Gemeenteraad van 18/11/2025

Reglement leegstand 2026-2031

 

Juridische grond

Artikel 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).  

 

Artikel 170, §4 van de Grondwet.  

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.  

 

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.  

 

Boek 2, Deel 2, Titel 4, artikels 2.15 - 2.20 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 over het register van verwaarloosde woningen en gebouwen. 

 

Boek 2, Deel 2, Titel 4 van het Besluit van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 betreffende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid. Onder artikel 2.14 staat verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken opgenomen als basisinitiatief. 

 

Besluit van de gemeenteraad van  19 augustus 2025 houdende het verderzetten van de deelname aan de Interlokale Vereniging “Woonwinkel Zuid”. 

 

Besluit van de gemeenteraad van 16 september 2021 houdende een gemeentelijk belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen - aanslagjaren 2022-2025.  

 

Het besluit van de gemeenteraad van 22 mei 2017 houdende "Reglement voor het opstellen en beheer van de inventaris van leegstaande woningen en gebouwen en gemeentebelasting op leegstaande woningen en gebouwen - goedkeuring.

 

Feiten en context

Het bestaande gemeentelijk reglement inzake opname en belasting van verwaarloosde woningen en gebouwen 2022-2025 dient te worden hernieuwd. 

 

Langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden. De leegstandsheffing dient als instrument om leegstand en verloedering tegen te gaan en opwaardering van de buurt te stimuleren.

Leegstand van woningen opsporen, registreren en aanpakken is een gemeentelijke bevoegdheid. Gemeenten hebben een ruime vrijheid om te bepalen hoe ze leegstand bestrijden, maar er zijn enkele basisvoorwaarden:

        Gemeenten met een leegstandsregister moeten de definities uit de Vlaamse Codex Wonen (art. 2.9-2.14) gebruiken.

        Nieuwbouw mag pas zeven jaar na de vergunning, zonder functiegebruik, als leegstaand worden beschouwd.

        Schrapping uit het register gebeurt als het gebouw of de woning zes maanden volgens de functie wordt gebruikt.

        De leegstandsregistratie geldt voor gebouwen zonder economische functie of met een economische functie op percelen kleiner dan 500m2, die niet onder het decreet van 19 april 1995 vallen.

 

De vrijstellingen die in het reglement zijn opgenomen spelen in op (onvoorziene) situaties en sluiten aan bij de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Ze zijn verantwoord aangezien ze objectief, controleerbaar en tijdelijk zijn. Ze houden rekening met redelijke uitzonderingssituaties waarin het opleggen van belasting niet proportioneel zou zijn:

 

        Minder dan 2 jaar houder van het zakelijk recht: deze vrijstelling biedt nieuwe houders van het zakelijk recht de mogelijkheid om de woning in gebruik te nemen of te renoveren. Het is redelijk dat iemand die recent een eigendom heeft verworven, nog geen tijd heeft gehad om de leegstand aan te pakken.

        Grondige renovatie in het belastingjaar: wanneer de houder van het zakelijk recht substantiële werken uitvoert die gericht zijn op het beëindigen van de leegstand, wordt het doel van de belasting bereikt. Een tijdelijke vrijstelling stimuleert renovatie en herstel.

        Gelegen in een goedgekeurd onteigeningsplan: indien een woning of gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan, is het logisch dat de houder van het zakelijk recht geen investeringen meer doet. De overheid erkent hiermee dat de houder van het zakelijk recht geen controle meer heeft over het lot van het pand.

        Vernield of beschadigd door een plotse ramp: wanneer een woning of gebouw ernstig werd beschadigd of vernield ten gevolge van een plotse ramp, zoals brand of overstroming, is het onredelijk om een belasting op te leggen. De houder van het zakelijk recht is in dat geval slachtoffer van overmacht en moet voldoende tijd krijgen om de schade te herstellen. Deze vrijstelling geld enkel indien de woning of het gebouw pas na de ramp werd opgenomen in het leegstandsregister, en de ramp dus de aanleiding vorm van de leegstand.

 

De gemeente maakt deel uit van de Interlokale Vereniging Woonwinkel Zuid. Het activiteitenpakket van het project bevat het opsporen, registreren en aanpakken van leegstaande gebouwen en woningen als verplichte activiteit (2020-2025) en als basisactiviteit (2026-2031) zoals vermeld in artikel 2.14 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Evaluatie

        Er wordt voortaan gesproken van 'opnameattest' in plaats van administratieve akte en beschrijvend verslag.

