan de gemeenteraad. Vandaag geen zicht op deze informatie.

 

Artikel 1. Heffingstermijn en belastbaar feit

Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op drijfkracht, ongeacht de brandstof of de energie die deze motoren in beweging brengt.

 

Artikel 2. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op  1 januari van het aanslagjaar motoren bezit die gebruikt worden voor de uitbating van de zetel of een exploitatie-eenheid van de onderneming, gelegen op het grondgebied van de gemeente.

 

Dient als exploitatie-eenheid beschouwd te worden: iedere inrichting of werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken periode van tenminste drie maanden op het grondgebied van de gemeente is gevestigd.

 

Wanneer hetzij de zetel, hetzij een exploitatie-eenheid geregeld en op duurzame wijze een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met een of meer exploitatie-eenheden of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd indien hetzij de zetel, hetzij de voornaamste exploitatie-eenheid gevestigd is in de gemeente.

 

De door een tijdelijke vennootschap verschuldigde belasting wordt ten laste van deze ingevorderd of ten laste van de natuurlijke personen of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten.

 

Na de ontbinding van de tijdelijke vennootschap zijn de natuurlijke personen of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten, hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.

 

Artikel 3. Berekeningsgrondslag en tarief

De belasting bedraagt € 35,00 per eenheid (kWh) en elke breuk van een kilowatt wordt als een kilowatt beschouwd.

 

De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motoren geplaatst of gebruikt  tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar.

 

De belasting wordt berekend per maand, waarbij elke begonnen maand telt voor een volledige maand.  Indien een motor tijdens dezelfde maand belastbaar is in verschillende gemeenten, is de belasting verschuldigd aan de gemeente met het grootst aantal dagen verbruik. Is dit aantal gelijk dan wordt de belasting evenredig per halve maand verdeeld.  Een motor die voor de eerste maal in werking wordt gesteld, is belastbaar vanaf de volgende maand. Dit geldt niet indien de belastingplichtige opteert voor de in artikel 5 voorgeschreven regeling.

 

Indien de installaties van een onderneming voorzien zijn van meetapparaten voor het maximum kwartiervermogen, waarvan de opmetingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan, kan - op verzoek van de exploitant - het bedrag van de belasting vastgesteld worden op basis van een belastbaar vermogen, gelijk aan het rekenkundige gemiddelde der twaalf maandelijkse maximum kwartiervermogens van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar.

 

Om het voordeel van deze bepaling te genieten, moet de exploitant, vóór 31 maart van het aanslagjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen met opgave van de maandelijkse waarden van het maximum kwartiervermogen, welke in zijn installaties worden opgenomen.

 

Het belastingtarief is gekoppeld aan de gezondheidsindex en wordt jaarlijks, vanaf 1 januari 2027, op 1 januari van elk jaar, geïndexeerd volgens de schommelingen van het indexcijfer van de gezondheidsindex.

 

De berekening van het nieuw tarief gebeurt volgens volgende formule:

Bedrag belasting aanslagjaar X = bedrag aanslagjaar 2026 x index november jaar (X-1)

              index november 2025

 

Artikel 4. Vrijstellingen

Van de belasting zijn vrijgesteld:

  1. De motor(en) die gedurende het volledige jaar voorafgaand aan het aanslagjaar niet werd(en) gebruikt.
  2. De motor(en) tijdelijk gebruikt op het grondgebied van een andere gemeente voor een onafgebroken periode van 3 maanden en voor zover dit gebruik in deze andere gemeente wordt belast, mits het doen van een aangifte uiterlijk 8 dagen na de aanvang van de verplaatsing van de motor naar die andere gemeente en voor zover de betaling van de belasting in deze andere gemeente(n) wordt bewezen. Het aanleveren van het bewijs van betaling is van substantiële aard.
  3. De motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld en voor zover deze motor uitsluitend zijn kracht gebruikt voor het vervoer van goederen of personen;
  4. De motor van een draagbaar toestel. Een draagbaar toestel is een toestel dat door één persoon kan worden bediend en gedragen. Vb. boor-, zaag- en handschuurmachines, slijpschijven, haardrogers,…;
  5. De motor die een elektrische generator aandrijft, voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met dat, benodigd voor het drijven van een generator;
  6. De door perslucht aangedreven motor;
  7. De motoren gebruikt voor polderbemaling, grondbemaling voor werken, leegpompen van werkplaatsen, verlichting, hygiënische ventilatie en de motoren die instaan voor de brandbestrijding. Onder hygiënische ventilatie moet worden verstaan de verluchting door toestellen die, voor het goede verloop van bepaalde activiteiten (vb. go-kart circuits in afgesloten ruimtes,…) of productieprocessen (vb. verfspuitcabines,…) onontbeerlijk zijn voor de hygiëne of gezondheid.
  8. De motor die uitsluitend gebruikt wordt voor verwarming en verluchting.
  9. De motoren van vaartuigen dienende voor het transport van goederen, alsmede deze aan boord van bedoelde vaartuigen gebruikt.
  10. De wisselmotoren. Een wisselmotor is een motor die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere motor die hij tijdelijk moet vervangen. De wisselmotor kan aangewend worden om tezelfdertijd te werken als die, welke normaal gebruikt wordt gedurende de tijd nodig om de voortzetting der productie te verzekeren;
  11. Motoren van windturbines.
  12. De reservemotor, die alleen in uitzonderingsgevallen gebruikt wordt.