        De definities van 'gebouw' en 'woning' werden geactualiseerd. Hierbij is de verwijzing naar het Grond- en Pandendecreet en Vlaamse Wooncode vervangen door een verwijzing naar de Vlaamse Codex Wonen van 2021, conform de geldende regelgeving.

        Om sneller in te spelen op de leegstand van gebouwen die het straatbeeld en de economische dynamiek van de gemeente negatief beïnvloeden, zal een gebouw reeds na zes maanden leegstand opgenomen kunnen worden in het register, in plaats van twaalf maanden.

        Enkele indicaties worden uit de limitatieve lijst geschrapt:

        Langdurig te huur of te koop aanbieden -> de term langdurig is vaag en vereist meerdere vaststellingen; deze indicatie wordt in de praktijk niet gebruikt.

        Vermindering van het kadastraal inkomen -> deze gegevens zijn niet beschikbaar voor de administratie en worden in de praktijk niet gebruikt.

        Gemeenschapswachten worden toegevoegd aan de limitatieve lijst onder de categorie getuigenissen.

        De tarieven worden verhoogd en er wordt een maximumbedrag ingevoerd. De heffing voor het eerste aanslagjaar stijgt van €1.200,00 naar €1.500,00. Vervolgens wordt de heffing jaarlijks verhoogd met €1.500,00, tot een maximum van €7.500,00.

        In plaats van na twaalf maanden, wordt de houder van het zakelijk recht nu reeds heffingsplichtig vanaf zes maanden na opname in het leegstandsregister. Vervolgens wordt jaarlijks een heffing opgelegd zolang de leegstand duurt.

Financiële gevolgen

De ontvangsten voor deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, op registratiesleutel 73740000/0020-00 (voor woningen) en registratiesleutel 73760000/0020-00 (voor bedrijfsruimten)

 

Visum

Niet van toepassing

 

Interventie

Nahyd Meskini: Wat met inwoners die werken uitvoeren in de woning, maar daar niet kunnen wonen en het feit dat de woning nog niet klaar is?Burgemeester en bevoegde schepen antwoorden het raadslid dat zij hiervoor vrijgesteld kunnen worden op basis van het voorgelegde reglement. Wanneer werken worden uitgevoerd, moeten ze dit kunnen aantonen aan de hand van bewijzen.

 

 

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Alexis Calmeyn, José Lefever, Sabrina Pauwels, Philippe Queroles, Francis Dons, Grégory Boen, Jean Paul Grenier, Nahyd Meskini, Steve Roobaert, Bernard Vandenbauw, Stéphanie Kestemont, Anne-Marie de Jesus Martins, Davina Pinkers, Laurence Doughan, Daniel Cnops en Chahrazad Elhalmadi

 

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het Reglement voor opname en belasting van leegstaande woningen en gebouwen 2026-2031 goed. Het reglement maakt integraal deel uit van dit besluit en wordt als bijlage toegevoegd.

 

Bijlage 1:

 

Gemeentelijk reglement Opname en belasting van leegstaande woningen en gebouwen 2026-2031.

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  1. administratie: de personeelsleden die door het college van burgemeester en schepenen of het beslissingsorgaan van het intergemeentelijk samenwerkingsverband belast zijn met de opsporing van leegstaande woningen en gebouwen. Zij bezitten onderzoeks-, controle-en vaststellingsbevoegdheden. De administratie voert alle taken uit met betrekking tot de opmaak, opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.

 

  1. beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

2.a.                        een (elektronisch) aangetekend schrijven,

2.b.                        een afgifte tegen ontvangstbewijs,

2.c.                         elke andere door de administratie toegelaten betekeniswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;

 

  1. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° , van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld in artikel 1.3, §1, 14° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

 

  1. houder (of medehouder) van het zakelijk recht: de betrokken partij(en) met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht, of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning;

 

  1. leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw;
    De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvan geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijft, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
    Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten, zoals vermeld in artikel 2.10 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

5.a.                        leegstaand gebouw met economische functie: gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit als vermeld in artikel 2. 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste zes opeenvolgende maanden Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

 

  1. leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie die blijkt uit een omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning die voor die woning is uitgereikt. Bij een woning waarvoor er geen vergunning of melding is, of waarvan de functie niet duidelijk blijkt uit een vergunning of melding, wordt de functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van de woning dat voorafging aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of beschrijven.

 

  1. leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig de functie;

 

  1. leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen zoals vermeld in artikel 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

 

  1. woning: elke onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

 

Hoofdstuk 1: Opname leegstandsregister

 

Artikel 2. Leegstandsregister

§1. De administratie houdt een register bij van leegstaande woningen en gebouwen. In het leegstandsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

  1. het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
  2. het dossiernummer;
  3. de datum van opname in het leegstandsregister

 

Artikel 3. Vaststelling van leegstand

§1. Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd wanneer meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden.
Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer deze niet wordt aangewend in overeenstemming met de woonfunctie gedurende een termijn van minstens twaalf opeenvolgende maanden.

Een gebouw met economische functie wordt als leegstaand beschouwd wanneer meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.

 

§2. Een leegstaand gebouw of leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een opnameattest. Dit attest bevat minstens één foto en een vermelding van de indicaties die de leegstand staven. De datum van het opnameattest geldt als datum van de vaststelling van de leegstand en als opnamedatum in het register.

§3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van minstens één objectieve indicatie uit onderstaande lijst:

        geen inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

        het ontbreken van een stedenbouwkundige vergunning op het adres van de woning of het gebouw;

        het ontbreken van aansluiting op nutsvoorzieningen of een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van de woning of het gebouw kan worden uitgesloten;

        verwaarloosde buitenruimte door opschietende en niet onderhouden beplanting, geen tekenen van betreding, of tekenen van vernieling aan of in de woning, het gebouw of de omgeving;

        de onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang, dichtgemetselde of dichtgetimmerde gevelopeningen;

        ernstig vervuld glas- en/of buitenschrijnwerk;

        de woning of het gebouw is niet bemeubeld of ingericht

        getuigenissen: verklaringen van buurtbewoners, postmedewerkers, wijkinspecteurs, gemeenschapswachten en andere betrokkenen;

        de woning of het gebouw wordt niet gebruikt overeenkomstig de functie;

        een onbruikbaar gemaakte, weggehaalde of (over) volle brievenbus.

§4. Een woning of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijke register van verwaarloosde woning en gebouwen kan ook worden opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen.

§5. Register tweede verblijven en register leegstaande woningen en gebouwen kunnen niet gecombineerd worden. Bij twijfel of onvoldoende bewijzen zal de administratie de woning opnemen in het register van leegstaande woningen en gebouwen.

§6. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen, kan niet worden opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen. Omgekeerd kan dit wel, een woning die opgenomen wordt in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen, kan ook opgenomen worden in de gewestelijke inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen.

§7. Assistentiewoningen worden juridisch niet als afzonderlijke woningen beschouwd. Ze kunnen enkel als leegstaand worden geregistreerd als meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte van het gebouw niet gebruikt wordt volgens de functie van het gebouw.

 

Artikel 4. Kennisgeving van de opname

§1. Alle houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

§2. De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van de houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

 

Artikel 5. Beroep tegen de opname

§1. Het modelformulier om beroep in te dienen tegen de opname in het register van leegstaande woningen of gebouwen is aan te vragen aan de administratie.

Het beroepschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:

1° de identiteit en het adres van de indiener;

2° het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft;

3° de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister onterecht is gebeurd. De opname kan worden betwist met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt de houder van het zakelijk recht bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij deze optreedt als advocaat die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§2. De houder van het zakelijk recht vult het modelformulier om beroep in te dienen tegen de opname in het register van leegstaande woningen en gebouwen in binnen een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de beveiligde zending omtrent de opname in het leegstandsregister.

§3. Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in §1. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §2 niet verstreken is. Dan vervalt het eerste beroep.

§4. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. De beslissing wordt genomen op basis van de stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een beslissing op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de administratie. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd, of verhinderd wordt voor een feitenonderzoek.

§5. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent de beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de indiening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

§6. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijkt de woning of het gebouw opgenomen in het leegstandsregister.

 

Artikel 6. Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt wanneer een houder van het zakelijk recht bewijst dat:

        de woning gedurende minstens zes opeenvolgende maanden wordt aangewend overeenkomstig de woonfunctie.

        de woning volledig werd gesloopt en dit blijkt uit objectieve vaststellingen, waaronder de volledige ruiming van het puin.

De schrapping uit het leegstandsregister geldt met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag waarop de woning werd gebruikt overeenkomstig de woonfunctie, of vanaf de datum waarop het puin volledig werd geruimd na sloop.