 

Artikel 5. Verminderingen

Bij staking van de bedrijfsactiviteiten op het grondgebied van de gemeente om welke reden ook, word in afwijking van art. 1, een bijzondere, eventueel bijkomende, aanslag gevestigd, berekend op basis van de motoren gebruikt tijdens het jaar van de staking van de bedrijfsactiviteiten.

 

Voor de bedrijven aangeslagen op basis van het maximum kwartiervermogen zal de eventueel bijkomende aanslag gevestigd worden op basis van het gemiddeld kwartiervermogen tijdens het jaargedeelte of jaar dat er nog bedrijfsactiviteiten waren. De aan te geven waarden zijn deze vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie.

 

De belastingplichtige die een vermindering van de belasting op basis van deze bepaling wil verkrijgen, is verplicht, uiterlijk op de 8ste van de maand volgend op de staking van de bedrijfsactiviteiten, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur, die een ontvangstbewijs stuurt. De belastingplichtige dient eveneens uiterlijk op de 8ste van de maand volgend op de weder inwerkingtreding, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur, die hiervan eveneens een ontvangstbewijs stuurt.

 

De vermindering geldt vanaf de maand volgend op de datum van ontvangst van het bericht van stillegging tot de maand volgend op deze van weder inwerkingstelling.

 

Artikel 6. Aangifteplicht

Iedere belastingplichtige, houder van in of buiten werking zijnde motoren die worden gebruikt voor de uitbating van een handels-, nijverheids-, landbouw-, ambachtsbedrijf, of van een vrij beroep, in een bedrijfszetel of een exploitatie-eenheid op het grondgebied van de gemeente, moet er aangifte van doen bij het gemeentebestuur, ongeacht of hij eigenaar is van de motoren. Ook de kracht van de volgens artikel 4 vrijgestelde motoren, moet worden aangegeven.

 

De belastingplichtige moet aangifte doen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar door middel van het aangifteformulier dat hem door het gemeentebestuur toegestuurd wordt.

 

De belastingplichtige die het formulier nog niet zou ontvangen hebben tegen 15 oktober van het aanslagjaar moet het formulier bij het gemeentebestuur zelf aanvragen en de aangifte spontaan indienen tegen uiterlijk 31 oktober van het aanslagjaar.

 

De aangifte kan ingediend worden via:

        e-mail : financien@drogenbos.be

        post : gemeentebestuur Drogenbos – financiële dienst – Grote Baan 222 te 1620 Drogenbos

 

Artikel 7. Wijze van inning

De belasting wordt gevestigd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8. Betaling

De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9. Ambtshalve inkohiering

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op grond van de beschikbare gegevens, conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de gemeente Drogenbos beschikt.

 

Voor de belasting wordt gevestigd, brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting.

 

Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

 

 

 

Artikel 10. Bezwaar

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

 

Het bezwaar kan ingediend worden via:

        e-mail: financien@drogenbos.be

        post: gemeentebestuur Drogenbos – college van burgemeester en schepenen – Grote Baan 222 – 1620 Drogenbos.

 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk gevraagd worden in het bezwaarschrift.

 

Artikel 11. Bekendmaking

Conform artikel 287 van het decreet lokaal bestuur, wordt het reglement bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

Conform artikel 288 van het decreet lokaal bestuur, treedt het reglement in werking de vijfde dag na de bekendmaking ervan.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.