Het effectief gebruik wordt aangetoond door een inschrijving van minstens zes opeenvolgende maanden in het bevolkingsregister. Indien dit onvoldoende blijkt, kan de administratie een aanvullend feitenonderzoek uitvoeren.

§2. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt wanneer een houder van het zakelijk recht bewijst dat:

        meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte gedurende minstens zes opeenvolgende maanden wordt aangewend overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1,5°, of

        het gebouw volledig werd gesloopt en dit blijkt uit objectieve vaststellingen, waaronder de volledige ruiming van het puin.

§3. Een gebouw met een economische functie wordt uit het leegstandregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1,5°/1, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste drie opeenvolgende maanden.

 

De schrapping uit het leegstandregister geldt met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag waarop het gebouw overeenkomstig de functie werd gebruikt, of vanaf de datum waarop het puin volledig werd geruimd na sloop.

De administratie stelt deze aanwending of sloop vast op basis van de administratieve gegevens of, indien nodig, na een onderzoek ter plaatse.

§4. De loutere voorlegging van een (handels)huurovereenkomst kan niet volstaan als bewijs voor de beëindiging van de leegstand van een gebouw of woning, aangezien deze geen enkele aanwijzing geeft omtrent de effectieve benutting van het gebouw of de woning.

 

§5 Het model om een schrapping aan te vragen is aan te vragen aan de administratie. De schrappingsaanvraag bevat:

        de identiteit en het adres van de indiener;

        de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

        de bewijsstukken zoals vermeld in §1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister.

Als datum van het schrappingsverzoek geldt de datum van ontvangst van het modelformulier.

Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, wordt een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging toegevoegd aan het dossier, tenzij deze persoon optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§6. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van negentig dagen na ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van de beslissing met een beveiligde zending. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het leegstandsregister.

§7. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5. Dezelfde termijnen en procedures gelden.

 

Hoofdstuk 2: Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

 

Artikel 7. Belastbaar voorwerp in belastingtermijn

§1. Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 geldt er een gemeentebelasting op woningen en gebouwen die opgenomen zijn in het leegstandsregister. De belasting is voor het eerst verschuldigd op het ogenblik dat de woning of gebouw zes opeenvolgende maanden opgenomen is in het leegstandsregister.

§2. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het leegstandsregister, blijkt elk aanslagjaar de belasting verschuldigd.

 

Artikel 8. Belastingplichtige

In geval van overdracht van het zakelijk recht informeert de verkoper of diens notaris de verkrijger van het zakelijk recht vooraf dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De verkoper of diens notaris stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte via beveiligde zending in kennis van de overdracht. De kennisgeving bevat minstens de volgende gegevens:

        het adres van de overgedragen woning of gebouw;

        naam en adres van de nieuwe houder van het zakelijk recht en het eigendomsaandeel;

        datum van de akte;

        naam en kantooradres van de notaris.

De belastingplicht gaat over op de nieuwe houder vanaf de datum van de akte. Bij ontbreken van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

In elk geval wordt er geen rekening gehouden met de tussen partijen gesloten overeenkomst aangaande de verschuldigde belasting.

 

Artikel 9. Tarief van de belasting

§1. De belasting bedraagt:

        Na 6 opeenvolgende maanden opname in het leegstandsregister: 1.500,00 euro.

        Na 18 opeenvolgende maanden: 3.000,00 euro

        Na 30 opeenvolgende maanden: 4.500,00 euro

        na 42 opeenvolgende maanden: 6.000,00 euro

        Vanaf 54 opeenvolgende maanden: 7.500,00 euro

§2 Wanneer een vrijstelling van de leegstandsbelasting wordt toegekend, wordt bij het verstrijken van de vrijstellingsperiode opnieuw gekeken naar het totaal aantal opeenvolgende maanden dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister is opgenomen.

 

§3. Indien er een overdracht is van het zakelijk recht, vervalt het aantal termijnen dat de woning of een gebouw in het leegstandsregister staat. Op basis van artikel 11, §3, 1° kan de nieuwe houder van het zakelijk recht een vrijstelling aanvragen voor het eerste jaar dat volgt op het verkrijgen van het zakelijk recht. Vanaf het tweede jaar zal de nieuwe houder zakelijk recht voor het eerst worden belast.

 

Artikel 10. Wijze van inning

§1. De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

§2. De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11. Bezwaarprocedure

§1. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeuren volgend de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

§2. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden. De termijn van drie maanden begint te lopen als:

        Het aanslagbiljet per post werd verstuurd, de derde werkdag na de verzenddatum;

        Het aanslagbiljet elektronisch werd verzonden, de datum van verzending;

        De belastingplichtige en het bestuur maken gebruik van hetzelfde informatiesysteem om berichten elektronisch uit te wisselen, de datum waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

§3. De belastingplichtige kan beroep doen op de volgende persoonsgebonden of woning- of gebouwgebonden vrijstellingsmogelijkheden. De persoonsgebonden vrijstellingen gaan niet over op de nieuwe houder van het zakelijk recht bij overdracht. Een vrijstelling moet jaarlijks worden aangevraagd.

 

Persoonsgebonden vrijstelling:

Van de belasting op leegstaande woningen en gebouwen is vrijgesteld:

1° De belastingplichtige die sinds minder dan twee jaar houder is van het zakelijk recht op de woning of het gebouw, voor de eerste belastingaanslag die volgt op het verkrijgen van dat zakelijk recht. Deze vrijstelling moet worden aangetoond met een attest van de notaris of de notariële akte waaruit de datum van verwerving blijkt.

 

Gebouw- of woning gebonden vrijstelling:

Van de belasting op leegstaande woningen en gebouwen is vrijgesteld een woning of gebouw dat:

2° Grondig werd gerenoveerd in het jaar waarop de belasting betrekking heeft. De werken die werden uitgevoerd moeten betrekking hebben op wegwerken van de leegstand. De volgende bewijsstukken moeten worden voorgelegd:

        indien van toepassing een goedgekeurde stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning (geen sloopvergunning);

        een schets of plan met aanduiding van de uitgevoerde werken;

        een beschrijving van de uitgevoerde werken;

        facturen van de uitgevoerde werken;

        foto's van voor en na de renovatie.

 

Deze vrijstelling kan maximaal één keer worden verlengd, enkel bij grondige renovatiewerken waarbij de woning tijdelijk onbewoonbaar is wegens gebrek aan basiscomfort. Deze vrijstelling kan maar eenmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend.

3° Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan, of waarvoor geen vergunning meer kan worden afgeleverd wegens een voorlopig of definitief onteigeningsplan. De vrijstelling geldt voor maximaal de eerste vijf aanslagjaren na de goedkeuring van het plan. Het goedgekeurd onteigeningsplan moet worden voorgelegd.

4° Vernield of beschadigd werd door een plotse ramp (brand of overstroming). De vrijstelling wordt toegekend op basis van een besluit van de burgemeester (artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet) en kan jaarlijks verlengd worden tot de opheffing van dat besluit. Deze vrijstelling geldt enkel als de woning of het gebouw voor de ramp niet in het leegstandsregister was opgenomen.

 

Artikel 12. Overgangsbepaling

§1. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en heft op en vervangt vanaf die dag het gemeentelijk belastingreglement op leegstand van 21 november 2019. Woningen en gebouwen die voor 1 januari 2026 zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, blijven opgenomen met behoud van hun opnamedatum. Deze opname blijft rechtsgeldig en vormt de basis van de toepassing van dit reglement, tenzij de eigenaar aantoont dat de woning of het gebouw niet langer leegstaat conform de bepalingen van dit reglement.

§2. Voor de bepaling van het belastingtarief wordt verdergegaan op het aantal maanden dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister, ongeacht of er een vrijstelling van toepassing is. Deze regeling is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2026.

§3. Voor woningen en gebouwen die voor de inwerkingtreding van dit reglement werden opgenomen in het leegstandsregister, wordt de eerste belasting pas geheven na twaalf maanden opname, in plaats van na zes maanden. De daaropvolgende belasting vindt plaats op 18 maanden en verder zoals bepaald in artikel 9 van dit reglement.

§4. De houder van het zakelijk recht die onder een vorig reglement een vrijstelling heeft bekomen, moet indien zij een nieuw aanslagbiljet ontvangt en nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 11 van dit reglement een nieuwe vrijstelling aanvragen volgens de bepalingen van dit reglement.

§5. Bij vrijstellingen waarvoor een maximaal aantal verlengingen is vastgelegd, worden ook de vrijstellingen meegeteld die in het verleden zijn toegekend onder eerdere leegstandsreglementen.

 

Artikel 13. Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.

De bekendmaking van dit reglement wordt ter kennis gebracht van de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van hetzelfde decreet.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.